En
op die dag zult gij zeggen: Ik zal u danken, YHWH, want gij werdt vertoornd
op mij, maar uw toorn heeft zich afgewend, en gij zijt mij gaan vertroosten.
GW 6782
≈≈ 2Kn 19:25 >> Hebt gij niet
gehoord? Sinds lang vervlogen tijden wil ik dit doen. Sinds voorbijgegane dagen
heb ik het zelfs vorm gegeven. Nu wil ik het doen komen. En gij zult ertoe
dienen versterkte steden woest en verlaten te maken als hopen puin.
En ook Ez 5:12 >> Een derde deel van u — door de pestilentie zullen zij
sterven, en door hongersnood zullen zij aan hun eind komen te midden van u. En
nog een derde deel — door het zwaard zullen zij rondom u vallen. En het [laatste] derde deel zal ik zelfs naar elke wind verstrooien, en een
zwaard zal ik achter hen trekken.
En
op die dag zullen jullie zeggen: Dankt YHWH! Roept zijn naam aan. Maakt onder
de volken zijn handelingen bekend. Vermeldt dat zijn naam hoog verheven is.
En de
priesters Sebanja en Josafat en Nethaneël en Amasai en Zacharia en Benaja en
Eliëzer, die luid op de trompetten bliezen vóór de ark van de God, en Obed-Edom
en Jehia, de poortwachters voor de Ark.
En ik
wil over Elam brengen de vier winden van de vier uiteinden des hemels. En ik
wil hen verstrooien naar al die windstreken, en er zal geen natie blijken te
zijn waarheen de verdrevenen van Elam niet zullen komen.
Is
het echter een witte vlek op de huid van zijn vlees en schijnt ze niet dieper
te zitten dan de huid en is het haar op die plek niet wit geworden, dan moet
de priester de plaag zeven dagen in quarantaine plaatsen.
En
als de daarbij behorende graanoffers van meelbloem, met olie bevochtigd,
zullen jullie drie tiende maat opdragen bij een stier en twee tiende maat bij
de ram.
Want
gij dient naar de stem van YHWH, uw God, te luisteren door al zijn geboden
die ik u heden gebied, te onderhouden, ten einde te doen wat recht is in de
ogen van YHWH, uw God.
Daarna
zei YHWH tot Mozes: Zie! De dagen zijn genaderd dat gij sterven moet. Roep Jozua,
en jullie moeten plaats nemen in de tent der samenkomst, opdat ik hem
met het bevel kan belasten. Mozes en Jozua gingen dus en plaatsten zich in de
tent der samenkomst.
Want YHWH zal Jakob
barmhartigheid betonen, en hij zal Israël alsnog verkiezen; en hij zal hun werkelijk
rust geven op hun grond, en de inwonende vreemdeling moet bij hen gevoegd
worden, en zij zullen zich aansluiten bij het Huis van Jakob.
En volken zullen hen nemen
en hen naar hun eigen woonplaats brengen, en het Huis van Israël moet hen tot
zich nemen als een bezit op de grond van YHWH, als dienstknechten en als
dienstmaagden. Zo zullen zij gevangennemen wie hen gevangen hielden, en zij
zullen degenen in onderworpenheid hebben die [ooit] over hen heersten.
GW 8928
≈≈ Op 9:3 >> En uit de rook
kwamen sprinkhanen tevoorschijn naar de aarde; en aan hen werd macht gegeven
als de macht die de schorpioenen der aarde hebben.
Die tekst geeft een indicatie qua tijd waarin de vervulling
moet komen. Zie Openbaring
9.
Degene die in verbolgenheid
volken sloeg met slagen zonder ophouden, die in louter toorn Heidenvolken
onderwierp met een vervolging zonder beteugeling.
GW 10440
≈≈ Lk 9:3 >> En hij zei tot hen:
Neemt niets mee voor onderweg: noch staf, noch reiszak, noch brood, noch
zilvergeld; ook geen twee onderklederen hebbend.
Is ook van toepassing op het Overblijfsel van de Eindtijd.
Zie hieronder >>
En Op 18:1 >> Na deze
dingen zag ik een andere engel neerdalen uit de hemel, grote macht hebbend; en
de aarde werd verlicht vanwege zijn heerlijkheid.
