Schriftstudies.tk
Genesis 11

 

Hoofdstuk 11 van Spaak 1 Bijbelwiel 1-23-45

De Boeken Genesis-Jesaja-Romeinen

 

Genesis 11

 

Gn 11:5

Toen daalde YHWH neer om de stad en de toren die de mensenzonen hadden gebouwd, te zien.

2723

Gn 11:6

Daarna zei YHWH: Zie! Zij zijn één volk en er is één taal voor hen allen, en dit beginnen zij te doen. Wel, nu zal niets van wat zij wellicht van plan zijn te doen, onbereikbaar voor hen zijn.

4607

Gn 11:7

Kom dan! Laten wij afdalen en daar hun taal verwarren, opdat zij elkaars taal niet verstaan. 

3854

 

GW 11184 ≈≈ Mt 15:8 >> Dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is ver van mij verwijderd.

 

In vers 1 van Gn 11 werd vastgesteld dat de hele aarde aanvankelijk één lip had.

 

En 2Tm 2:22 >> Maar ontvlucht de begeerten der jeugd; jaag daarentegen naar gerechtigheid, trouw, liefde en vrede met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart.

 

Gn 11:7

Kom dan! Laten wij afdalen en daar hun taal verwarren, opdat zij elkaars taal niet verstaan. 

3854

Gn 11:8

Bijgevolg verstrooide YHWH hen vandaar over de gehele oppervlakte der aarde, en geleidelijk staakten zij de bouw van de stad.  

2450

Gn 11:9

Daarom werd haar naam Babel genoemd, omdat YHWH daar de taal van de gehele aarde had verward, en vandaar had YHWH hen over de gehele oppervlakte der aarde verstrooid.

3657

 

GW 9961 ≈≈ 2Ko 5:16 >> Bijgevolg kennen wij van nu af niemand naar vlees; zelfs indien wij [de] Messias naar vlees gekend hebben, kennen wij [hem] nu toch niet meer.

 

Jesaja 11

 

Js 11:1

En er moet een rijsje voortkomen uit de wortelstok van Isaï; en uit zijn wortels zal een spruit vruchtbaar zijn.

2261

Js 11:2

En op hem moet de geest van YHWH komen te rusten, de geest van wijsheid en van verstand, de geest van raad en van kracht, de geest van kennis en van de vrees voor YHWH;

2717

Js 11:3

en hij zal vreugde scheppen in de vrees voor YHWH. En hij zal niet richten naar wat zijn ogen alleen maar zien, noch terechtwijzen naar wat zijn oren slechts horen.

2383

Js 11:4

En met rechtvaardigheid moet hij de geringen richten, en met oprechtheid moet hij terechtwijzing geven ten behoeve van de zachtmoedigen der aarde. En hij moet de aarde slaan met de roede van zijn mond; en met de geest van zijn lippen zal hij de goddeloze ter dood brengen.

4529

Js 11:5

En rechtvaardigheid moet de gordel van zijn heupen blijken te zijn, en getrouwheid de gordel van zijn lendenen.

1411

 

GW 13301 ≈≈ 1Ko 9:15 >> Ik heb echter van geen enkele van deze [voorzieningen] gebruik gemaakt. Maar deze dingen schreef ik niet dat het in mijn geval zo zou worden, want het zou beter voor mij zijn te sterven dan ― niemand zal mijn roemen teniet doen!  

 

Js 11:6

En de wolf zal werkelijk een poosje bij het mannetjeslam vertoeven, en bij het bokje zal de luipaard zich neerleggen, en het kalf en de jonge leeuw met manen en het weldoorvoede dier alle bij elkaar; en een kleine jongen zal ze leiden.

2671

Js 11:7

Ja, de koe en de beer zullen weiden; samen zullen hun jongen neerliggen. En zelfs de leeuw zal stro eten net als de stier.

2540

Js 11:8

En de zuigeling zal spelen bij het hol van de cobra; en op de lichtopening van een giftige slang zal een gespeend kind werkelijk zijn eigen hand leggen. 

2922

Js 11:9

Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal vervuld zijn van de kennis van YHWH, zoals de wateren ook de zee bedekken.

3027

 

GW 11160 ≈≈ Es 3:12 >> Toen werden de secretarissen van de koning geroepen, in de eerste maand, op de dertiende dag daarvan, en het schrijven geschiedde voorts naar al wat Haman gebood aan de satrapen van de koning en aan de stadhouders die over de verschillende rechtsgebieden waren, en aan de vorsten van de verschillende volken, van elk rechtsgebied, in zijn eigen schrijfstijl, en aan elk volk in zijn eigen taal; in naam van koning Ahasveros werd het geschreven en het werd verzegeld met de zegelring van de koning.   

