Het oordeel over
Edom en Seïr
Ezechiël 35
Ez 35:1
|
En het woord van YHWH bleef
tot mij komen, en luidde:
|
575
|
Ez 35:2
|
Mensenzoon, richt je aangezicht tegen het bergland Seïr en
profeteer ertegen.
Bij het bergland Seïr
moeten we kennelijk aan de demonenwereld denken, zoals blijkt uit de profetie
van Maleachi 1.
|
1672
|
Ez 35:3
|
En je moet ertegen zeggen:
Dit heeft de Heer YHWH gezegd: Zie, ik ben tegen je, bergland Seïr, en ik zal mijn hand tegen je uitstrekken en
je tot een verlaten woestenij maken, ja, tot een verwoesting.
|
4302
|
Ez 35:4
|
Je steden zal ik tot een
verwoeste plaats maken en jijzelf zal niets dan een verlaten woestenij
worden; en jij zal moeten weten dat ik YHWH
ben,
|
2690
|
Ez 35:5
|
omdat jij een voor
onbepaalde tijd durende vijandschap bleek te hebben en de zonen van
Israël bleef overleveren aan de handen van het zwaard, ten tijde van hun
ongeluk, ten tijde van einddwaling.
|
4422
|
GW 13661
Met 3 verwijzingen die alle profetisch betrokken kunnen worden op de beide
gemeenten van het Israël Gods ≈≈
1.) Jh 3:8 >> De wind blaast waarheen hij wil, en gij
hoort het geluid ervan, maar gij weet niet waar hij vandaan komt en waar hij
heen gaat. Zo is een ieder die uit de geest is geboren.
2.) Jh 12:27 >> Nu is mijn ziel verontrust, en wat zal ik zeggen?
Vader, red mij uit dit uur. Niettemin ben ik juist hierom tot dit uur gekomen.
3.) Rm 4:12 >> en vader der besnijdenis, niet alleen voor hen die uit
besnijdenis zijn, maar ook voor hen die ordelijk wandelen in de voetsporen van
het geloof van onze vader Abraham dat hij in voorhuidsituatie [had].
Ez 35:6
|
Daarom, zo waar ik leef,
luidt het woord van de Heer YHWH, omdat ik je voor bloed gereedmaakte, zal
bloed je ook achtervolgen. Voorzeker, het was bloed dat je hebt gehaat, en
bloed zal je achtervolgen.
|
2451
|
Ez 35:7
|
En ik zal het bergland Seïr stellig tot een verlaten woestenij maken,
ja, tot een verwoesting, en ik wil degene die erdoorheen trekt en degene die
terugkeert, eruit afsnijden.
Het bergland Seïr
- de demonenwereld – moet geheel en al verdwijnen. De leden van Yeshua’s Gemeentelichaam - de zinnebeeldige 24 Oudsten – zullen
hun hemelse plaatsen innemen.
|
4215
|
Ez 35:8
|
En ik wil zijn bergen vullen
met zijn verslagenen; wat je heuvels en je dalen en al je stroombeddingen
betreft, ja, de door [het] zwaard verslagenen zullen erin vallen.
|
2888
|
Ez 35:9
|
Tot voor onbepaalde tijd
blijvende verlaten woestenijen zal ik je maken, en je eigen steden zullen
niet bewoond worden; en jullie zullen moeten weten dat ik YHWH ben.
|
3154
|
GW 12708
≈≈ Op 4:5 >> [Vers 4 ≥ En rondom de troon
vierentwintig tronen, en op de tronen zittend vierentwintig Oudsten gekleed in
witte bovenklederen, en op hun hoofden gouden kronen]. En uit de troon komen voort bliksemstralen en stemmen en
donderslagen; en vóór de troon zeven lampen van vuur brandend, welke zijn de
zeven geesten Gods.
