Schriftstudies.tk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jeremia en de
Eindtijd Attentie: In deze studie wordt vooral volgens het gematriabeginsel geredeneerd.
GW 11480 ≈≈ Mr 11:8
Ook spreidden velen hun bovenklederen uit op de weg, maar anderen kapten gebladerte uit de velden.
Wellicht mogen we uit deze eerste drie verzen concluderen dat het Boek Jeremia profetisch geheel gefocust is op de Tweede helft van de 70ste Jaarweek voor Israël. Mr 11:8 verwijst immers naar de gebeurtenissen die zich voordeden op ‘Palmzondag’, 9 Nisan 33 AD, toen Yeshua, rijdend op een ezel, zich aan Jeruzalem aanbood als haar Messiaanse koning, ogenschijnlijk als een vervulling van Zc 9:9. In Lukas 19:29 wordt die
gebeurtenis eveneens verhaald. Maar wat op
Palmzondag 33 AD geen realiteit werd, zal zich alsnog voltrekken op de Helft
van de 70ste Jaarweek voor Israël.
Totaal GW 12437 ≈≈ Mt 21:24 >> Jezus
antwoordde en zei tot hen: Ik zal u ook een vraag stellen en indien gij mij
daarop antwoord geeft, zal Ik u ook zeggen, krachtens welke bevoegdheid Ik deze
dingen doe.
en Mt 27:22 >> Pilatus zei
tot hen: Wat moet ik dan doen met Jezus, die Christus genoemd wordt? Zij zeiden
allen: Hij moet aan een paal worden gehangen! Alsook
Hb 11:32 >> En wat
zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken als ik uitweid over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, alsook Samuel en de
profeten.
GW 10557 ≈≈ Ez 8:3 Toen
stak hij iets uit dat de vorm van een hand had en nam mij bij een lok van
mijn hoofdhaar, en een geest voerde mij tussen de aarde en de hemel en bracht
mij naar Jeruzalem in de visioenen van God, naar de ingang van de binnenste
poort die op het noorden uitziet, waar de standplaats is van het symbool van
jaloezie dat tot jaloezie prikkelt. Waarschijnlijk worden ook wij, de lezers, in deze
tekst vooruit geplaatst naar de zeer nabije toekomst, t.w. de Helft van de 70ste
Jaarweek voor Israël. En Lk 19:29 En het
geschiedde toen hij Bethfage en Bethanië
naderde, tegen de - zoals hij genoemd wordt - Berg der Olijven, dat hij twee
van de leerlingen uitzond. Hier lezen we over het gebeuren op ‘Palmzondag’, op 9 Nisan van het jaar 33 AD (4035 AM), toen Yeshua Mashiach, rijdend op een ezel, zich aan Israël aanbood als haar Messiaanse koning. Door zijn Joodse tijdgenoten werd hij echter in die hoedanigheid verworpen, wat zelfs tot op de dag van heden heeft voortgeduurd. Zij erkennen niet dat hij op die dag Zc 9:9 in voorlopige zin vervulde >> Verblijd u zeer, o dochter van Sion. Juich in triomf, o dochter van Jeruzalem. Zie! Uw koning komt tot u. Hij is rechtvaardig, ja, gered; nederig en rijdend op een ezel, ja, op een volwassen dier, het jong van een ezelin. Maar die daden
van ontrouw doen Gods voornemen niet teniet. Absoluut niet! Want datgene wat op
Palmzondag 33 AD geen realiteit werd, zal zich alsnog voltrekken op de Helft
van de 70ste Jaarweek. Maar
ook dan zal de meerderheid der Joden handelen zoals hen hier, in de twee verzen
van Jeremia 2, wordt verweten. In plaats dat het Israël van de Eindtijd haar
toevlucht zal nemen tot YHWH, haar Elohim – uiteraard door tussenkomst van haar
ware Mashiach - zal ze steun zoeken bij de twee bij uitstek Satanische, God
vijandige, wereldse machten. Daarmee vervult ze ook de vv
12 en 13 van Jeremia 2 >> Ontzet
u hierover, hemelen! En huivert met zeer grote ontsteltenis, spreekt YHWH. Want mijn volk heeft twee boze daden bedreven: Mij, de bron van levend
water, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen; gebroken bakken,
die geen water houden.