Het is de Tweede Weekhelft en voor Israël de gelegenheid gehoor
te geven aan de oproep: Komt uit, mijn volk, uit haar [het Grote Babel]; opdat jullie niet mede
deelhebben aan haar zonden en uit haar plagen niet ontvangen (vers 4).
[het gemeenschappelijke graf der menselijke doden in afwachting van
de toekomstige opstanding in het Millenniumrijk van de Masjiach; Sjeool is
dus een en al stilte, maar in deze
context is er zinnebeeldig groot
tumult]
beneden is om u in beroering
gekomen teneinde u bij uw aankomst tegemoet te gaan. Om u heeft ze degenen
die machteloos zijn in de dood, gewekt, alle bokkige leiders der aarde. Ze
heeft alle koningen der Heidenvolken van hun tronen doen opstaan.
GW 11645
≈≈ Hn 7:49 [verwijzend naar Js 66:1] >> De hemel is mijn troon, en de aarde is mijn voetbank. Wat
voor Huis zouden jullie voor mij bouwen, zegt de Heer, of wat is de
plaats voor mijn rust?
Hoe zijt gij uit
de hemel gevallen, gij schijnende, zoon des dageraads!
Hoe zijt gij ter aarde neergehouwen, gij die de
Heidenvolken machteloos placht te maken!
Wat u
betreft, gij hebt in uw hart gezegd: Ten hemel zal ik opstijgen.
Boven de sterren Gods zal ik mijn troon verheffen, en ik zal
mij neerzetten op de berg der samenkomst, in de meest afgelegen
streken van het Noorden.
GW 10857≈≈ Mr 16:8 [ bevestigt dat Sjeool niets meer
is dan de plaats waar de doden zich bevinden, in afwachting van de opstanding.
Maar in deze context lijkt Sjeool zinnebeeldige proporties aan te nemen, omdat
het om iemand lijkt te gaan die nog veel ‘hoger’ is dan de toenmalige
menselijke heerser over Babel ] >>
Toen zij dan eruit kwamen,
vluchtten zij weg van het herinneringsgraf, want beving en een sterke emotie
hadden hen aangegrepen. En zij zeiden niemand iets, want zij waren bevreesd.
En Jk 3:13 >> Wie is wijs
en verstandig bij jullie? Hij tone uit de voortreffelijke levenswandel zijn
werken in een zachtmoedigheid van wijsheid.
Lees hier
de context van dit vers. En hier
de toelichting.
Die u zien, zullen u zelfs
aanstaren; zij zullen u zelfs goed bekijken: Is dit de man die de aarde
in beroering bracht, die koninkrijken deed schudden,
GW 9833
≈≈ Fp 2:1 >> Indien dan enige
bemoediging in Masjiach; indien enige vertroosting der liefde; indien enige
gemeenschap van de geest; indien enige tedere genegenheden en
[uitingen van] mededogen.
Maar gij zijt weggeworpen
zonder een grafstede voor u, als een verfoeide spruit, bekleed met gedoden
die met het zwaard zijn doorboord, die neerdalen tot de stenen van een kuil,
als een vertrapt kadaver.
Gij zult niet met hen
verenigd worden in een graf, omdat gij uw land in het verderf hebt gestort,
uw eigen volk hebt gedood. Tot onbepaalde tijd zal het nageslacht der
boosdoeners niet worden genoemd.
Maakt een slachtblok gereed
voor zijn zonen wegens de ongerechtigheid van hun voorvaders, opdat zij niet
opstaan en de aarde in bezit nemen en het wereldoppervlak met steden
vullen.
Zc 8:20 heeft ook GW
2801 >> Dit
heeft YHWH der legerscharen gezegd: Het zal nog [gebeuren] dat de volken
en de inwoners van vele steden zullen komen.
GW 11281
≈≈ 1Kn 11:38; gericht tot Jerobeam >> En het moet geschieden dat indien gij gehoorzaam zijt aan
alles wat ik u zal gebieden, en werkelijk mijn wegen bewandelt en doet wat
recht is in mijn ogen door mijn inzettingen en mijn geboden te onderhouden,
juist zoals mijn knecht David gedaan heeft, dan zal ik stellig met u blijken te
zijn en een duurzaam Huis voor u bouwen, net zoals ik voor David gebouwd heb,
en zal ik u stellig Israël geven.
