In Jesaja 3
kondigt YHWH Elohim voor onze tijd, met name voor de
70ste Jaarweek, aan dat velen die in het verleden - en ook nog tot
in tijden die betrekkelijk kort achter ons liggen – als gerespecteerde
personages golden op allerlei terreinen van het leven, door een opkomende,
strijdlustige jeugd naar de achtergrond zullen worden gedrongen. Ja, erger nog,
zij zullen door die ‘betwetende’ jongeren veracht
worden, in de mening verkerend dat juist die ‘experts’ hun toekomst geruïneerd
hebben door zaken als milieuvervuiling, klimaatontwrichting, etc!
En ik zal knapen tot hun
vorsten maken, en louter willekeur zal over hen heersen.
Ruth 2:6 heeft ook GW 2811 >> De jongeman dan die over de oogsters gesteld was, antwoordde en zei: De jongevrouw is een Moabitische,
die met Naomi is teruggekeerd uit het veld van Moab.
Dit
laat zien dat we, qua tijd der profetie, ons in de Eerste [70ste]
Weekhelft bevinden.
GW 8009 +
2811 = 10820 ≈≈ Hn 16:23 [als het
gepeupel de vrije hand wordt gelaten] >> Na hun vele slagen te hebben toegediend, wierpen zij hen in
de gevangenis en gaven de gevangenbewaarder bevel hen zorgvuldig te bewaken.
En het volk zal werkelijk de
een de ander, ja, elk zijn naaste, tiranniseren. Zij zullen losstormen, de
knaap op de grijsaard, en de geringgeachte op de
geëerde.
Js 64:8 heeft ook GW 2679.
In die
dagen zullen er ook gelovigen onder de Joden zijn die zeggen: En nu, YHWH, gijzijt onze Vader. Wij zijn
het leem, en gijzijt onze
Pottenbakker; en wij allen zijn het werk van uw hand.
GW 10820 +
2679 = 13499 ≈≈ Op 9:5 >> En het werd hun [de demonische sprinkhanen die in
de Eindtijd tijdelijk bevrijd worden uit Tartarus] niet gegeven hen [de mensen die het zegel van God
niet op hun voorhoofden hebben] te doden, maar vijf
maanden te pijnigen en hun pijniging als pijniging van een schorpioen wanneer
hij een mens slaat.
Wanneer iemand zijn broeder
aangrijpt in het huis van zijn vader: Jij hebt een mantel. Een
aanvoerder moet jij voor ons worden, en deze puinhoop moet onder jouw
hoede zijn.
GW 13499 +
4436 = 17935 ≈≈ Hb 7:5 >> En zij die uit de zonen van Levi
het priesterambt ontvangen, hebben weliswaar het gebod om naar de Wet tienden
te heffen van het volk - dat is van hun broeders - hoewel zij uit de lende van
Abraham zijn voortgekomen.
Wanneer iemand zijn broeder
aangrijpt in het huis van zijn vader: Jij hebt een mantel. Een
aanvoerder moet jij voor ons worden, en deze puinhoop moet onder jouw
hoede zijn.
Hij zal op
die dag uitroepen en zeggen: Ik zal geen wondenverbinder
worden; en in mijn huis is brood noch mantel. Jullie moeten mij niet tot aanvoerder over het volk
aanstellen.
GW 7667 ≈≈ Ez 9:6 >> Grijsaard, jongeling en maagd en klein kind en vrouwen
moeten jullie doden — ten verderve. Maar nadert
geen enkele man op wie het kenteken is, en bij mijn heiligdom moeten jullie
beginnen. Dus begonnen zij bij de oudsten die vóór het Huis waren.
En het volk zal werkelijk de
een de ander, ja, elk zijn naaste, tiranniseren. Zij zullen losstormen, de
knaap op de grijsaard, en de geringgeachte op de
geëerde.
Wanneer iemand zijn broeder
aangrijpt in het huis van zijn vader: Jij hebt een mantel. Een
aanvoerder moet jij voor ons worden, en deze puinhoop moet onder jouw
hoede zijn.
Hij zal op
die dag uitroepen en zeggen: Ik zal geen wondenverbinder
worden; en in mijn huis is brood noch mantel. Jullie moeten mij niet tot aanvoerder over het volk
aanstellen.
GW 10346≈≈ Mt 27:51 >> En zie! het gordijn van het heiligdom scheurde van boven tot
onder in tweeën, en de aarde beefde, en de rotsen spleten vaneen.
In de 70ste Week
dienen oprechte Joodse mensen dáárop acht te slaan! En bijgevolg Yeshua
erkennen, zowel als hun ware Masjiach als hun Loskoper van de dood. Hij die zijn ziel gaf in ruil voor velen. (Mt 20:28).
Hij zal op
die dag uitroepen en zeggen: Ik zal geen wondenverbinder
worden; en in mijn huis is brood noch mantel. Jullie moeten mij niet tot aanvoerder over het volk
aanstellen.
GW 5986≈≈ Gn 22:3
>> Abraham stond dus
’s morgens vroeg op en zadelde zijn ezel en nam twee van zijn
bedienden en zijn zoon Isaäk met zich mee; en hij kloofde het hout voor
het brandoffer. Toen stond hij op en begaf zich op weg naar
de plaats die God hem genoemd had.
En Jz
2:13 >> Dat jullie mijn
vader en mijn moeder en mijn broers en mijn zusters en allen die bij hen horen,
in leven laten, en onze ziel van de dood bevrijden.
Hun onbeschaamdheid getuigt
tegen hen, en hun zonde als die van Sodom
verkondigen zij onverholen. Wee hun ziel! Want zij berokkenen zichzelf
onheil.
