Job 8 en 31
Attentie: In deze studie wordt vooral volgens het gematriabeginsel geredeneerd.
In een vroeg stadium van de
christelijke Gemeente begonnen sommigen uit de Heidenen die beweerden
christenen te zijn geworden, zich tegen de Joden te keren, ja, zich zelfs boven
hen te verheffen. Want moesten die ongelovige Joden niet vereenzelvigd worden met
de takken van de Olijfboom in Romeinen,
hoofdstuk 11? Takken die zouden worden weggebroken, aangezien zij
Yeshua als hun ware Mashiach afwezen. Dat was inderdaad gebeurd, en niet voor
niets! En waren niet juist zij voor hen in de plaats gekomen?
Als nu sommige takken van de edele olijfboom
zijn afgebroken en jullie, loten van een wilde olijfboom, tussen de
overgebleven takken zijn geënt en mogen delen in de vruchtbaarheid van de
wortel, dan moeten jullie je niet boven de takken verheffen. Als jullie dat doen, moeten jullie goed bedenken dat niet
jullie de wortel dragen, maar de wortel jullie. Maar nu zullen jullie tegenwerpen:
Die takken zijn toch afgebroken zodat ik geënt kon worden? Zeker, ze zijn afgebroken vanwege hun ongeloof en jullie
danken je plaats aan jullie geloof. Wees daarom echter niet hoogmoedig, maar heb ontzag voor God: als hij de oorspronkelijke
takken al niet heeft gespaard, zou hij jullie dan wel sparen?
(Rm 11:17; 21 nbv aangepast)
In Job
2:11 worden Jobs valse vertroosters met naam en herkomst voorgesteld:
• De Temaniet
Elifaz (GW 643),
• en
de Suhiet Bildad (GW 375),
• en
de Naämathiet Zofar (GW
957).
Met elkaar dus een totale getalswaarde van
1975. Wat is de praktische betekenis daarvan?
Welnu, in het jaar 47/48 AD (4049 AM),
tijdens zijn eerste zendingsreis, bevond de apostel Paulus zich - in gezelschap
van Barnabas - in Pisidisch
Antiochie, alwaar hij in de plaatselijke synagoge het
Evangelie verkondigde. Aanvankelijk was er van de zijde der Joden een gunstige
respons. Maar dat veranderde >>
De volgende
sabbat kwam bijna de gehele stad bijeen om het woord Gods te horen. Doch toen
de Joden de scharen zagen, werden zij vervuld met afgunst en spraken lasterend
tegen hetgeen door Paulus gezegd werd. Maar Paulus en Barnabas zeiden vrijmoedig: Het was nodig, dat eerst tot
jullie het woord Gods werd verkondigd, doch nu jullie het van je af stoten en
jezelf het eeuwige leven niet waardig keurt, zie, wij wenden ons tot de
Heidenen.
Of: Van nu af zal ik
naar mensen uit de Heidenvolken gaan…
En inderdaad precies dat gebeurde! Maar
niet alle Heidengelovigen bleken de juiste, dankbare
geestesgesteldheid te bezitten. Want precies zoals in het boek Job bij voorbaat werd getoond werden velen van die
‘Heidengelovigen’ zware criticasters van het Joodse volk dat in meerderheid hun
ware Messias afwees!
Wanneer we nu de getalswaarde 1975 tellen
vanaf dat bewuste jaar 47/48 AD (4049 AM) komen we uit op het jaar 6024 AM of
2022/2023 AD. En logischerwijs zullen dan die onware vrienden van Israël
definitief worden ontmaskerd. Hoe en waarom? Omdat, naar we verwachten, dán de
Opname van de Christelijke Gemeente zal plaats vinden en uit het boek Job afgeleid mag worden dat die zogenaamde ‘vertroosters’
dan achter zullen blijven.