Maakt een slachtblok gereed
voor zijn zonen wegens de ongerechtigheid van hun voorvaders, opdat zij niet
opstaan en de aarde in bezit nemen en het wereldoppervlak met steden
vullen.
En ik zal het maken tot een
bezit voor nachtuilen en tot rietpoelen van water, en ik zall haar wegvegen
met de bezem der verdelging, luidt het woord van YHWH der legerscharen.
YHWH der legerscharen heeft
gezworen: Voorwaar, juist zoals ik gedacht heb, zo moet het geschieden; en
juist zoals ik heb beraadslaagd, zo zal het tot stand komen.
GW 13566
≈≈ Mr 13:11 >> Wanneer
men jullie echter wegvoert om jullie over te leveren,
moeten jullie je niet tevoren bezorgd maken over wat jullie zullen
spreken, maar spreekt eenvoudig wat jullie in dat uur gegeven wordt,
want niet jullie zijn het die spreken, maar de heilige geest.
YHWH der legerscharen heeft
gezworen: Voorwaar, juist zoals ik gedacht heb, zo moet het geschieden; en
juist zoals ik heb beraadslaagd, zo zal het tot stand komen.
Ik zal de Assyriër in
mijn land verbreken opdat ik hem op mijn eigen bergen kan vertreden;
opdat zijn juk van hen wijkt en zijn vracht van hun schouder glijdt.
Ik zal de Assyriër in
mijn land verbreken opdat ik hem op mijn eigen bergen kan vertreden;
opdat zijn juk van hen wijkt en zijn vracht van hun schouder glijdt.
GW 5183
≈≈ Ex 40:5 >> En gij moet het
gouden reukaltaar vóór de ark der getuigenis zetten en de afscherming van de
ingang voor de tabernakel op haar plaats aanbrengen.
En Am 4:8 >> En twee of
drie steden wankelden naar één stad om water te drinken, en zij werden dan niet
verzadigd; maar jullie zijn niet tot mij teruggekeerd, luidt het woord van
YHWH.
Ik zal de Assyriër in
mijn land verbreken opdat ik hem op mijn eigen bergen kan vertreden;
opdat zijn juk van hen wijkt en zijn vracht van hun schouder glijdt.
GW
6798≈≈ Jr 30:10 >> En
wat u betreft, wees niet bevreesd, o mijn knecht Jakob, luidt het woord
van YHWH, en word niet met verschrikking geslagen, o Israël. Want zie, ik
red u uit verre [streken] en uw
nageslacht uit het land van hun gevangenschap. En Jakob zal terugkeren en rust
genieten en onbezorgd zijn, en er zal niemand zijn die beving verwekt.
En Lk
8:9 >> Zijn leerlingen nu gingen bij hem
informeren wat deze parabel [over de Zaaier die zaad uitstrooide dat
op diverse plekken terecht kwam] inhield.
En
het moet hetzelfde worden voor het volk als voor de priester, hetzelfde voor
de knecht als voor zijn meester, hetzelfde voor de dienstmaagd als voor haar
meesteres, hetzelfde voor de koper als voor de verkoper, hetzelfde voor de
uitlener als voor de lener, hetzelfde voor de schuldeiser als voor
degene die de rente betaalt.
Zonder
mankeren zal het land [ha arets; land/aarde] leeggemaakt
worden, en zonder mankeren zal het uitgeplunderd worden, want YHWH zelf heeft
dit woord gesproken.
GW 7103
≈≈ Hn 20:11 >> Hij [Paulus]
ging nu naar boven en na het brood gebroken en
gegeten te hebben, en nog een geruime poos gesproken te hebben, tot het
aanbreken van de dag, vertrok hij ten slotte.
Zie >> Eutychus – Afval en herstel, waaruit we kennelijk de les mogen
afleiden dat zich in onze moderne tijd een geestelijke opleving heeft
voorgedaan, waarvan in het bijzonder de laatste generatie van ware,
geroepen christenen – in afwachting van de ‘morgenstond’ van de Opname – groot
geestelijk profijt heeft gehad en nog heeft.