Jr 13:14 [eveneens met GW 3038] toont Elohim’s
gerechte reactie op zulke onbeschaamdheden >>
En ik wil hen
te pletter slaan, de een tegen de ander, vaders en
zonen terzelfder tijd, luidt het woord van YHWH. Ik zal geen mededogen tonen,
noch sparen, noch barmhartig zijn, dat ik hen niet zou verderven.
Zegt dat het goed zal gaan
met de rechtvaardige, want de vrucht van hun daden zullen zij eten.
Deze
waarheid wordt krachtig bevestigd ivm ‘de man Job’.
In Job 42:17 [ook met GW 1110] lezen we immers >> En
ten slotte stierf Job, oud en verzadigd van dagen.
Het voorafgaande vers 16 vermeldt >> En Job [als YHWH’sEbed; voorafbeelding
van Elohim’sEbed Israël]
leefde daarna nog honderd veertig jaar en kreeg
zijn zonen en zijn kleinzonen te zien — vier geslachten.
En zeven
vrouwen zullen op die dag werkelijk één man aangrijpen en zeggen: Wij
zullen ons eigen brood eten en onze eigen mantels dragen; mogen wij slechts
naar jouw naam genoemd worden, om onze smaad weg te nemen.
Op die dag zal wat YHWH doet
uitspruiten, tot sieraad en tot heerlijkheid worden, en de vrucht
van het land zal iets zijn om trots op te zijn en iets luisterrijks
voor degenen van Israël die zijn ontkomen.
En het moet geschieden dat
er van degenen die overblijven in Sion en van degenen die worden
overgelaten in Jeruzalem, gezegd zal worden dat zij heilig voor hem
zijn, een ieder die ten leven is opgeschreven in Jeruzalem.
GW 12286
≈≈ Mt 13:43 >> In die tijd zullen de rechtvaardigen zo helder
schijnen als de zon in het koninkrijk van hun Vader. Wie oren heeft,
hij luistere.
Wanneer YHWH de uitwerpselen
van de dochters van Sion zal hebben weggewassen en hij zelfs het
bloedvergieten van Jeruzalem uit haar midden zal wegspoelen door de geest van
gericht en door de geest van verbranding,
dan zal YHWH stellig over
elke vaste plaats van de berg Sion en over haar plaats van samenkomst een
wolk bij dag en een rook scheppen, en het schijnsel van een vlammend vuur bij
nacht; want over alle heerlijkheid zal een beschutting zijn.
dan zal YHWH stellig over
elke vaste plaats van de berg Sion en over haar plaats van samenkomst een
wolk bij dag en een rook scheppen, en het schijnsel van een vlammend vuur bij
nacht; want over alle heerlijkheid zal een beschutting zijn.
En er zal een hut komen tot
schaduw des daags tegen de droge hitte, en tot een toevlucht en tot een
schuilplaats tegen de slagregen en tegen de neerslag.
GW 5273
≈≈ Rc 6:28 >> Toen de mannen van de stad als gewoonlijk ’s morgens
vroeg opstonden, zie! daar was het altaar van Baäl
afgebroken, en de heilige paal die ernaast stond, was omgehakt, en de
tweede jonge stier was op het altaar dat er was gebouwd, geofferd.
En 1Kn 10:2 >> Ten slotte
arriveerde zij te Jeruzalem met een zeer indrukwekkend
gevolg, kamelen die beladen waren met balsemolie en zeer veel
goud en edelstenen; en zij kwam vervolgens bij Salomo en sprak toen tot hem
alles wat haar na aan het hart lag.
YHWH
der legerscharen — Hém moeten jullie als heilig beschouwen, en Hij
dient het voorwerp van jullie vrees te zijn, en Hij dient het te
zijn die jullie doet beven.
En
Hij moet tot een heilige plaats worden; maar tot een Steen waaraan men zich stoot
en tot een rots waarover men struikelt voor de beide Huizen van Israël, tot
een val en tot een strik voor de inwoners van Jeruzalem.
GW 9259
≈≈ Lk21:25 >> En er zullen tekenen
zijn in zon en maan en sterren, en op de aarde beklemming der natiën, in
verbijstering vanwege rumoer van zee en branding.
GW 6481
≈≈ Jh 3:6 >> Wat uit het vlees is geboren, is vlees, en wat uit de geest
is geboren, is geest.
De bekende, noodzakelijke wedergeboorte
welke Israël als natie nog moet ervaren in de Eindtijd.
Nikodemus,
een Farizeeër en regeerder onder de Joden, kende dienaangaande niet echt goed
zijn Bijbel!