Neem immers nota hoe het boek Job in hoofdstuk 42 eindigt >>
Nadat YHWH deze
woorden tot Job gesproken had, gebeurde het dat YHWH
tegen Elifaz, de Temaniet,
zei: Mijn toorn is ontbrand tegen jou en tegen je twee vrienden, want gij hebt
niet juist over mij gesproken, zoals mijn knecht Job. Neem daarom zeven jonge stieren en zeven rammen voor je,
en ga naar mijn knecht Job. Breng brandoffers voor je
en laat mijn knecht Job voor je bidden. Want alleen
zijn gebed zal
ik aannemen, zodat ik met jou niet doe naar je dwaasheid; want jullie hebben
niet naar waarheid over mij gesproken, zoals mijn knecht Job.
Toen gingen Elifaz, de Temaniet, en Bildad, de Suhiet en Zofar,
de Naämathiet, heen, en deden zoals YHWH tot hen
gesproken had; en YHWH nam het gebed van Job aan. En
YHWH bracht een ommekeer in het levenslot van Job,
toen hij gebeden had voor zijn vrienden. YHWH vermeerderde alles wat Job bezeten
had tot het dubbele toe.
(Job 42:7-10; HSV aangepast)
Wat een verrassende wending voor de
zogenaamd christelijke vrienden van Job/Israël! Alleen door de tussenkomst van
Gods Knechtnatie zullen er nog vooruitzichten voor hen zijn Js 42:8-9; 43:10-12;
Mt 24:45-47.
Terloops wordt hiermee ook aan ons onthuld
dat die leden van de christenheid nooit deel uitmaakten van Yeshua’s
Gemeentelichaam. Want dat Lichaam zal waarschijnlijk niet al te ver vóór het
begin van de 70e Week met haar Hoofd in de hemel verenigd worden!
In Job 8 horen wij hoe de Suhiet Bildad zijn kritisch geluid naar Job toe ventileert >>
Toen antwoordde de Suhiet Bildad en zei: |
||
Hoe lang zult gij deze dingen blijven uiten, terwijl de woorden van uw mond slechts een krachtige wind zijn? Optelling GW 762+1474 = 2236 ≈≈ ondermeer Hs 11:4 >> Met de touwen van de aardse mens bleef ik hen trekken, met de koorden der liefde, zodat ik hun werd als degenen die een juk van hun kaken aflichten, en met zachtheid bracht ik hen voedsel. |
||
Zal God zelf het recht buigen, of zal de Almachtige zelf de rechtvaardigheid buigen? Optelling GW 2236+1992 = 4228 >> Ondermeer Ez 8:2 >> Vervolgens
zag ik, en zie! Iets wat geleek op de
aanblik van vuur; vanaf wat eruitzag als zijn heupen en neerwaarts was er
vuur; en vanaf zijn heupen en opwaarts was er iets dat eruitzag als een
lichtglans, gelijk de gloed van elektrum. Zie de Gematriastudie >> Debacle
Derde Tempel - Ezechiël 8 en 9 . |
||
Indien
uw eigen zonen tegen hem hebben gezondigd, zodat hij hen in de hand van hun
opstandigheid laat geraken.
Optelling GW 4228+1083 = 5311 >> Ondermeer 1Kr 9:22 >> Al degenen die waren uitgekozen als poortwachters aan de drempels waren er 212. Zij waren in hun nederzettingen volgens hun inschrijving in de geslachtsregisters. Dezen waren door David en de ziener Samuël in hun vertrouwenspositie bevestigd. |
||
Indien
gijzelf God zult zoeken, en gij
de Almachtige gunst zult afsmeken.
Optelling GW 5311+2676 = 7987 ≈≈ 2Tm 4:14 >> Alexander de smid berokkende mij veel kwaad; de Heer zal hem
vergelden naar zijn werken. Die Alexander lijkt echt ‘thuis te horen’ in Jobs valse vriendenkring! |
||
indien gij zuiver en oprecht zijt, zou hij nu voor u ontwaken, en hij zou stellig uw rechtvaardige verblijfplaats herstellen. Optelling GW
7987+2961 = 10948 ≈≈ 2Ko 11:4 >> Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt
die wij niet predikten, of jullie een andere geest ontvangen die jullie niet
ontvingen, of een ander evangelie dat jullie niet aannamen, dan verdragen
jullie dat zeer wel. Weer
zo’n passage waarin onware ‘christenen’ in beeld
komen! |
||
Ook mag uw begin dan iets kleins zijn gebleken, maar uw eigen einde later zou zeer groot worden. Optelling GW 10948+2365 = 13313 ≈≈ Rm 2:3 >> Denk jij
soms, o mens, die hen oordeelt die zulke dingen beoefenen, en ze zelf doet,
dat jij aan het oordeel van God zult ontkomen? |
Waarlijk,
doe slechts navraag bij het voorgeslacht, en geef acht op hetgeen
door hun vaderen werd uitgevorst. |
||
Want
wij zijn slechts gisteren; wij weten niets aangezien onze dagen op aarde een
schaduw zijn. |
||
Zullen
zij
u niet onderwijzen, het u vertellen.
