Waarom doet gij mij het schadelijke zien, en blijft gij niets dan
moeite aanzien? En zijn gewelddadige plundering en geweld voor mijn ogen, en
ontstaat er ruzie, en rijst er twist?
Mozes
sprak dus tot de zonen van Israël en toen gaven al hun oversten hem een staf
voor iedere overste, een staf voor iedere overste, volgens het Huis van hun
vaderen, twaalf staven; en Aärons staf bevond zich
onder hun staven.
Waarom
doet gij mij het schadelijke zien, en blijft gij
niets dan moeite aanzien? En zijn gewelddadige plundering en geweld voor mijn
ogen, en ontstaat er ruzie, en rijst er twist?
Daarom
verliest de Wet haar kracht en komt het recht nimmer te voorschijn. Omdat de
goddeloze de rechtvaardige omringt, daarom komt het recht verdraaid te
voorschijn.
Ziet
onder de Heidenvolken, en kijkt toe, en staart elkaar vol verbazing aan.
Staat verbaasd; want er is een activiteit die in jullie dagen ten
uitvoer wordt gebracht, die jullie niet zullen geloven, ook al wordt het
verhaald.
GW 10025
≈≈ Gl 4:30 >> Maar wat zegt de Schrift? "Verdrijf de slavin en haar
zoon; want de zoon van de slavin zal geenszins erven
met de zoon van de vrije".
Ziet
onder de Heidenvolken, en kijkt toe, en staart elkaar vol verbazing aan.
Staat verbaasd; want er is een activiteit die in jullie dagen ten
uitvoer wordt gebracht, die jullie niet zullen geloven, ook al wordt het
verhaald.
Want
ziet, ik verwek de Chaldeeën, de bittere en onstuimige natie, die naar de
wijd open plaatsen der aarde gaat ten einde woonsteden in bezit te nemen die haar niet toebehoren.
En haar
paarden zijn sneller dan luipaarden gebleken, feller dan avondwolven. En haar
rijpaarden hebben de grond omgewoeld, en van verre komen haar eigen
rijpaarden. Ze vliegen als de arend die toeschiet om te verslinden.
GW 12624 ≈≈ Jh 2:23 >> Toen hij echter in Jeruzalem op het feest van het Pascha
was, stelden vele mensen geloof in zijn naam, daar zij de tekenen zagen die hij
verrichtte.
Want
ziet, ik verwek de Chaldeeën, de bittere en onstuimige natie, die naar de wijd
open plaatsen der aarde gaat ten einde woonsteden in bezit te
nemen die haar niet toebehoren.
En
haar paarden zijn sneller dan luipaarden gebleken, en ze zijn feller dan
avondwolven gebleken. En haar rijpaarden hebben de grond omgewoeld, en van
verre komen haar eigen rijpaarden. Ze vliegen als de arend die toeschiet om
te verslinden.
En van haar kant beschimpt
ze zelfs koningen, en hoogwaardigheidsbekleders zijn haar iets lachwekkends.
Van haar kant lacht ze zelfs om elke versterkte plaats, en ze hoopt stof op
en neemt haar in.
En ik
wil het huis van Juda superieur maken, en het huis van Jozef zal ik redden. En
ik wil hun een woonplaats geven, want ik wil hun barmhartigheid betonen; en
zij moeten worden gelijk degenen die ik niet verstoten had; want ik ben YHWH,
hun God, en ik zal hun antwoorden.
Zijtgij niet van oudsher, YHWH? Mijn God, mijn Heilige, gij sterft niet. YHWH, tot een oordeel hebt gij haar gesteld; en, Rots, tot een
terechtwijzing hebt gij haar gegrondvest.
Gijzijt te zuiver van ogen om het kwaad te zien; en moeite
aanzien kunt gij niet. Waarom ziet gij hen aan die verraderlijk
handelen, blijft gij zwijgen wanneer een goddeloze iemand verzwelgt die
rechtvaardiger is dan hij?
GW 10124
≈≈ Lk 5:8 >> Toen nu Simon Petrus dit zag, viel
hij aan Jezus’ knieën neer, zeggend: Ga uit mij weg, want ik ben een zondig man, Heer.
Ook Lk
21:20 >> Wanneer jullie nu Jeruzalem door
legerkampen omsingeld zien, weet dan dat haar verwoesting nabijgekomen is.
En 2Ko 2:7 >> zodat jullie [hem] daarentegen
veeleer goedgunstig vergeven en vertroosten, opdat zo iemand niet op een of
andere wijze door overmatige droefheid wordt overmand.