GW 13107
≈≈ Op 1:6 >> En hij maakte
ons een koninkrijk, priesters voor zijn God en Vader − aan hem de
heerlijkheid en de macht tot in de eeuwen! Amen! Maar
of bovenstaande verwijten niet genoeg zijn, verschijnen er verder in Jeremia 2
zelfs vier verzen die, tezamen genomen, naar de
gebeurtenissen verwijzen die zich voordeden in de ‘lijdensweek’ volgend op
Palmzondag van 33 AD , t.w. in de morgen van de dag die naar de avond van 14 Nisan 33 AD zou leiden >>
Totaal GW 16007, overeenkomend met de GW van Lukas 22:10 >> Hij nu zei tot
hen: Zie, wanneer jullie de stad zijn binnengegaan, zal jullie een mens
tegemoetkomen die een aarden vat water torst; volgt hem in het huis waar hij
binnengaat.
Wat een betekenisvolle oproep aan het huidige Israël! De GW van dit tekstdeel is 15134, treffend overeenkomend met de strekking van Rm 8:32, ook met GW 15134. YHWH Elohim gaf zijn Zoon als verzoenend offer voor de hele mensheid >> Hoe zal hij, die zelfs de eigen Zoon niet spaarde maar hem voor ons allen overgaf, ons ook niet met hem alle dingen goedgunstig schenken?
Vers 23 is zeer betekenisvol. Waarom? a.) Omdat de uitdrukking leeg en woest ook wordt aangetroffen in Genesis 1:2. Want aldaar wordt de situatie met betrekking tot de aarde geschetst, qua tijd ver vóór er sprake was van de zes scheppingsperiodes >> De aarde nu was leeg en woest en er was duisternis op het oppervlak van [de] waterdiepte; en Gods geest bewoog over het oppervlak der wateren.
b.) Omdat in de context van Jr 4:23 sprake is van een oordeel door YHWH Elohim over Israël als een natie die van hem afvallig was geworden. Zie maar het voorafgaande vers (22): Want mijn volk is dwaas. Van mij hebben zij geen notitie genomen. Zij zijn onwijze zonen; en zij zijn niet degenen die verstand hebben. Wijs zijn zij om kwaad te doen, maar om goed te doen hebben zij feitelijk geen kennis.
Bijgevolg is de conclusie dat de aarde, voorafgaand aan de zes scheppingsperiodes, onder een oordeel van God verkeerde. En de grote vraag is uiteraard: Waarom kon dat gebeurd zijn?
Vrij algemeen wordt geopperd dat die deplorabele toestand alles te maken zou hebben gehad met de afvalligheid van één van Elohims geestelijke zonen; hij die later bekend kwam te staan als Satan [Tegenstrever] en Duivel [Lasteraar]. Dat grote kwaad van in verzet komen tegen God de Schepper moet dan in ieder geval plaats hebben gevonden ná hetgeen er geschiedde waarover we in Job 38:7 lezen: Toen de morgensterren tezamen zongen, en al de zonen Gods jubelden van vreugde. Namelijk bij de gelegenheid dat de aarde gegrondvest werd (vers 4).
Maar die opvatting lijkt in het licht van Ezechiël 28 moeilijk stand te houden, aangezien we daar lezen dat Satan in de Hof van Eden heeft verkeerd in de positie van beschuttende cherub, en pas daarna tot opstand tegen God verviel >> Je was onberispelijk in je wegen vanaf de dag dat je geschapen werd; totdat er onrechtvaardigheid in je werd gevonden. Bijgevolg blijft het onduidelijk waarom de aarde, voorafgaand aan de zes scheppingsperiodes, kennelijk onder een oordeel verkeerde.