En zullen zij uit hun hart geen woorden voortbrengen? |
GW 5711
>> Gl 3:25 >> Nu echter het geloof is gekomen staan wij niet
langer onder een leermeester.
Ook 1Tm 4:13 >> Houd je, totdat ik
kom, bezig met het voorlezen, het vermanen en het onderwijzen.
Bildad zegt in feite tot Job - zoals eerder ook al Elifaz in dezelfde verwijtende trant had gedaan - Wie ben jij eigenlijk dat je het beter zou weten dan de vaderen? Toegepast op de afvallige Christenheid: Het lijdende Job-Israël zou er beter aan doen de zogenaamde theologen van de Oudheid te raadplegen. In de Christenheid denkt men dan, als voorbeeld, aan figuren zoals Augustinus. Ga dus vooral je licht opsteken bij die verre voorvaders die echter niet zelden – achteraf bezien - zelf in alle opzichten geestelijk verdwaald waren!
Maar 1Tm 4:13 geeft Paulus heel andere raad: Wend je [uitsluitend] tot het ware Woord van YHWH Elohim!
Zal
de papyrusplant hoog opschieten zonder een moerassige plaats? Zal het riet
groot worden zonder water? |
||
Terwijl
het nog in de knop is, niet afgeplukt, zelfs vóór al het andere gras zal het
verdorren. De GW 1227 wordt onder meer gevonden in Ps 26:2
>> Onderzoek mij, o YHWH, en stel mij
op de proef. Louter mijn nieren en mijn hart. Tezamen 663 + 1227 = 1890
≈≈ Ps 32:1 >> Gelukkig is hij wiens opstandigheid wordt vergeven, wiens
zonde wordt bedekt. |
||
Zo
zijn de paden van allen die God vergeten. En zelfs de hoop van een afvallige
zal te gronde gaan. GW 2561 ≈≈ ondermeer in Ps 124:7
>> Onze ziel is als een vogel die ontsnapt is uit het klapnet
van vogelaars. Het klapnet is gebroken, en wij zijn ontsnapt. GW 11 tm 13 4451 ≈≈ Ez 36:24 >> En ik wil jullie uit de Heidenvolken halen en jullie bijeenbrengen uit alle landen en jullie brengen op je grond. |
||
Wiens vertrouwen
wordt afgesneden, en wiens toeverlaat het huis van een spin is. GW 1627 ≈≈ Ps 147:19 >> Hij vertelt zijn woord aan Jakob; zijn voorschriften en zijn rechterlijke beslissingen aan Israël. GW 11 tm 14 6078 ≈≈ Dt 7:8 >> Maar omdat YHWH jullie liefhad, en omdat hij zich
hield aan de beëdigde verklaring die hij jullie voorvaders gezworen
had, daarom heeft YHWH jullie met sterke hand uitgeleid, om u los te
kopen uit het slavenhuis, uit de hand van Farao, de koning van Egypte. |
||
Hij
zal op zijn huis steunen, maar het zal niet blijven staan. Hij zal het
vastgrijpen, maar het zal geen stand houden. GW 11 tm 15 7523 ≈≈ Mt 6:12 >> En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars hebben vergeven. En Jk 3:14 >> Maar indien gij bittere naijver en twistzucht in jullie hart hebt, schept gij [dan] niet op en doet gij de waarheid geen geweld aan? |
||
Hij
staat saprijk in de volle zon, en in zijn tuin komt zijn eigen loot te
voorschijn. GW 11 tm 16 10178 ≈≈ Rm 6:5 >> Want indien wij samengegroeid zijn in de gelijkheid van zijn dood, zullen wij het beslist ook zijn van de opstanding. |
||
In
een steenhoop worden zijn wortels vervlochten, een huis van stenen aanschouwt hij. GW 11 tm
17 11770
≈≈ Op 11:2 >> En het voorhof
dat buiten het tempelheiligdom is moet je er buiten houden en niet meten want
het is aan de Heidenvolken gegeven, en zij zullen de heilige Stad
tweeënveertig maanden vertreden.