Vroeg in zijn bediening bracht Yeshua,
tijdens zijn nachtelijk onderhoud met Nikodemus, de leer der
wedergeboorte ter sprake. In Jh 3:1-10 kunnen
we daarover nog steeds het nodige lezen. En we stellen daarbij vast dat Yeshua
de Joden toen al wees op de noodzaak van wedergeboorte of wederverwekking
ten einde het Messiasrijk te kunnen binnengaan, of te beërven:
Nu was er een mens uit de Farizeeën, zijn naam was
Nikodemus, een overste der Joden; deze kwam 's nachts bij hem en zei tot hem:
"Rabbi, wij weten dat jij van God bent gekomen als leraar; want niemand
kan deze tekenen doen die jij doet, tenzij God met hem is". Ten antwoord zei Yeshua tot hem: "Voorwaar, voorwaar,
ik zeg je: indien iemand niet van
boven verwekt wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien". Nikodemus zei tot hem: "Hoe kan een mens
verwekt worden als hij oud is? Hij kan toch niet een tweede maal in de schoot
van zijn moeder ingaan en geboren worden?" Yeshua antwoordde:
"Voorwaar, voorwaar, ik zeg je: indien
iemand niet verwekt wordt uit water en geest, kan hij niet binnengaan in het
koninkrijk van God. Wat uit het vlees verwekt is, is vlees; en wat uit de geest
verwekt is, is geest. Verwonder je niet
dat ik tot je zei: Jullie moeten van
boven verwekt worden". (Jh 3:1-7)
Zoals we verderop
in dat verslag lezen moest Yeshua Nikodemus terechtwijzen aangezien hij, een
leraar van Israel, niet bekend bleek te zijn met
het profetische Woord waarin die noodzaak tot wederverwekking al veel eerder
was vastgelegd. Zoals bijvoorbeeld in Ez
36:22-28 (wv78-95) >>
Zeg
daarom tegen het volk van Israël: "Zo spreekt YHWH de Heer: Ik ga
ingrijpen, doch niet omwille van u, maar omwille van mijn heilige naam, die
door u geschonden is bij de volken waar u terechtgekomen bent. Ik zal voor mijn
grote naam, die geschonden is onder de volken, die u bij hen geschonden hebt,
weer eerbied afdwingen. Door u zal ik aan de volken
tonen dat ik de Heilige ben; zo zullen ze erkennen dat ik YHWH ben – godsspraak
van YHWH de Heer. Ik zal u terugvoeren uit de volken, u samenbrengen uit alle
landen en u leiden naar uw eigen grond. Ik zal u met zuiver water besprenkelen
en u zult rein worden van al uw oneerlijkheid en van al uw afgoderij zal ik u
reinigen. Ik zal u een nieuw hart
geven en een nieuwe geest in u uitstorten;
ik zal het stenen hart uit uw lichaam verwijderen en u een hart van vlees
geven. Mijn geest zal ik in u
uitstorten en ik zal ervoor zorgen dat u
mijn wetten nakomt en mijn voorschriften nauwkeurig onderhoudt. U zult wonen in
het land dat ik aan uw vaderen gegeven heb; u zult mijn volk zijn en ik zal uw
God zijn.
Zie! Ik
en de kinderen die YHWH mij gegeven heeft, zijn tot tekenen en tot wonderen
in Israël vanwege YHWH der legerscharen, die verblijf houdt op de berg Sion.
En
ingeval men tot jullie zou zeggen: Wendt je tot de spiritistische
mediums of tot hen die een voorspellende geest hebben, die daar piepen en op
gedempte toon iets uitbrengen — zal een volk zich niet tot zijn God
wenden? Voor de levenden tot de doden?
GW 8261
≈≈ Jh 1:4 >> In hem was leven, en het leven was het licht der mensen.
Mashiach
Yeshua is weer de centrale figuur. In Hebreeën 2:11-13 wijst de geïnspireerde
schrijver op een intieme relatie tussen Yeshua en zijn Joodse broeders. Aldus: Want zowel hij die heiligt als zij die geheiligd
worden, [stammen] allen uit één [Yeshua;
op grond van zijn offerdood]; om welke reden hij zich niet schaamt hen broeders te noemen.
Ten einde in Gods voornemen de
redding van zijn (Joodse) broeders te bewerken en hen tot heerlijkheid te
leiden - d.i. hen tot een positie van uitnemendheid als Gods zonen te brengen -
moeten zij geheiligd worden.
In het
bijzonder in de Eindtijd zal het volk Israël voor een beslissende keuze worden
geplaatst: Opteren zij voor hun Joodse broeder bij uitnemendheid, Yeshua
Mashiach, of voor zijn demonische tegenstanders, met name
voor de fake Mashiach, de demonische Antimashiach?
En
ingeval men tot jullie zou zeggen: Wendt je tot de spiritistische
mediums of tot hen die een voorspellende geest hebben, die daar piepen en op
gedempte toon iets uitbrengen — zal een volk zich niet tot zijn God
wenden? Voor de levenden tot de doden?
GW 3543 is ook die
van 2Kn 1:8, waar we over de profeet Elia lezen
>>
Zij dan zeiden tot hem:
Een man in het bezit van een haren kleed, met een
leren gordel om zijn lendenen gegord. Onmiddellijk zei hij: Het was Elia, de Tisbiet.
Elia, en zijn opvolger
Elisa, werden in hun dagen zwaar geconfronteerd met
de ontaarde Baälaanbidding.
Op de Karmel, ten tijde van de vuurproef door Elia, luidde de strijdvraag: Wie is de ware God?
YHWH of Baäl? Maar in de Elisafase
kwam elke individuele Israëliet in beeld: Was je een aanbidder en
dienaar van YHWH, of misschien toch van Baäl? Gen enkele
Israëliet kon onder die strijdvraag vandaan; elkeen moest
zich dienaangaande openlijk identificeren!
De aanbidders
van Baäl werden door Jehu, in het gezelschap
van Jonadab, heel specifiek daartoe gedwongen:
Getooid in hun speciale kledij het Huis van Baäl binnengaan en aan
de gebruikelijke ceremoniën deelnemen. Maar Jehu’s
bevel aan zijn manschappen luidde: Slaat hen neer! Laat er niet één
uitgaan.
Bijgevolg ontkwam
geen enkele aanbidder van Baäl aan de dood en Baäls Huis werd afgebroken. Aldus verdelgde Jehu Baäl uit Israël, lezen wij dan
ook in het goddelijke verslag.
Uit onze context
blijkt dat zich in de Eindtijd binnen Israëls religieuze gemeenschap wederom
een uitbarsting zal voordoen van een met de vroegere Baalcultus te
vergelijken afgodische eredienst.
Hoe kan dat gebeuren?
Omdat men binnen het orthodox judaïsme
onveranderlijk afkerig zal blijven van Yeshua als hun ware Masjiach. Het
gevolg zal zijn dat zij ‘slachtoffer’ zullen worden van de demonische Antimasjiach.