En
het moet hetzelfde worden voor het volk als voor de priester, hetzelfde voor
de knecht als voor zijn meester, hetzelfde voor de dienstmaagd als voor haar
meesteres, hetzelfde voor de koper als voor de verkoper, hetzelfde voor de
uitlener als voor de lener, hetzelfde voor de schuldeiser als voor
degene die de rente betaalt.
Lk 17:32 heeft ook GW 3365 >> Weest indachtig de vrouw
van Lot.
En ook Gl 3:20 >> De
Middelaar echter is niet van één, maar God is één.
Wat is de strekking van deze merkwaardige verklaring?
De taak van een Middelaar veronderstelt de aanwezigheid van
twee partijen. Wanneer dus slechts één persoon optreedt, zoals bij de Belofte
die YHWH deed aan Abraham, is er geen plaats voor een Middelaar. Dat
God één is geeft aan dat er niemand bestaat met wie Hij op voet van
gelijkheid een verdrag kan aangaan.
Zonder
mankeren zal het land [ha arets; land/aarde] leeggemaakt
worden, en zonder mankeren zal het uitgeplunderd worden, want YHWH zelf heeft
dit woord gesproken.
Het
land is gaan treuren, is vervallen. De wereld is verwelkt, is vervallen.
De hogen van het volk des lands zijn verwelkt.
De GW van de vv 3 en 4 tezamen is 4094 ≈≈ Ez
38:9 >> U zult oprukken, u zult komen als een
verwoesting; u zult als een wolk zijn en het land bedekken, u en al uw
troepen en vele volken met u.
en Lk 24:43 >> En hij nam
het en at het voor hun aangezicht.
En
het land zelf is bezoedeld onder zijn bewoners, want zij hebben de wetten
overtreden, het voorschrift veranderd, het voor onbepaalde tijd durende
verbond verbroken.
GW 6020
≈≈ 1Ko 12:2 >> Jullie weten dat,
toen jullie Heidenen waren, jullie je lieten meevoeren naar de stomme afgoden,
naargelang jullie geleid werden.
En
het land zelf is bezoedeld onder zijn bewoners, want zij hebben de wetten
overtreden, het voorschrift veranderd, het voor onbepaalde tijd durende
verbond verbroken.
Daarom heeft de vloek het land
verteerd,en de
bewoners ervan worden voor schuldig gehouden. Daarom zijn de bewoners van het
land in aantal verminderd, en zeer weinig sterfelijke mensen zijn er
overgebleven.
De
uitbundige vreugde der tamboerijnen heeft opgehouden, het rumoer der
uitgelatenen is gestaakt, de uitbundige vreugde der harp heeft opgehouden.
GW 4068 is ook die van Ml 4:2 >> En voor jullie [het Joodse overblijfsel] die mijn naam vrezen, zal stellig de zon der
rechtvaardigheid gaan schijnen, met genezing in haar vleugelen. En jullie
zullen werkelijk uitgaan en de grond omwoelen als mestkalveren.
En 1Ko 13:7 >> [De liefde]verdraagt
alle dingen, alle dingen gelooft ze, alle dingen hoopt ze, alle dingen
verduurt ze.
GW 8656
≈≈ Jh 11:16 >> Daarom zei Thomas,
die De Tweeling werd genoemd, tot zijn medediscipelen: Laten wij ook gaan [naar
het graf van Lazarus] om met hem te sterven.
Er
is geschreeuw in de straten wegens [gebrek
aan] wijn. Alle verheuging is verdwenen; de uitbundige vreugde van het
land is geweken.
De situatie komt duidelijk overeen met de Eindtijdprofetie
in 2Tm 3.
De wereld komt onder de
heerschappij te verkeren van demonen in materialisatie [ze verbinden zich met
het zaad der mensen; vers 43 van Dn
2], zoals ook hieronder aangegeven in de GW 4908.
GW 4908 ≈≈ Dn
2:42 >> En wat de tenen van de voeten
aangaat, die deels van ijzer en deels van gevormd leem waren: het koninkrijk
zal deels sterk blijken te zijn en zal deels broos blijken te zijn.
In
de stad is een ontzettende toestand achtergelaten; de poort is verbrijzeld
tot louter een hoop puin.