|
||
Indien
men hem uit zijn plaats verzwelgt, dan zal deze hem stellig verloochenen, [door te zeggen:] Ik heb u niet gezien. GW 11 tm
18 13225
≈≈ Jh
6:64 >> Maar er zijn sommigen
onder jullie, die niet geloven. Yeshua wist namelijk van begin af wie
het waren die niet geloofden en wie het was die hem zou verraden. |
||
Zie! Dat
is de ontbinding van zijn weg, en uit het stof spruiten anderen voort. GW 11 tm 19 14927
≈≈ 1Pt 2:9 >> Gij echter een
uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, een
volk tot eigendom, opdat gij wijd en zijd de grote daden zoudt
verkondigen van hem die jullie uit de duisternis heeft geroepen tot zijn
wonderbaar licht. |
||
Zie! God
zelf zal niemand verwerpen die onberispelijk is. Noch zal hij boosdoeners bij
de hand vatten. GW 11 tm 20 16143 ≈≈ Hn 15:36 >> Na enige dagen nu zei Paulus tot Barnabas: Laten wij bovenal terugkeren en de broeders bezoeken in elk van de steden waarin wij het woord van de Heer hebben verkondigd, om te zien hoe zij het maken. |
Totdat
hij uw mond met gelach vervult, en uw lippen met gejuich. |
||
Juist
degenen die u haten, zullen met schaamte worden bekleed, en de tent der
goddelozen zal niet zijn. Tezamen GW 4390
≈≈ Hn 8:23 > Met betrekking tot Simon die magische kunsten beoefende lezen we dat Petrus
hem aldus bestempelde: Want ik zie dat gij
een giftige gal en een band van onrechtvaardigheid zijt. |
Job 31
Indien ik gelijk een aardse mens mijn overtredingen
bedekte, door mijn dwaling in mijn borstzak te verbergen. |
||
Omdat ik
van angst zou ineenkrimpen voor een grote menigte, of de verachting van
families mij schrik zou aanjagen, en ik zou blijven zwijgen, zou ik de ingang
niet uitgaan. |
||
Had ik toch maar iemand die
naar mij luisterde, dat naar mijn handtekening de Almachtige zelf mij
zou antwoorden! Of dat de persoon in het rechtsgeding met mij, maar een
document had geschreven!
|
||
Waarlijk, op mijn schouder
zou ik het dragen; ik zou het mij ombinden als een luisterrijke kroon. |
||
Het getal van mijn schreden zou ik hem vertellen; als een leider zou ik tot
hem naderen. |
||
Indien tegen mij mijn eigen
grond om hulp zou roepen, en zijn voren gezamenlijk zouden wenen.
|
||
Indien ik zijn
vruchtopbrengst heb gegeten zonder geld, en ik de ziel van zijn
eigenaars heb doen hijgen. |
||
Dan moge in plaats van tarwe
het doornige onkruid opschieten, en in plaats van gerst stinkend onkruid. De
woorden van Job zijn ten einde. |
GW 17179 ≈≈ Mr 11:2 [op Palmzondag] >> En hij zei tot hen: Gaat het dorp in dat jullie vóór je zien, en zodra jullie er binnenkomen, zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, waarop nog geen mens heeft gezeten; maakt het los en brengt het mee.
En ook 1Jh 5:16 >> 16 Indien iemand zijn broeder ziet zondigen, zonde niet ten dode, zal hij vragen en hij zal hem leven geven; aan hen die niet zondigen ten dode. Er is zonde ten dode; daarover zeg ik niet dat hij zou vragen.