Tot
de wet en tot het formele getuigenis! Voorwaar, zij zullen blijven zeggen wat
overeenkomstig deze verklaring is, die geen licht
van de dageraad zal hebben.
GW 6383
≈≈ Mt 20:33 >> Zij zeiden tot hem: Heer, laat onze ogen geopend worden.
En
2Ko 6:1 >> Maar als medearbeiders
roepen ook wij op om Gods liefderijke gunst niet tevergeefs te ontvangen.
Alsook
Ef 4:19 >> Zij
zijn degenen die zichzelf in hun zedelijke verdoving hebben overgegeven aan de
losbandigheid om in hebzucht allerlei onreinheid te bedrijven.
Tot
de wet en tot het formele getuigenis! Voorwaar, zij zullen blijven zeggen wat
overeenkomstig deze verklaring is, die geen licht
van de dageraad zal hebben.
En
ieder zal stellig zwaar gedrukt en hongerig door het land trekken. En het
moet geschieden dat hij, omdat hij honger lijdt en verontwaardiging bij zich
heeft laten opkomen, zijn koning en zijn God werkelijk kwaad zal toewensen en
stellig zijn blik naar boven zal wenden.
GW 7197
≈≈ Er 9:8 >> En nu is er
voor een kort ogenblik gunst gekomen van de zijde van YHWH, onze God, door voor
ons ontkomenen over te laten en door ons een pin te geven in zijn heilige
plaats, om onze ogen te doen stralen, o onze God, en om ons een kleine
opleving te geven in onze dienstbaarheid.
En
ook Jh 19:30 >> Toen Yeshua nu de zure wijn had ontvangen, zei hij: Het is
volbracht, en hij boog zijn hoofd en gaf [zijn] geest over.
Schaft
raad, voltrekt de beslissing. Maak op de volle middag uw schaduw net als de
nacht. Verberg de verdrevenen; verraad niemand die vlucht.
GW 3757 is bijzonder omdat het getal het
aantal jaren vertegenwoordigt tussen 2266 (de tijdrekening op grond van
Israëls – Jakob - geboorte) en 6023 AM, het jaartal dat aangeeft
Mogen
mijn verdrevenen zelfs in u, Moab, als
vreemdelingen vertoeven. Word een schuilplaats voor hen wegens degene die met
geweld plundert. Want de verdrukker is aan zijn eind gekomen, de gewelddadige
plundering is geëindigd, degenen die vertrapten, zijn van de aarde verdwenen.
En
nu heeft YHWH gesproken en gezegd: Binnen
drie jaar, naar de jaren van een
loonarbeider, moet de heerlijkheid van Moab ook te
schande worden gemaakt met veel tumult van elke soort, en zij die
overblijven, zullen onbeduidend weinigen zijn, niet
machtig.
GW 7656≈≈ 2Pt 2:9 >> Dan weet de Heer godvruchtigen uit beproeving te bevrijden
[zoals in het geval van Lot], maar onrechtvaardigen
te bewaren voor een dag van oordeel om afgesneden te worden.
En ik wil Egypte overgeven
in de hand van een harde meester, en sterk zal de koning zijn die over
hen zal heersen, luidt het woord van de Heer, YHWH der
legerscharen.
De kale biezen aan de rivier
de Nijl, aan de monding van de rivier de Nijl, en elk zaailand van de rivier de Nijl zal verdrogen. Het zal stellig verwaaien en het zal
niet meer zijn.
GW 9681
≈≈ Mt 26:2 >> Jullie weten dat over twee dagen het Pascha
plaatsvindt, en de Mensenzoon overgeleverd moet worden om aan een
paal te worden gehangen.
En ook 1Th 5:10 >> Want
God bestemde ons niet tot gramschap maar tot verkrijging van redding door onze
Heer Jezus Messias, [10] die stierf ten
behoeve van ons opdat wij, hetzij wij waken hetzij slapen, tezamen
met hem zouden leven.
Vers
10 bevat opnieuw een verwijzing
naar de Opname van Yeshua’s Gemeentelichaam; zoals
eerder in de verwante tekst 1Th 4:17.
Ná die verdwijning van het aardse toneel - door de ‘wegrukking’ - zal die harde meester [de Antichristelijke
macht van de Eindtijd] zijn entree maken op het wereldtoneel, afgebeeld door
Egypte.
En de vissers zullen moeten treuren, en allen die
vishaken in de rivier de Nijl werpen, moeten
droefheid tot uitdrukking brengen, en zelfs zij die visnetten uitspreiden
over de oppervlakte van het water zullen werkelijk verkwijnen.
De vorsten van Zoan zijn inderdaad dwaas. Wat de wijzen van Farao’s
raadslieden betreft, [hun] raad is iets onredelijks. Hoe
zullen jullie tot Farao zeggen: Ik ben de zoon van wijzen, de zoon van
koningen uit de oudheid?
De vorsten van Zoan hebben dwaas gehandeld, de vorsten van Nof zijn bedrogen, de voornaamste mannen van
haar stammen hebben Egypte op een doolweg geleid.
YHWH zelf heeft in haar midden
de geest van ontsteltenis gemengd; en zij hebben Egypte op een doolweg
geleid in al zijn werk, net zoals een beschonkene
ertoe wordt gebracht in zijn uitbraaksel om te dolen.
GW 13297
≈≈ Mr 7:3 >> Want de Farizeeën en alle Joden eten niet zonder eerst hun
handen tot aan de elleboog te hebben gewassen, daar zij vasthouden aan de
overlevering van de mannen uit vroeger tijden.