 

Js 11:9

Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal vervuld zijn van de kennis van YHWH, zoals de wateren ook de zee bedekken.

3027

Js 11:10

En het moet geschieden op die dag dat de wortel van Isaï er zal zijn, die daar zal staan tot een signaal voor de volken. Tot hem zullen zelfs de Heidenvolken zich vragend wenden,  en zijn rustplaats moet heerlijk worden.

3724

Js 11:11

En het moet geschieden op die dag dat YHWH wederom zijn hand zal bieden, een tweede maal, om degenen die overblijven van zijn volk te verwerven, dat zal overblijven uit Assyrië en uit Egypte en uit Pathros en uit Kusch en uit Elam en uit Sinear en uit Hamath en van de eilanden der zee.

7343

Js 11:12

En hij zal een signaal opheffen voor de Heidenvolken en de verdrevenen van Israël vergaderen; en de verstrooiden van Juda zal hij bijeenbrengen van de vier vleugels der aarde.

3345

 

GW 17439 ≈≈ 1Ko 14:25 >> de verborgen dingen van zijn hart worden openbaar, en aldus zal hij - na op [het] aangezicht te zijn gevallen - God hulde brengen, openlijk verklarend: "Waarlijk, God is in jullie midden".

 

Js 11:12

En hij zal een signaal opheffen voor de Heidenvolken en de verdrevenen van Israël vergaderen; en de verstrooiden van Juda zal hij bijeenbrengen van de vier vleugels der aarde.

3345

Js 11:13

En de jaloezie van Efraïm moet wijken, en zelfs zij die blijk geven van vijandschap jegens Juda, zullen worden afgesneden. Ja, Efraïm zal niet jaloers zijn op Juda, noch Juda blijk geven van vijandschap ten opzichte van Efraïm.

4378

Js 11:14

En naar de Zee moeten zij de Filistijnen op de schouder vliegen; samen zullen zij de zonen van het Oosten plunderen. Naar Edom en Moab zullen zij hun hand uitsteken, en de zonen van Ammon zullen hun onderdanen zijn.

3907

 

GW 11630 ≈≈ Op 22:3 >> En er zal geen enkele vervloeking meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal in haar zijn, en zijn slaven zullen openbare dienst voor hem verrichten.

 

Js 11:15

En YHWH zal de tong van de Egyptische zee afsnijden en in de gloed van zijn geest zijn hand over de Rivier zwaaien. En hij moet haar slaan in [haar] zeven stromen, en hij zal de mensen werkelijk in sandalen doen lopen.

3419

Js 11:16

En er moet een hoofdweg komen uit Assyrië voor het overblijfsel van zijn volk, dat zal overblijven, net zoals er gekomen is voor Israël ten dage dat het optrok uit het land Egypte.

5554

 

GW 8973 ≈≈ Mr 12:32 >> De schriftgeleerde zei tot hem: Leraar, gij hebt in overeenstemming met de waarheid goed gezegd: Hij is Eén, en er is geen ander dan Hij.

 

En Rm 1:19 >> omdat wat kenbaar is van God openbaar is onder hen, want God maakte het hun openbaar.

 

Ook Rm 13:13 >> Laten wij, zoals overdag, op een gepaste wijze wandelen, niet in zwelgpartijen en drinkgelagen, niet in ontuchtige- en losbandige gedragingen, niet in ruzie en naijver.

 

En Gl 3:23 >> Maar voordat het geloof kwam verkeerden wij in bewaring onder Wet, met elkaar opgesloten, in afwachting van het geloof dat geopenbaard zou worden. 

 

Romeinen 11

 

Ik zeg dan: Verstiet God zijn volk? Mag dat niet geschieden! Ook ik ben immers een Israëliet, uit Abrahams zaad, van stam Benjamin.

 

God verstiet zijn volk dat hij tevoren kende niet. Of weten jullie niet wat de Schrift zegt omtrent Elia? Zoals hij bij God pleit tegen Israël:

 

Heer, uw profeten brachten zij ter dood, uw altaren haalden zij omver, en ik werd alleen achtergelaten, ook zoeken zij mijn ziel. 

 

GW 13498 ≈≈ Lk 6:26 >> Wee wanneer alle mensen goed over jullie spreken; want soortgelijke dingen plachten hun vaderen aan de leugenprofeten te doen.
 

En Op 8:10 >> En de derde engel blies de trompet en een grote ster [genaamd Alsem] brandend als een lamp viel uit de hemel, en viel op het derde deel der rivieren en op waterbronnen.