GW 6809 ≈≈ 2Kn 10:24. Zeer zeker interessant omdat in dat Schriftdeel absoluut sprake is van een oordeel. En bovendien een oordeel in typologische zin. Wat destijds olv Jehu geschiedde zal zeker in de Eindtijd een grotere vervulling hebben tav alle moderne Baälisten >> Ten slotte gingen zij naar binnen om slachtoffers en brandoffers op te dragen, en Jehu stelde buiten tachtig man op over wie hij kon beschikken en zei vervolgens: Wat de man betreft die ontsnapt van de mannen die ik in jullie handen lever, de ziel van de een zal voor de ziel van de ander in de plaats gesteld worden.
2Kr 8:11 >> En Farao’s dochter werd door Salomo uit de Stad van David opgehaald naar het huis dat hij voor haar had gebouwd, want hij zei: Ofschoon zij een vrouw van mij is, dient zij niet in het huis van David, de koning van Israël, te wonen, want de plaatsen waar de ark van YHWH gekomen is, zijn iets heiligs.
Ef 3:2 >> Indien jullie tenminste hebben gehoord van het beheer van de liefderijke gunst Gods, welke mij met het oog op jullie gegeven werd. In verband met het mogelijke oordeel waarvan in Gn
1:2 sprake lijkt te zijn, willen we nog wijzen op Nahum waarin ook melding
wordt gemaakt van leegte en verlatenheid >>
GW 5584
≈≈ 1Kn 18:36 >> Nu gebeurde het op de tijd
waarop het graanoffer opstijgt, dat de profeet Elia naderbij
trad en zei: YHWH, de God van Abraham, Isaäk en Israël, laat het heden bekend
worden dat gij God zijt in
Israël en dat ik uw knecht ben en dat ik door uw woord al deze dingen heb
gedaan. Hn 26:28 >> Maar Agrippa zei tot Paulus: Gij zoudt mij in korte tijd overreden een christen te worden. Hb 4:5 >> En daarom
wederom: Indien zij in mijn rust zullen ingaan. De GW 2701 van
vers 10 is ook die van Gn 1:1 >> In het begin schiep God de hemel en de aarde. Het lijkt er daarom op dat YHWH Elohim ons in Nahum 2
wil terugleiden naar het scheppingsverslag in Genesis 1. Dat zou niet onlogisch zijn, want in vers 2 van Gn 1 lezen we blijkbaar over een vroege ramp in de
ontstaansgeschiedenis van de hemel en de aarde >> De aarde nu was leeg en woest en er was duisternis op
het oppervlak van [de] waterdiepte; en Gods geest bewoog over het oppervlak der wateren.
GW 7411
≈≈ Hn 23:24 >> Zorgt ook voor lastdieren, opdat zij Paulus
kunnen laten rijden en hem veilig naar de stadhouder Felix
kunnen overbrengen.
GW 11317 ≈≈ Lk 2:35 >> Ook zal door je eigen ziel een zwaard gaan, opdat de overwegingen uit vele harten blootgelegd worden.
Hn 10:3 >> Zo omstreeks het negende uur van de dag zag hij duidelijk in een visioen een engel van God bij zich binnenkomen, die tot hem zei: Cornelius!
Jk 1:19 >> Weet echter wel, mijn geliefde broeders, ieder mens moet vlug zijn om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn.
GW 16257 ≈≈ Mt 1:17 >> Alle geslachten dan van Abraham tot David waren veertien geslachten, en van David tot de wegvoering naar Babylon veertien geslachten, en van de wegvoering naar Babylon tot de Mashiach veertien geslachten.
GW 11507 ≈≈ Hn 19:36 >> Aangezien deze dingen daarom onbetwistbaar zijn, betaamt het jullie rustig te blijven en niet overijld te handelen.