En ook Jh
7:18 >> Wie uit zichzelf spreekt,
zoekt zijn eigen heerlijkheid; wie daarentegen de
heerlijkheid zoekt van degene die hem zond, die is waarachtig, en er is
geen onrechtvaardigheid in hem.
Op die dag zal Egypte worden
als vrouwen, en het zal stellig beven en in angst verkeren wegens het
zwaaien van de hand van YHWH der legerscharen, die hij ertegen zwaait.
En Juda’s
bodem moet voor Egypte een reden tot waggelen worden. Iedereen tegenover
wie men er melding van maakt, verkeert in angst wegens het raadsbesluit
van YHWH der legerscharen, dat hij tegen hem neemt.
GW 11016≈≈ 2Ko 9:14 >> En in hun smeking
voor jullie verlangen zij vurig naar jullie vanwege de allesovertreffende
liefderijke gunst van God over jullie.
Op die dag zullen er vijf
steden in het land Egypte blijken te zijn die de taal van Kanaän spreken
en bij YHWH der legerscharen zweren. De Stad der Zon zal één [ervan] worden genoemd.
En het moet tot een teken en
tot een getuige voor YHWH der legerscharen blijken te zijn in het land Egypte; want
zij zullen luid tot YHWH roepen wegens de verdrukkers, en hij zal hun
een Redder zenden, ja, een grote, die hen werkelijk zal bevrijden.
En het moet tot een teken en
tot een getuige voor YHWH der legerscharen blijken te zijn in het land Egypte; want
zij zullen luid tot YHWH roepen wegens de verdrukkers, en hij zal hun
een Redder zenden, ja, een grote, die hen werkelijk zal bevrijden.
En YHWH
zal de Egyptenaren stellig bekend worden; en de Egyptenaren moeten YHWH
op die dag kennen, en zij moeten slachtoffer en gave brengen en moeten
YHWH een gelofte doen en die betalen.
GW 8171
≈≈ Jh 14:20 >> Op die dag zullen jullie weten dat ik in mijn Vader ben
en jullie in mij zijn en ik in jullie ben.
Eb 2Ko 1:16 >> En via jullie doorreizen naar Macedonië, en weer vanuit
Macedonië naar jullie toe komen, en door jullie op weg geholpen worden naar Judea.
En YHWH zal Egypte stellig
een slag toebrengen. Er zal een slag worden toegebracht en een genezing zijn; en
zij moeten terugkeren tot YHWH, en hij moet zich door hen laten verbidden en hen genezen.
Op die dag
zal er een hoofdweg komen van Egypte naar Assyrië, en Assyrië zal
werkelijk in Egypte komen en Egypte in Assyrië; en zij zullen stellig dienst
verrichten, Egypte met Assyrië.
want YHWH der legerscharen
zal het gezegend hebben, doordat hij zal zeggen: Gezegend zij mijn volk,
Egypte, en het werk mijner handen, Assyrië, en
mijn erfdeel, Israël.
Jesaja 27 moet wel bijzonder zijn
op grond van Spaak 27
van het Bijbelwiel; t.w.
5 Deuteronomiumה 27
Daniël
49
Efeziërs
Vers 1, beginnend met Op die dag, grijpt duidelijk terug op wat
direct voorafging in hdst 26, t.w. Js 26:20 >>
Kom, mijn
volk, ga in uw binnenkamers, en sluit uw deuren achter u; verberg u een korte
tijd, tot de gramschap over is. Want zie! YHWH komt uit zijn plaats te voorschijn
om de bewoner van het land rekenschap te vragen van diens dwaling, en het land
zal stellig zijn bloedvergieten aan het licht brengen en het zal zijn
gedoden niet langer bedekken.
Met de zeer korte tijd wordt
gedoeld op de noodzaak dat het Overblijfsel der Joden zich verbergt voor de
oordeelsvoltrekking op Gods Grote Dag. YHWH Elohim komt dan namelijk
rekenschap vragen aan dat deel van het Joodse volk dat zich in de Laatste
dagen niet heeft laten vermurwen zich gewonnen te geven aan hun eigen Masjiach, de ware: Yeshua.
Omdat zij zullen kiezen voor de
demonische Antichrist en hem ten einde toe zullen aanhangen,
brengt YHWH over die halsstarrigen wat zij volgens hun
'dwaling' verdienen, te meer omdat er tijdens het schrikbewind van die
Pseudomasjiach rechtvaardig bloed zal worden vergoten. Die antichristelijke
Macht zal onder het zinnebeeld van Leviathan, de
glijdende, kronkelende slang zélf rechterlijke
aandacht van de hemel krijgen. YHWH Elohim zal met zijn hard,
groot en sterk zwaard dat monster dat in de zee
is ter dood brengen.
Op die dag zal YHWH met zijn hard en groot en sterk zwaard zijn aandacht richten op
Leviathan, de glijdende slang, ja, op Leviathan, de kronkelende slang, en hij
zal het zeemonster dat in de zee is, stellig doden.
Zingt haar op
die dag toe: Een wijngaard van mousserende wijn!
De
vv 1 + 2 >> 5576 + 548 = 6124 ≈≈
Ex 3:7 >> En YHWH voegde eraan toe:
Ontegenzeglijk heb ik de ellende van mijn volk, dat in Egypte is, gezien, en
ik heb hun luide geroep ten gevolge van degenen die hen tot werken aandrijven, gehoord; want ik weet terdege wat voor smarten
zij lijden.
Ik, YHWH, beveilig haar. Elk ogenblik
zal ik haar drenken. Opdat niemand zijn aandacht tegen haar richt, zal ik
haar zelfs nacht en dag beveiligen.