Ez 35:9
|
Tot voor onbepaalde tijd
blijvende verlaten woestenijen zal ik je maken, en je eigen steden zullen
niet bewoond worden; en jullie zullen moeten weten dat ik YHWH ben.
|
3154
|
Ez 35:10
|
Omdat jij gezegd hebt: Deze
twee natiën en deze twee landen — ze zullen van míȷ́
worden, en wij zullen stellig elk in bezit nemen, terwijl YHWH zelf zich
juist daar bevond.
|
4524
|
Ez 35:11
|
Daarom, zo waar ik leef,
luidt het woord van de Heer YHWH, wil ik ook handelen overeenkomstig
je toorn en overeenkomstig je jaloezie die jij hebt geuit wegens je
haatgevoelens jegens hen; en ik wil mijzelf onder hen doen kennen
wanneer ik je oordeel.
|
5543
|
Ez 35:12
|
En jij zult moeten weten dat
ikzelf, YHWH, al je minachtende dingen heb gehoord die jij betreffende de
bergen van Israël hebt gesproken, door te zeggen: Ze zijn woest gelegd.
Ons zijn ze tot voedsel gegeven.
|
5787
|
GW 19008
≈≈ Hn 2:38 >> Petrus tot hen: Hebt berouw, en laat een ieder
van jullie worden gedoopt in de naam van Yeshua Masjiach
tot vergeving van jullie zonden, en jullie zullen als vrije
gave de heilige geest ontvangen.
Ez 35:11
|
Daarom, zo waar ik leef, luidt
het woord van de Heer YHWH, wil ik ook handelen overeenkomstig
je toorn en overeenkomstig je jaloezie die jij hebt geuit wegens je
haatgevoelens jegens hen; en ik wil mijzelf onder hen doen kennen
wanneer ik je oordeel.
|
5543
|
Ez 35:12
|
En jij zult moeten weten dat
ikzelf, YHWH, al je minachtende dingen heb gehoord die jij betreffende de
bergen van Israël hebt gesproken, door te zeggen: Ze zijn woest gelegd.
Ons zijn ze tot voedsel gegeven.
Mr 11:21 heeft ook GW 5787 >> Daarom zei Petrus, die het zich herinnerde, tot hem: Rabbi,
zie! de vijgenboom die gij hebt vervloekt, is
verdord.
|
5787
|
Ez 35:13
|
En jullie bleven
je groot tegen mij maken met jullie mond, en jullie
hebben je woorden tegen mij vermenigvuldigd. Ikzelf heb [ze] gehoord.
Hier wordt de ultieme
opstandigheid van de demonenwereld jegens YHWH
Elohim blootgelegd! Een diepe haat die
vooral tot uitdrukking komt jegens YHWHs volk Israël (!)
|
3109
|
Gw 14439
≈≈ Op 3:17 >> Omdat je zegt: Ik
ben rijk en ik heb me verrijkt en aan niets heb ik gebrek, terwijl het je ontgaat
dat jij de ellendige en deerniswekkende en arme en blinde en naakte bent.
Ez 35:13
|
En jullie bleven
je groot tegen mij maken met jullie mond, en jullie
hebben je woorden tegen mij vermenigvuldigd. Ikzelf heb [ze]
gehoord.
|
3109
|
Ez 35:14
|
Dit heeft de Heer YHWH
gezegd: Terzelfder tijd dat de gehele aarde zich verheugt, zal ik een
verlaten woestenij van je maken.
Met dit oordeel is het
lot der demonen definitief bezegeld!
|
1882
|
GW 4991
≈≈ Ex 8:28 >> Farao zei nu: Ik
— ik zal jullie heenzenden, en jullie zullen inderdaad in
de wildernis slachtoffers brengen aan YHWH, jullie God. Gaat alleen
niet al te ver weg. Zendt ten behoeve van mij smekingen op.
En Ez 16:46 >> En je oudste zuster is Samaria,
zij met haar dochters die links van je woont, en je zuster jonger dan jij,
die rechts van je woont, is Sodom met haar
dochters.
Ez 35:15
|
Net zoals er van jouw zijde
verheuging was over het erfdeel van het Huis van Israël, omdat het woest
gelegd werd, zal ik hetzelfde van jou maken. Een verlaten woestenij zul je
worden, bergland Seïr, ja, heel
Edom, in zijn geheel; en zij zullen moeten weten dat ik YHWH ben.
|
5706
|
GW 5706 ≈≈ 2Kn 13:12 >> Het
overige nu der geschiedenis van Joas en alles wat hij
gedaan heeft en zijn machtsbetoon; hoe hij gestreden heeft tegen Amazia, de koning van Juda, is dat niet beschreven in het
boek van de kronieken der koningen van Israël?