Rm 10:3 >> Daar zij namelijk onwetend zijn van Gods rechtvaardigheid en de eigen rechtvaardigheid tot stand proberen te brengen, onderwerpen zij zich niet aan de rechtvaardigheid van God.
Fp 2:15 >> Opdat jullie onberispelijk en ongeschonden mogen worden, onbesproken kinderen van God te midden van een krom en verdraaid geslacht, onder wie jullie schijnen als lichtbronnen in de wereld.
GW 13938 ≈≈
Rm 11:2 God verstiet zijn volk dat hij tevoren kende
niet. Of weten jullie niet wat de Schrift zegt omtrent
Elia? Zoals hij bij God pleit tegen Israël.
En indien jullie mijn inzettingen
zullen verwerpen, en indien jullie ziel een afschuw zal hebben van
mijn rechterlijke beslissingen, zodat jullie niet al mijn geboden
doen en zo mijn verbond verbreekt… Zie het commentaar
op Jeremia 30.
GW 8477 ≈≈ Jh 10:34 >> Yeshua antwoordde hun: Staat er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: Gij zijt goden?
GW 5440 ≈≈ 1Kr
28:17 en Fp
2:14 >> Doet
alles zonder morren en discussies.
GW 7674 ≈≈ Mr 14:16 >> Hierop gingen de discipelen heen, en zij kwamen in de stad en vonden het precies zoals hij hun had gezegd; en zij bereidden het Pascha.
GW 9615 ≈ 1Ko 8:13.
Daarom, indien voedsel mijn broeder doet struikelen, zal ik in der eeuwigheid geen vlees meer eten, opdat ik mijn broeder niet tot struikelen breng.
GW 15192 ≈ 2Ko 1:1.
Paulus, een apostel van Messias Jezus door Gods wil, en Timotheüs de broeder, aan de Gemeente van God die in Korinthe is, tezamen met al de heiligen die in heel Achaje zijn.
GW 11007 ≈≈ Lk 9:36. Als onderdeel van het verslag over het transfiguratievisioen lezen we in vers 36 >> En toen de
stem klonk, werd Yeshua alleen bevonden. En zij bewaarden het stilzwijgen en
maakten aan niemand iets bekend in die dagen van wat zij hadden gezien. De spectaculaire gebeurtenis dat vrouwelijk manlijk zal omvangen, gaat dus al plaats vinden in Yeshua’s paroesie! Hoe moeten wij eea duiden?? Helder is dat er op etnisch Israël profetisch een beroep wordt gedaan om zich weer tot haar echtgenoot YHWH te keren, en zich niet langer tot andere "Baäls" te wenden. Bovendien moeten we bedenken dat dit een passage is binnen hoofdstuk 31, het hoofdstuk waarin het Nieuwe Verbond wordt aangekondigd (de vv. 31 t/m 34), dat bedoeld is om als een hernieuwd huwelijksverbond te dienen. Nu reeds weten wij bij voorbaat dat een getrouwe Rest op grond van die regeling tot een hernieuwde relatie zal geraken met YHWH God. We lezen ook Want YHWH schept iets nieuws op de aarde: Vrouwelijk zal manlijk omvangen. YHWH gaat dus in de Eindtijd iets totaal nieuws op aarde ‘scheppen’. Het zou ons niet verbazen als het nieuwe gezien moet worden in het licht van Genesis 1:27b, waar de oorspronkelijke tweedeling van de eerste mens beschreven wordt. Het lijkt er op dat die aanvullende scheppingsdaad – waarover wordt uitgeweid in Genesis 2:21-22 - zal worden ‘teruggedraaid’. Zie ook >> De schepping in barensnood.
GW 10512 ≈ Mt 8:3; Hn 14:2; 2Ko 5:18.