Israëls
Overblijfsel zal in de Tweede helft van de 70ste Jaarweek door
YHWH, hun Elohim, met grote geestelijke voorspoed gezegend worden. Niet onlogisch
uiteraard, aangezien dan de zegenrijke effecten van het Nieuwe Verbond in de
leden van die Rest tastbare werkelijkheid zullen worden. Hun geestelijk
arbeidsterrein zal dan de kenmerken vertonen van een zeer bloeiende wijngaard
van mousserende wijn, welke door YHWH Elohim zelf zowel beveiligd als
gedrenkt zal worden!
Een
en ander zien we terug in de gematria van de vv 1 +
2 + 3 >> 5576 + 548 + 2163 = 8287
≈≈ Tt 3:4 >> Maar toen de goedgunstigheid en de mensenliefde van onze
Redder, God, openbaar werd,
Laat hij anders mijn vesting
aangrijpen, laat hij vrede met mij sluiten; vrede sluite
hij met mij.
De
vv 2 + 3 + 4 + 5 >> 548 + 2163 + 3150 + 1869
= 7730
≈≈ Js 51:6 >> Heft jullie ogen naar de hemel zelf, en ziet
naar de aarde beneden. Want zelfs de hemel moet in flarden uiteenvallen net
als rook, en als een kleed zal de aarde zelf verslijten, en haar bewoners
zelf zullen sterven als louter een mug. Maar wat mijn redding betreft, die
zal zelfs tot onbepaalde tijd blijken te zijn, en mijn rechtvaardigheid zal
niet verbroken worden.
In de komende [dagen] zal Jakob wortel schieten, Israël bloesems
dragen en werkelijk uitspruiten; en zij zullen de oppervlakte van het
productieve land eenvoudig met opbrengst vullen.
De
vv 3 + 4 + 5 + 6 >> 2163 + 3150 + 1869 + 3203 = 10385
≈≈ 2Kr 13:11 >> En elke
ochtend en elke avond laten zij voor YHWH brandoffers in rook opgaan, alsook
welriekend reukwerk; en de stapels brood zijn op de tafel van zuiver [goud],
en de gouden lampenstandaard is er en zijn
lampen, om elke avond te ontsteken; want wij nemen de plicht jegens YHWH, onze God, in acht, maar jullie hebben
hem verlaten.
De vv 5 + 6 >> 1869
+ 3203 = 5072≈≈ 1Kr 21:23
>> Toen zei David tot Ornan: Geef mij
toch de plaats van de dorsvloer, opdat ik daarop een altaar voor YHWH kan
bouwen. Geef ze mij voor het volle geldbedrag, opdat de gesel over
het volk gestuit moge worden. [23] Maar Ornan zei tot David: Neem die voor u, en laat mijn heer
de koning doen wat goed is in zijn eigen ogen. Zie, ik geef werkelijk de
runderen voor brandoffers en de dorsslede voor het
hout en de tarwe als graanoffer. Werkelijk, dat alles geef ik.
Alsook
Js 66:24 >> En zij zullen werkelijk naar buiten gaan [tijdens
het Millenniumrijk van de Masjiach] en de lijken
aanschouwen van de mannen die tegenover mij overtredingen begingen; want de
wormen zelf op hen zullen niet sterven en hun vuur zelf zal niet uitgeblust
worden, en zij moeten iets weerzinwekkends voor alle vlees worden.
Met een schrikaanjagende kreet zult gij met haar twisten wanneer gij haar wegzendt. Hij moet [haar] verdrijven door zijn harde wind op de
dag van de Oostenwind.
Daarom zal hierdoor de dwaling van
Jakob worden verzoend, en dit is de ganse vrucht [wanneer] hij zijn zonde wegneemt, wanneer hij alle
altaarstenen maakt gelijk verpulverde kalkstenen, zodat de heilige palen en
de reukwerktafels niet zullen verrijzen.
De vv 6 + 7 + 8 + 9
>> 3203 + 1293 + 1998 + 4543 = 11037
≈≈ Mt 11:21 >> Wee u, Chorazin!
Wee u, Bethsaïda!, want indien de krachtige
werken die in jullie zijn geschied, in Tyrus en Sidon waren geschied, zouden ze reeds lang geleden in zak en as berouw hebben gehad.
Want de versterkte stad zal eenzaam
zijn, de weidegrond aan zichzelf overgelaten en verlaten als een wildernis.
Daar zal het kalf weiden, en daar zal het zich neerleggen; en hij zal
werkelijk haar grote takken verteren.
Wanneer haar takjes zijn verdord,
zullen vrouwen die er komen, [ze] afbreken [en] ze aansteken. Want het is geen volk met
een scherp verstand. Daarom zal zijn Maker het geen
barmhartigheid betonen, en zijn eigen Formeerder zal het geen gunst betonen.
De vv
10 +11 >> 3125 + 5568 = 8693
≈≈ Nm 13:32 >> En zij bleven tegenover de zonen van Israël een slecht
bericht uitbrengen over het land dat zij hadden verspied, door te zeggen: Het
land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een land dat zijn
bewoners verslindt; en al het volk dat wij in het midden ervan hebben gezien,
bestaat uit mannen van buitengewone afmetingen.
En het moet geschieden op die dag, dat
YHWH [de vrucht] zal
afslaan, vanaf de snelvlietende stroom van de Rivier tot het stroomdal van
Egypte, en zo zullen jullie zelfde een na de ander worden bijeengeraapt, o zonen van Israël.
En het moet geschieden op die dag, dat
er op een grote hoorn geblazen zal worden, en degenen die in het land Assyrië
dreigen om te komen en de verdrevenen in het land Egypte zullen stellig
komen en zich neerbuigen voor YHWH op de heilige berg te Jeruzalem.