Zou dit een hint kunnen zijn naar de grote verdeeldheid
welke in de Eindtijd - binnen Israël – zal heersen tussen de aanhang van de
Antichrist en die van Yeshua’s koningschap, het
getrouwe Overblijfsel (?)
Ezechiël 25
Ez 25:8
|
Dit heeft de Heer YHWH
gezegd: Omdat Moab en Seïr hebben
gezegd: Zie! Het Huis van Juda is als alle andere Heidenvolken,
|
1999
|
Ez 25:9
|
daarom, zie, leg ik de
berghelling van Moab open bij de steden, bij zijn
steden tot aan zijn grens, het sieraad van [het] land, Beth-Jesimoth, Baäl-Meon, ja, tot aan Kirjathaïm,
|
5184
|
GW 7183
≈≈ Gn 43:18 >> Maar de
mannen werden bevreesd, omdat zij naar Jozefs huis waren gebracht, en zij
zeiden nu: Het is vanwege het geld dat in het begin met ons terugging in onze
zakken, dat wij hierheen worden gebracht, opdat zij ons kunnen overrompelen en
aanvallen en ons tot slaven kunnen nemen met onze ezels!
De broers zagen niet alleen Jozefs aangezicht,
maar zij werden ook tot zijn favoriete gasten gemaakt. Maar bij hen wekte die
vriendelijkheid en genadige behandeling slechts angst en achterdocht >> Ze zijn
eropuit ons te overrompelen om ons tot slaven te kunnen nemen; met onze ezels!
Dat nu is wat genade teweegbrengt bij degenen die
slechts willen dat zaken op een wettische grondslag worden geregeld!
Ten diepste vreesden zij dat Jozef hun een
dergelijke vriendelijkheid slechts betoonde met een verkeerd motief: Een
voorwendsel vinden om alles wat zij hadden te stelen. Hoe weinig kenden zij
Jozefs hart!
Evenzo zullen veel Joden in de Eindtijd achterdochtig
reageren op de genade die Elohim hun in Masjiach Yeshua zal willen betonen.
Jesaja 21
Js 21:11
|
De Godsspraak over Duma. Men roept tot mij uit Seïr:
Wachter, hoe ver staat het met de nacht? Wachter, hoe ver staat het met de nacht?
|
2753
|
Js 21:12
|
De wachter zegt: Morgen
komt, maar ook nacht. Wilt gij vragen, vraagt, kom dan terug.
|
3005
|
GW 5758
≈≈ Es 1:3 >> In het derde jaar van zijn
regering, richtte hij een feestmaal aan voor al zijn vorsten en dienaren. Het
leger van Perzië en Medië,
de edelen en de vorsten der gewesten waren bij hem.
En ook Hn 5:29 >> Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet
aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen.
Numeri 24
Nm 24:17
|
Ik zal hem zien, maar niet
nu. Ik zal hem aanschouwen, maar niet van nabij. Een ster zal stellig te
voorschijn treden uit Jakob, en een scepter zal inderdaad oprijzen
uit Israël. En hij zal stellig de slapen van Moab verpletteren en de schedel van alle zonen van
oorlogsrumoer.
|
5312
|
Nm 24:18
|
En Edom moet een bezitting
worden. Ja, Seïr moet de bezitting van zijn
vijanden worden, terwijl Israël zijn moed toont.
|
2712
|
Nm 24:19
|
En uit Jakob zal iemand gaan
onderwerpen, en hij moet elke overlevende uit de stad verdelgen.
|
1304
|
GW
9328 ≈≈ Lk 20:37 >> Maar dat de doden worden opgewekt heeft ook Mozes te kennen
gegeven bij de braamstruik, als hij zegt: [de] Heer de God van Abraham en God
van Isaäk en God van Jakob.