 

Maar wat zegt de godsspraak tot hem? Ik liet voor mijzelf zevenduizend mannen over, die de knie voor de Baäl niet bogen.

 

GW 10816 ≈≈ Lk 22:59 >> En nadat ongeveer een uur was verlopen verzekerde iemand anders met stelligheid, zeggend: In waarheid, ook deze was met hem, want ook hij is een Galileeër.

 

5  Zo is er dan ook in het tegenwoordige tijdperk een overblijfsel verschenen, overeenkomstig genadige verkiezing.

 

GW 7027 ≈≈ Mt 17:11 >> Hij gaf ten antwoord: Elia komt inderdaad en zal alle dingen herstellen.

 

Ook Lk 9:20 >> Hij nu zei tot hen: Jullie evenwel, wie zeggen jullie dat ik ben? Petrus nu zei ten antwoord: De Masjiach van God.

 

En Jh 15:21 >> Maar zij zullen jullie al deze dingen aandoen wegens mijn naam, omdat zij Hem niet kennen die mij zond.

 

Maar indien naar genadige gunst, [is het] niet langer uit werken, anders is genadige gunst niet langer genadige gunst geworden. 

 

GW 11561 ≈≈ Mt 15:23 >> Doch hij antwoordde haar geen woord. Daarom gingen zijn leerlingen naar hem toe met het verzoek: Zend haar weg, want zij blijft ons achternaroepen.

 

Wat dan? Wat Israël ernstig zoekt, dát verkreeg ze niet, maar het uitverkoren deel verkreeg [het]; de overigen werden namelijk verhard,

 

GW 9159 ≈≈ Op 20:5 >> De overigen der doden kwamen niet tot leven totdat de duizend jaren ten einde waren.

 

zoals geschreven staat: God gaf hun een geest van diepe slaap, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot op de dag van heden.

 

GW 13331 ≈≈ Mt 11:10 >> Deze is het over wie geschreven staat: Zie! Ikzelf zend mijn boodschapper voor uw aangezicht uit, die uw weg vóór u zal bereiden!

 

En ook Jh 12:13 >> namen zij [op Palmzondag] de takken van palmbomen en gingen hem tegemoet. En zij riepen voorts:  Red toch! Gezegend is hij die komt in naam van de Heer, ja, de koning van Israël!

 

En David zegt: Laat hun tafel tot een strik worden en tot valkuil, en tot een struikelblok en tot een vergelding voor hen.

 

GW 6585 ≈≈ Dt 32:46 >> zei hij verder tot hen: Neemt al de woorden die ik heden als waarschuwing tot jullie spreek, ter harte, opdat jullie je zonen moogt gebieden er zorg voor te dragen al de woorden van deze Wet te volbrengen.

 

10  Laat hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien, en krom hun rug voor altijd.

 

GW 11001.

 

De vv 9 en 10 tezamen >> 6585 + 11001 = GW 17586 ≈≈ Mt 15:31 >> Zodat de menigte verbaasd stond toen zij zagen dat de stommen spraken en de kreupelen liepen en de blinden konden zien, en zij verheerlijkten de God van Israël.

 

11  Ik zeg dan: Zij struikelden toch niet [zodanig] dat zij zouden vallen? Mag dat niet geschieden! Maar door hun misstap [kwam] de redding tot de Heidenvolken, om hen tot jaloezie te prikkelen.

 

12  Indien echter hun misstap rijkdom van de wereld [betekent] en hun vermindering rijkdom der Heidenvolken, hoeveel te meer hun volheid!

 

GW 14332 ≈≈ Mt 2:15 >> En hij bleef daar tot het overlijden van Herodes, opdat vervuld zou worden hetgeen de Heer door zijn profeet had gesproken, toen hij zei: Uit Egypte heb ik mijn Zoon geroepen.  

 

13  Maar tot jullie, de Heidenen, zeg ik: Voor zover ikzelf dan waarlijk een apostel van de Heidenvolken ben, mijn bediening maak ik heerlijk,

 

GW 8175.

 

14  of ik wellicht mijn vlees tot jaloezie zal prikkelen en enigen uit hen zal redden.

 

GW 8520.

 

De vv 13/14 tezamen GW 16695 ≈≈ Rm 15:24 >> Hoop ik, als ik naar Spanje reis, jullie op doorreis te zien en door jullie verder geholpen te worden op weg daarheen, nadat ik eerst enigermate van jullie gezelschap heb mogen genieten. 

 

Ook Ks 2:18 >> Laat jullie niet de prijs ontzeggen door iemand die bereid is tot zelfvernedering en engelenverering, ingewijd in de dingen die hij heeft gezien, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken.