Dit
heeft YHWH tot zijn gezalfde, tot Cyrus, gezegd, wiens rechterhand ik heb gevat om voor hem uit
Heidenvolken te onderwerpen, zodat ik de heupen van koningen kan ontgorden;
om voor hem uit de deuren met dubbele vleugels te openen, zodat de poorten
niet gesloten zullen zijn:
En ik
wil u de schatten in de duisternis geven en de verborgen schatten in de
schuilplaatsen, opdat gijmoogt
weten dat ik YHWH ben, die [u] bij
uw naam roept, de God van Israël.
GW 14348
≈≈ Mr 6:33 >> Maar de mensen zagen hen gaan en velen kwamen het te weten, en
uit alle steden snelden zij gezamenlijk te voet daarheen en kwamen er nog
eerder dan zij.
Markus
beschrijft de actie van veel leergierige Joden die in de Eerste eeuw hun
Masjiach Yeshua van nabij wilden ervaren. In het
volgende vers lezen we hoe Yeshua zelf op hen reageerde: Toen hij uitstapte, zag hij dan ook een grote schare, maar
hij werd met medelijden jegens hen bewogen, omdat zij
als schapen zonder herder waren. En hij begon hun vele dingen te leren.
Dit heeft YHWH tot zijn
gezalfde, tot Cyrus, gezegd, wiens rechterhand ik heb gevat om voor hem uit natiën
te onderwerpen, zodat ik zelfs de heupen van koningen kan ontgorden; om voor
hem uit de deuren met dubbele vleugels te openen, zodat zelfs de poorten niet
gesloten zullen zijn:
En ik wil u de
schatten in de duisternis geven en de verborgen schatten in de
schuilplaatsen, opdat gijmoogt
weten dat ik YHWH ben, die bij uw naam roept, de God van Israël.
Ter wille van mijn knecht
Jakob en van Israël mijn uitverkorene ben ik er zelfs toe overgegaan u
bij uw naam te roepen; ik gaf u voorts een erenaam, ofschoon gij mij niet kende.
GW 16975
≈≈ 2Ko 9:12 ≥ Want de bediening
van deze openbare dienst voorziet niet alleen in de tekorten der heiligen, maar
is ook overvloedig door veel dankzeggingen aan God.
En
ik wil u de schatten in de duisternis geven en de verborgen schatten in de
schuilplaatsen, opdat gijmoogt
weten dat ik YHWH ben, die [u] bij
uw naam roept, de God van Israël.
Ter
wille van mijn knecht Jakob en van Israël mijn uitverkorene ben ik er zelfs
toe overgegaan u bij uw naam te roepen; ik gaf u voorts een erenaam, ofschoon
gij mij niet kende.
O GIJ hemelen,
laat het druipen van boven, en de wolkenhemel zelf druppele
van rechtvaardigheid. De aarde opene zich en
zij vruchtbaar met redding, en dat ze tevens rechtváárdigheid doe
ontspruiten. Ikzelf, YHWH, heb hem geschapen.
GW 11577
≈≈ Lk 4:25 ≥ Doch ik zeg jullie naar waarheid: Er waren vele weduwen in
de dagen van Elia in Israël, toen de hemel drie jaar
en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het
land.
O GIJ hemelen,
laat het druipen van boven, en de wolkenhemel druppele
van rechtvaardigheid. De aarde opene zich en zij vruchtbaar
met redding, en dat ze tevens rechtváárdigheid doe ontspruiten. Ikzelf, YHWH,
heb het geschapen.
GW 9933
≈≈ Es 2:12 >> En wanneer
de beurt van iedere jonge vrouw kwam om bij koning Ahasveros
te komen, nadat het haar gedurende twaalf maanden naar de verordening voor de
vrouwen was geschied — want zo werden de dagen van hun massageprocedure
geleidelijk vervuld, zes maanden met mirreolie en zes maanden met balsemolie en
met de massages der vrouwen —
En
ook Mt 6:7 >> Als jullie echter bidden, zegt dan niet steeds weer dezelfde
dingen, zoals de mensen van de Heidenvolken doen, want zij menen dat zij door
veel woorden te gebruiken, verhoord zullen worden.
Wee
degene die heeft getwist met zijn Formeerder, als een scherf van aardewerk
met de andere scherven van aardewerk van de grond! Dient het leem soms tot
zijn formeerder te zeggen: Wat maakt gij? En uw
werk: Hij heeft geen handen?
Dit
heeft YHWH gezegd, de Heilige Israëls en zijn Formeerder: Vraagt mij zelfs
over de toekomstige dingen betreffende mijn zonen. En betreffende de
werkzaamheid van mijn handen moeten jullie mij bevel geven.
Wee degene die heeft getwist
met zijn Formeerder, als een scherf van aardewerk met de andere scherven van
aardewerk van de grond! Dient het leem soms tot zijn formeerder te
zeggen: Wat maakt gij? En je werk: Hij heeft geen
handen?
Dit heeft
YHWH gezegd, de Heilige Israëls en zijn Formeerder: Vraagt mij zelfs
over de toekomstige dingen betreffende mijn zonen; en betreffende
de werkzaamheid van mijn handen dienen jullie mij bevel te geven.
Ikzelf heb de aarde
gemaakt en heb zelfs de mens daarop geschapen. Ik — mijn eigen
handen hebben de hemelen uitgespannen, en aan heel
het heerleger ervan heb ik bevel gegeven.
Ikzelf heb de aarde
gemaakt en heb zelfs de mens daarop geschapen. Ik — mijn eigen
handen hebben de hemelen uitgespannen, en aan heel
het heerleger ervan heb ik bevel gegeven.
Ikzelf heb iemand verwekt in
rechtvaardigheid, en al zijn wegen zal ik recht maken. Hij is het die mijn
stad zal bouwen, en de mij toebehorenden die
in ballingschap zijn, zal hij laten gaan, niet voor een prijs, noch
voor steekpenningen, heeft YHWH der legerscharen gezegd.