Op mijn wachtpost wil ik blijven staan, en
ik wil geposteerd blijven op [het] bolwerk; en ik zal wacht houden, om te
zien wat hij door mij zal spreken en wat ik op mijn terechtwijzing zal antwoorden.
Want [het] visioen is nog voor de bestemde tijd, en
het blijft voorthijgen naar het einde, en het zal
geen leugen vertellen. Zelfs al zou het op zich laten wachten, blijf er vol
verwachting naar uitzien; want het zal zonder mankeren
uitkomen. Het zal niet te laat komen.
Het lijkt dat we de toepassing
moeten situeren in de 70ste Jaarweek;
blijkbaar op de helft van die laatste Week.
Zowel Ps
95:8 >> Heden, indien jullie naar zíȷ́n
stem luisteren, (8) Verhardt jullie hart niet zoals bij Meriba; zoals op de dag van Massa in de wildernis.
als Js 44:27 >> Die tot de
waterdiepte zegt: Verdamp; en al uw rivieren zal ik droogleggen.
En voor de hedendaagse vervulling
van Js 44:27 het ‘opdrogen van de wateren’ waar de
Grote Hoer Babel (nog steeds) is gezeten (Op
17:15-18).
GW 8744
≈≈ Rc 15:11 >> Drieduizend man van Juda daalden daarom af naar de kloof van
de steile rots Etam en zeiden tot Simson:
Weet je niet dat de Filistijnen over ons heersen? Wat heeft dit dan te
betekenen, dat jij ons hebt aangedaan? Toen zei hij tot hen: Precies zoals zij
met mij hebben gedaan, zo heb ik met hen gedaan.
De rechtvaardige, uit geloof zal hij leven blijkt bij de apostel Paulus steeds weer een brede
toepassing te hebben! Het is dan ook Gods voornaamste voorwaarde voor zijn
gunst en blijvend leven!
Omdat de wijn verraderlijk werkt handelt
een trotsaard aanmatigend. Maar hij zal zijn doel niet bereiken, hij die zijn
ziel ruim heeft gemaakt net als Sjeool, en die net als de dood niet verzadigd
kan worden; hij die alle Heidenvolken tot zich verzamelt
en alle volken tot zich bijeenbrengt.
Zullen niet juist die allen tegen hem een
spreuk aanheffen en een spotlied vol raadsels over hem? Men zal zeggen: Wee
hem die vermeerdert wat niet van hem is — hoe lang nog! — en
die een gepand goed op zich laadt!
Omdat
wat kenbaar is van God openbaar is onder hen, want God maakte het hun
openbaar.
Merk op dat deze tekst zich bevindt binnen de context van Rm 1:17, waar de apostel
teruggrijpt op Hk 2:4 >> Maar wat de
rechtvaardige betreft, door geloof zal hij blijven leven.
Laten wij, zoals overdag, op een gepaste wijze wandelen,
niet in zwelgpartijen en drinkgelagen, niet in ontuchtige- en losbandige
gedragingen, niet in ruzie en naijver.
Weer binnen een context van noodzakelijk geloof >> Maar voordat het geloof kwam verkeerden wij in bewaring
onder Wet, met elkaar opgesloten, in afwachting van het geloof dat
geopenbaard zou worden.
Zullen
niet plotseling uw schuldeisers opstaan, en zij ontwaken die u gewelddadig
schudden zodat gij hun tot buit wordt?
Eea leidt tot GW 8973 + 2933 = 11906
≈≈ Mr 8:25 >> Daarna legde hij zijn handen nog eens op de ogen van de man [in
Bethsaïda], en de man zag scherp, en hij was hersteld
en zag alles duidelijk.
Omdat
gijzelf vele Heidenvolken gewelddadig hebt geplunderd,
zullen alle overgeblevenen der volken u gewelddadig plunderen, wegens het
vergieten van mensenbloed en het geweld tegen aarde, stad en allen die erin
wonen.
Wee
degene die vuil gewin maakt voor zijn huis, ten einde
zijn nest in de hoogte te stellen, om zo bevrijd te zijn uit de greep van dat
wat rampspoedig is!
En
hij [de Samaritaan] ging naar hem toe, verbond zijn wonden, terwijl hij er
olie en wijn op goot. Nadat hij hem nu op zijn eigen lastdier had gezet, voerde
hij hem naar een herberg en verzorgde hem.
en
de volgende dag voeren wij vandaar weg en kwamen tegenover Chios, maar de dag daarop deden wij Samos
aan en nog een dag later kwamen wij te Milete aan.