 

15  Indien namelijk hun verwerping verzoening van de wereld [betekent], wat [is] de aanneming anders dan leven uit doden?

 

GW 6977.

 

Tezamen met vers 14 leidt dat tot 8520 + 6977 = 15497 ≈≈ Jh 12:42 >> Toch stelden zelfs velen van de regeerders werkelijk geloof in hem, maar vanwege de Farizeeën beleden zij [hem] niet, om niet uit de synagoge te worden geworpen.

 

Maar nog een reden wordt in vers 43 (Jh 12) vermeld >> Zij hadden de heerlijkheid van de mensen meer lief dan zelfs de heerlijkheid van God.

 

16  Indien nu de eerstelinggave heilig [is], ook het deeg, en indien de wortel heilig [is], ook de takken.

 

GW 2713.

 

Wordt ondermeer aangetroffen in Js 49:1 >> Luistert naar mij, jullie kustlanden, en schenkt aandacht, jullie nationale groepen ver weg. YHWH heeft mij [zijn Zoon; de Masjiach] zelfs van de buik af geroepen. Van de inwendige delen van mijn moeder af heeft hij mijn naam vermeld.

 

17  Als dan enige der takken werden weggebroken, maar jij, zijnde een wilde olijf, daartussen werd geënt en mededeelhebber werd van de wortel der vettigheid van de olijfboom,

 

GW 12722.

 

Tezamen met GW 2713 van vers 16 leidt eea tot GW 15435 ≈≈ Jh 8:20 >> Deze woorden sprak hij in de schatkamer, toen hij in de tempel onderwees. Maar niemand greep hem, omdat zijn uur nog niet was gekomen.

 

18  verhovaardig je dan niet boven de takken. Maar indien je je boven [ze] verhovaardigt: Niet jij draagt de wortel, maar de wortel jou.

 

GW 8539 ≈≈ 2Ko 8:8 >> Niet als bevel zeg ik [dit], maar wegens de ernstige toewijding van anderen en om de echtheid van jullie liefde te beproeven.

 

En ook 1Tm 1:5 >> Het doel nu van de oproep is liefde uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof.   

 

19  Jij zult dan zeggen: Er werden takken weggebroken, opdat ik zou worden geënt.

 

GW 4015.

 

20  Juist! Wegens ongeloof werden zij weggebroken; jij echter staat door het geloof. Zin niet op hoge dingen, maar vrees.

 

GW 7931.

 

De vv 19/20 tezamen hebben GW 11946 ≈≈ Mr 4:16 >> En evenzo zijn dit degenen die op de rotsachtige plekken zijn gezaaid: Zodra zij het woord hebben gehoord, aanvaarden zij het met vreugde.  

 

Maar in vers 17 voegde Yeshua er aan toe >> 

 

Zij hebben echter geen wortel in zich [d.i. geen blijvend geloof], maar blijven een tijdlang; zodra er daarna wegens het woord verdrukking of vervolging ontstaat, worden zij tot struikelen gebracht. 

 

21  Want indien God de natuurlijke takken niet spaarde, zal hij wellicht ook jou niet sparen.

 

GW 8902 ≈≈ Hn 28:20 >> Waarlijk, om die reden heb ik dringend verzocht jullie te mogen zien en toe te spreken, want wegens de hoop van Israël ben ik in deze keten gesloten.

 

En ook 1Ko 4:14 >> Niet om jullie beschaamd te maken schrijf ik deze dingen, maar [om jullie] als mijn geliefde kinderen ernstig te vermanen.

 

22  Zie dan Gods goedheid en strengheid; weliswaar strengheid over hen die vielen; over jou echter Gods goedheid, wanneer je in de goedheid voortgaat. Anders zal ook jij worden weggekapt.

 

GW 12287 ≈≈ Mr 11:17 >> Maar hij bleef leren en zeggen: Staat er niet geschreven: Mijn Huis zal een Huis van gebed voor alle Heidenvolken worden genoemd? Maar jullie hebben het tot een rovershol gemaakt.  

 

23  En ook zij zullen, wanneer zij niet voortgaan in het ongeloof, geënt worden, want God is machtig hen wederom te enten.

 

GW 8139 ≈≈ Jozua 4:8 >> Bijgevolg deden de zonen van Israël aldus, juist zoals Jozua had geboden, en zij namen twaalf stenen uit het midden van de Jordaan op, juist zoals YHWH tot Jozua gesproken had, naar het getal van de stammen der zonen van Israël. En zij namen ze vervolgens met zich mee naar het nachtkwartier aan de overkant en legden ze daar neer.  