Ikzelf heb iemand verwekt in
rechtvaardigheid, en al zijn wegen zal ik recht maken. Hij is het die mijn
stad zal bouwen, en de mij toebehorenden die
in ballingschap zijn, zal hij laten gaan, niet voor een prijs, noch
voor steekpenningen, heeft YHWH der legerscharen gezegd.
Dit
heeft YHWH gezegd: De onbetaalde arbeiders van Egypte en de kooplieden
van Ethiopië en de Sabeeërs, rijzige mannen, ja,
zij zullen zelfs tot u overkomen, en de uwe zullen
zij worden. Achter u zullen zij lopen; in boeien zullen zij overkomen,
en voor u zullen zij zich neerbuigen. Tot u zullen zij
bidden: Waarlijk, God is in u, en er is geen ander; er is geen [andere] God.
Want als een loot schoot hij
op voor zijn aangezicht, en als een wortel uit dorre
grond. Geen statige gestalte had hij, noch enige luister; wanneer wij hem
aanzagen was er geen gedaante dat wij hem begeerd zouden hebben.
Hij was veracht en door
mensen gemeden; een man van smarten en vertrouwd met ziekte. Ja, als iemand
voor wie men het gelaat verborg. Hij was veracht, en
wij achtten hem als van geen belang.
GW 8240
≈≈ Dn 9:12 >> Vervolgens
heeft hij zijn woorden gestand gedaan die hij tegen ons en tegen onze rechters
die ons richtten, gesproken had, door over ons grote rampspoed te brengen,
zodat er zich onder de ganse hemel niet iets dergelijks heeft voorgedaan als
zich in Jeruzalem voorgedaan heeft [in
587 v.Chr.].
Een
rampspoed die in het jaar 70 AD nog overtroffen zou worden.
Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen; en onze
smarten heeft hij getorst. Wij echter hielden hem voor een geplaagde; een
door God geslaagde en vernederde.
Maar hij werd doorboord om onze overtredingen; hij werd
verbrijzeld om onze ongerechtigheden. De tuchtiging die ons de vrede brengt
was op hem, en wegens zijn striemen is er voor ons genezing
gekomen.
Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed
zijn mond niet open. Hij werd als een lam ter slachting geleid; en als een
ooi die stom is voor haar scheerders, placht hij zijn mond niet open te doen.
Hij werd mishandeld, maar hij liet zich verdrukken en deed
zijn mond niet open. Hij werd als een lam ter slachting geleid; en als een
ooi die stom is voor haar scheerders, placht hij zijn mond niet open te doen.
Vanwege
druk en gericht werd hij weggenomen; en wie zal zich ook maar met zijn
levenswijze bezighouden? Want hij werd afgesneden uit het land der levenden.
Wegens de overtreding van mijn volk kreeg hij de slag.
GW 6338≈≈ Jr 15:2
>> En het moet geschieden dat als zij
soms tot u zeggen: Waar zullen wij heen gaan?, gij dan
tot hen moet zeggen: Dit heeft YHWH gezegd: „Wie voor de dodelijke plaag is,
naar de dodelijke plaag! En wie voor het zwaard is, naar het zwaard! En wie
voor de hongersnood is, naar de hongersnood! En wie voor de gevangenschap is,
naar de gevangenschap![Context Jr 15:1 >> Toen
zei YHWH tot mij: Al stonden Mozes en Samuël voor mij, mijn ziel zou
zich niet tot dit volk neigen. Zij zouden van voor mijn aangezicht
worden weggezonden, opdat zij zouden heengaan.Vergelijk Ez 14:6-23]
En
o.a. ook Ez 17:24 >> En al de bomen van het veld zullen moeten weten dat ikzelf,
YHWH, de hoge boom heb vernederd, de lage boom heb verhoogd, de nog vochtige
boom heb doen verdorren en de dorre boom heb doen bloeien. Ikzelf, YHWH, heb
gesproken en heb gedaan.
Vanwege
druk en gericht werd hij weggenomen; en wie zal zich ook maar met zijn
levenswijze bezighouden? Want hij werd afgesneden uit het land der
levenden. Wegens de overtreding van mijn volk kreeg hij de slag.
Men
zal zijn grafstede zelfs bij de goddelozen stellen,
en bij een rijke in zijn dood, ondanks het feit dat hij geen geweld had
gepleegd en er geen bedrog in zijn mond
was.
Maar het was YHWH die er behagen in schepte hem te
verbrijzelen; hij maakte hem ziek. Indien gij zijn
ziel tot een schuldoffer zult stellen, zal hij zijn nageslacht zien, zal hij
dagen verlengen, en in zijn hand zal hetgeen het welbehagen van YHWH is,
gelukken.
Wegens de moeite van zijn ziel zal hij zien, hij zal
verzadigd worden. Door het kennen van hem zal de rechtvaardige, mijn
knecht, velen in een rechtvaardige positie brengen; en hun dwalingen zal
hijzelf torsen.
Om die reden zal ik hem een deel geven onder de velen, en
met de machtigen zal hij de buit verdelen, ten gevolge van het feit dat hij
zijn ziel zelfs in de dood heeft uitgestort en onder de overtreders werd
geteld; en hijzelf droeg van velen de zonde, en voor de overtreders ging hij
bemiddelen.
GW 17109
≈≈ Lk 13:4 >> Of die achttien op wie de toren in Siloam
viel en hen doodde, menen jullie dat zij grotere schuldenaars waren dan alle
[andere] mensen die in Jeruzalem wonen? [5. Nee,
zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zullen jullie allen op
dezelfde wijze vergaan.]