Daarop strekte hij [de] hand uit, raakte hem aan en zei: „Ik wil het. Word rein.” (Mt 8:3). Maar de Joden die niet geloofden, hitsten de zielen der mensen uit de natiën op en beïnvloedden hen ten kwade tegen de broeders (Hn 14:2).
Maar alle dingen uit God die ons met zichzelf verzoende door [de] Messias, en die ons de bediening der verzoening gaf (2Ko 5:18).
GW 13259 ≈ Mt 5:13; 2Tm 1:8.
GIJ zijt het zout der aarde; maar indien het zout zijn kracht verliest, hoe zal het dan zijn zoutheid terugkrijgen? Het is nergens meer bruikbaar voor dan om naar buiten geworpen te worden ten einde door de mensen te worden vertrapt (Mt 5:13).
Schaam
je dan niet voor het getuigenis van onze Heer, noch voor mij, zijn gevangene,
maar lijd mede kwaad voor het Evangelie, naar kracht van God (2Tm 1:8). In Jeremia 31 wordt op etnisch Israël profetisch een beroep gedaan om zich weer tot haar echtgenoot YHWH te keren, en zich niet langer tot andere "Baäls" te wenden (de vv 21, 22 en 23). Het Nieuwe Verbond dat hier wordt aangekondigd, is in dat verband bedoeld om als een hernieuwd huwelijksverbond te dienen tussen YHWH Elohim en zijn Vrouwnatie. Nu reeds weten wij bij voorbaat dat slechts een getrouwe Rest op grond van die regeling tot een hernieuwde relatie zal geraken met YHWH God. Zie: Jesaja 10:5-34. Bovendien komen we hier te weten dat YHWH Elohim iets totaal nieuws op aarde zal scheppen. Het zou niet vreemd zijn als het nieuwe gezien moet worden in het kader van het Nieuwe Verbond. De twee passages bevinden zich binnen een zelfde context. Gezien Yeshua’s aankondiging in Lukas 20, dat er in het Millenniumrijk van de Messias niet meer gehuwd zal worden houden wij het zeker niet voor onmogelijk dat de oorspronkelijke tweedeling van de eerste mens, in manlijk en vrouwelijk zal worden ‘teruggedraaid’. Zie: De opstanding. In de laatste Jaarweek voor Israël,
de 70ste, zullen, naar het ons toeschijnt
op grond van het bovenstaande, (bijna) ongelooflijk grootse gebeurtenissen gaan
plaats vinden. En om een en ander nog ‘dramatischer’ te laten schijnen, mogen
we op dit punt de lezer wellicht ook nog attenderen op de gematriastudie Rechter Ibzan. Damaskus en Elam
De totale GW van die vijf verzen bedraagt 13546, wat overeenkomt met de GW van Hn 13:8 >> Maar Elymas, de tovenaar - zo wordt zijn naam in feite vertaald
- ging hen tegenwerken en probeerde de proconsul van het geloof af te
keren. Naar de toekomst toe laat ons dat zien dat de ondergang van Damaskus zal geschieden ten tijde van demoneninvloed. Daarbij denken we dan uiteraard aan het verschijnen van de demonische Antichristelijke Eindtijdmacht! Mochten de gebeurtenissen zich ontvouwen zoals
hierboven is aangegeven, dan lijkt het onwaarschijnlijk dat Damaskus nog vóór
de Opname van de Gemeente wordt verwoest. De verwoestende macht kan immers pas
verschijnen ná de Opname!
GW 12075 ≈≈ Jh 21:1 >> Na deze dingen vertoonde Yeshua zich wederom aan de leerlingen bij de zee van Tiberias; maar hij vertoonde zich als volgt.
En Hn 13:42 >> Toen zij nu naar buiten gingen, verzochten de mensen voorts dringend dat er de volgende sabbat over deze zaken tot hen gesproken zou worden. -.-.-.-
-.-.-.-
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© 2011 RMS.x95 - All rights reserved. |