Want
een steen uit [de] muur zal klagend roepen, en een balk uit het houtwerk
zal hem antwoorden.
GW12566 + 1571 = 14137
≈≈ Jh 3:26 >> Zij dan kwamen bij Johannes en zeiden
tot hem: Rabbi, de man die met jou was aan de overkant van de Jordaan, van wie
jij getuigenis hebt afgelegd, zie, die is aan het dopen en allen gaan naar hém
toe.
Ja! Ook de ‘Elia’
van de Eindtijd zal Joodse gelovigen op hun Masjiach, Yeshua, richten!
Wee
degene [de Chaldeeër van hfdst 1; in tegenbeeld de Antichristelijke Eindtijdmacht] die vuil gewin maakt voor zijn Huis, ten einde zijn
nest in de hoogte te stellen, om zo bevrijd te zijn uit de greep van dat wat
rampspoedig is!
GW 7291≈≈ Mr
7:34 >> En terwijl hij omhoogkeek naar de
hemel, zuchtte hij diep en zei tot hem: Effatha, dat
betekent: Word geopend [bij de man die doof
was en een spraakgebrek had].
En ook Lk 10:9 >> En geneest de zieken die daar zijn en zegt tot hen: Het
koninkrijk Gods is nabij jullie gekomen.
Een en al genezing ná de oprichting van het
koninkrijk!
Zie! Is
het niet van YHWH der legerscharen dat volken zich slechts voor het vuur
zullen aftobben, en dat nationale groepen zich louter voor niets zullen
afmatten?
Want
de aarde zal vervuld zijn van het kennen van YHWHs heerlijkheid,
ja, zoals de wateren[de] zee
bedekken.
GW 3399 ≈≈
Ingeval
er enige man is die kwaad afsmeekt over zijn vader en zijn moeder, dient hij
zonder mankeren ter dood gebracht te worden. Over zijn vader en zijn moeder
heeft hij kwaad afgesmeekt. Zijn eigen bloed is op hem.
Wee
degene die zijn metgezellen iets te drinken geeft, [waar] uw
woede en toorn bijgemengd wordt, om [hen] dronken te maken, met de bedoeling hun schaamdelen te
zien.
Gij zult
stellig verzadigd worden met oneer in plaats van met heerlijkheid. Drink ook
zelf, en word als onbesneden beschouwd. De beker van de rechterhand van
YHWH zal bij het rondgaan aan u worden toegereikt, en er zal schande
komen over uw heerlijkheid;
want
het de Libanon [aangedane] geweld zal u bedekken, en de roofzucht ten aanzien van [de] dieren verschrikt hen, wegens het vergieten van
mensenbloed en het geweld tegen [de]
aarde, de stad en allen die erin wonen.
Wat
voor baat heeft een gesneden beeld gehad, wanneer zijn formeerder het gesneden
heeft, een gegoten beeld, en een onderwijzer van leugen? Wanneer de
formeerder van zijn vorm er zozeer op heeft vertrouwd dat hij goden maakte
die niets waard zijn; die stom zijn?
Gw12986
≈≈ Hn 17:3 [wat een verschil! Wat de ware
Masjiach deed, vergeleken met valse van de Eindtijd] >> waarbij hij [Paulus; in de synagoge te Thessaloniki] door
middel van verwijzingen verklaarde en bewees dat de Masjiach moest
lijden en uit de doden opstaan, en dat deze de
Masjiach is; de Yeshua die ik aan jullie verkondig.
Maar een [dier] waarvan de teelballen geplet of
verbrijzeld of uitgerukt of afgesneden zijn, mogen jullie niet aan
YHWH aanbieden, en in jullie land dienen jullie ze niet
op te dragen.
Haar
hand stak zij toen naar de tentpin uit, en haar rechterhand naar de houten
hamer van harde werkers. En zij hamerde op Sisera, zij doorboorde zijn hoofd,
en zij verpletterde en doorspleet zijn slapen.
YHWH,
de God van onze voorvaders Abraham, Isaäk en Israël, maak toch dat dit tot
onbepaalde tijd de neiging moge blijven van de gedachten van het hart van uw
volk, en richt hun hart op u
Verder
bouwde hij torens in de wildernis en hieuw veel regenbakken uit (want hij
kwam in het bezit van een grote veestapel), en ook in de Sjefela en
op de hoogvlakte. Er waren landbouwers en wijngaardeniers op de bergen en op
de Karmel, want hij bleek een liefhebber van de
landbouw te zijn.