De situatie lijkt overeen te komen met die zoals beschreven
in 2Kr 7:13 [ook GW 2500] >> Wanneer ik
de hemel toesluit opdat er geen regen valt en wanneer ik de sprinkhanen
gebied het land kaal te vreten en indien ik een pestilentie onder mijn
volk zend, [vers
14 >> en mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen,
verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en keren van hun
slechte wegen terug, dan zal ík vanuit de hemel horen en hun zonde vergeven,
en ik zal hun land genezen. ]
Want
zo zal het worden in het midden van het land, onder de volken, gelijk het
afslaan van de olijfboom, gelijk de nalezing, wanneer de druivenoogst tot een
eind is gekomen.
Zijzelf
[de leden van het Joodse overblijfsel; zij die de waarheid van Rm
6:10 aanvaarden]zullen hun stem verheffen, zij
zullen een vreugdegeroep aanheffen. In de superioriteit van YHWH zullen zij
stellig jubelen vanaf de zee.
In Amos 3:3 – ook met GW 1118 – lezen we iets identieks
>> Zullen er twee samen wandelen tenzij zij
elkaar volgens afspraak ontmoet hebben?
GW 4017 ≈≈ Rm 6:10
>> Want [de dood] die hij [de Messias] stierf,
stierf hij voor de zonde eens voor altijd; maar [het leven] dat hij leeft, leeft hij voor God.
Van
het uiteinde van het land zijn er melodieën die wij hebben gehoord: Sieraad
voor de Rechtvaardige! Maar ik zeg: Voor mij is er magerheid, voor mij is er
magerheid! Wee mij! De verraders hebben verraderlijk gehandeld. Zelfs met
verraad hebben de verraders verraderlijk gehandeld.
En
het moet geschieden dat al wie vlucht voor het geluid van dat wat angst verwekt,
in de groeve zal vallen, en al wie uit het binnenste van de groeve opklimt,
in de valstrik gevangen zal worden. Want zelfs de sluizen daarboven zullen
werkelijk geopend worden en de grondvesten van het land zullen schudden.
De GW 4805 is ook die van Gl 2:15 >> Wij die van nature Joden zijn en geen zondaars uit [de]
Heidenen, [ook
wij stelden geloof in Messias Jezus].
Het
land beweegt zich absoluut onvast als een dronken man, en het heeft heen en
weer gewiegeld als een uitkijkhut. En zijn overtreding heeft er zwaar op
gedrukt, en het moet vallen, zodat het niet weer zal opstaan.
GW 7240≈≈
Jr 8:2 >> En men zal ze [de
beenderen - van de koningen van Juda, zijn vorsten, de priesters, de profeten,
de inwoners van Jeruzalem - uit hun graven opdelven]
werkelijk uitspreiden voor de zon en voor de maan en voor het gehele heerleger
des hemels, die zij hebben liefgehad en die zij hebben gediend en die zij
achterna hebben gelopen en die zij hebben gezocht en waarvoor zij zich hebben
neergebogen. Ze zullen niet bijeengezameld noch begraven worden. Tot mest op de
oppervlakte van de aardbodem zullen ze worden.
OokEf 4:26 >> Wordt toornig, en zondigt niet; laat de zon niet ondergaan
in je verontwaardiging.
En
het moet geschieden op die dag, dat YHWH zijn aandacht zal richten op het
leger der hoogte in de hoogte, en op de koningen des aardbodems op de
aardbodem.
En
zij zullen stellig bijeengedreven worden zoals men gevangenen in de kuil
bijeendrijft, en opgesloten worden in de kerker; en na een overvloed van
dagen zal er aandacht aan hen worden geschonken.
En
de volle maan is schaamrood geworden en de gloeiende [zon] is beschaamd geworden, want YHWH der
legerscharen is koning geworden op de berg Sion en in Jeruzalem en ten
aanschouwen van zijn oudsten met heerlijkheid.
GW 6251 ≈≈ Ez
47:22, waar de nieuwe situatie voor het Millenniumrijk wordt aangegeven
>> En het moet geschieden
dat jullie het door het lot als erfdeel dienen toe te wijzen
aan julliezelf en aan de inwonende vreemdelingen die
in jullie midden vertoeven, die in jullie midden vaders van
zonen zijn geworden. En zij moeten voor jullie worden gelijk een
ingeborene onder de zonen van Israël. Met jullie zal hun een erfdeel
toevallen te midden van de stammen van Israël.