 

24  Want indien jij werd weggekapt uit de van nature wilde olijfboom, en tegen de natuur werd geënt op een gekweekte olijfboom, hoeveel te meer dezen die naar de natuur geënt zullen worden op de eigen olijfboom.

 

GW 12163 ≈≈ Mr 14:37 >> En hij kwam en vond hen slapend, en hij zei tot Petrus: Simon, slaap jij? Had jij niet de kracht om één uur te waken?

 

En ook Lk 22:45 >> En hij stond op van het gebed, kwam bij de leerlingen en vond hen in slaap gevallen van droefheid.

 

Ongewoon opmerkelijk! Markus en Lukas beschrijven dezelfde nachtelijke gebeurtenis, ieder in de eigen, maar verschillende bewoordingen.

Toch is de GW van beide teksten gelijk (12163).

 

25  Want ik wil niet, broeders, dat jullie onwetend zijn van dit geheimenis - opdat jullie niet volgens eigen inzicht bezig zijn - dat er voor een deel verharding over Israël kwam, totdat de volheid der Heidenvolken is binnengekomen.

 

26  En zo zal heel Israël gered worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen, hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden.

 

27  En dit zal voor hen mijn verbond zijn, wanneer ik hun zonden zal hebben weggenomen.

 

GW 6998 ≈≈ Jozua 11:16 >> Jozua dan veroverde heel dit land, het bergland en heel de Negeb en het hele land Gosen en de Sjefela en de Araba en het bergland van Israël met zijn Sjefela.

 

Ook Hn 27:4 >> En vandaar in zee gestoken, voeren wij onderlangs het [eiland] Cyprus, omdat de winden tegen zaten.

 

28  Naar het Evangelie [zijn zij] weliswaar vijanden omwille van jullie, maar naar de verkiezing geliefden vanwege de vaderen.

 

GW 5833 ≈≈ Gn 24:14 >> Het moet geschieden dat de jonge vrouw tot wie ik zal zeggen: Laat je waterkruik alstublieft neer, opdat ik moge drinken, en die werkelijk zal zeggen: Drink, en ik zal ook uw kamelen drenken, díé moet gij voor uw knecht, voor Isaäk, bestemmen; en laat mij hieraan weten dat gij loyale liefde jegens mijn meester hebt betracht.  

 

29  Want onberouwlijk [zijn] de genadegaven en de roeping van God.

 

GW 4150 ≈≈ o.a. Js 29:22 >> Daarom heeft YHWH dit tot het Huis van Jakob gezegd, hij die Abraham verloste: Jakob zal nu niet beschaamd staan, noch zal zijn eigen gezicht nu bleek worden.

 

En Ez 10:22 >> En wat de gelijkenis van hun gezichten aangaat, het waren de gezichten waarvan ik het uiterlijk had gezien aan de rivier de Kebar, precies dezelfde. Zij gingen elk steeds recht vooruit.

 

30  Zoals jullie immers eens God ongehoorzaam waren, maar [aan wie] nu barmhartigheid werd bewezen wegens de ongehoorzaamheid van dezen,

 

GW 8241 ≈≈ o.a. Op 19:9 >> En hij zegt tegen mij: Schrijf! Gelukkig zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam! Ook zegt hij tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.

 

31  zo werden ook dezen nu ongehoorzaam wegens de jullie [betoonde] barmhartigheid, opdat ook aan hen barmhartigheid bewezen zou worden.

 

GW 8087 ≈≈ Mr 9:4 >> Ook verscheen hun Elia samen met Mozes, en zij waren in gesprek met Yeshua.

 

De GW van de vv 30/31 tezamen: 8241 + 8087 = 16328 ≈≈ Hn 3:13 >> De God van Abraham en van Isaäk en van Jakob, de God van onze voorvaders, heeft zijn Knecht, Yeshua, verheerlijkt, die jullie hebben overgeleverd en voor het aangezicht van Pilatus hebben verloochend, ofschoon deze besloten had hem vrij te laten.  

 

32  Want God sloot hen allen op in ongehoorzaamheid opdat hij aan allen barmhartigheid zou bewijzen.

 

GW 5300 ≈≈ o.a. Rc 7:2 >> YHWH zei nu tot Gideon: Het volk dat bij je is, is mij te veel om Midian in hun hand te geven. Misschien zou Israël zich tegen mij beroemen, door te zeggen: Mijn eigen hand heeft mij gered.

 

33  O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en onnaspeurlijk zijn wegen!

 

34  Want wie kende [het] denken van de Heer? Of wie werd zijn raadsman?

 

35  Of wie gaf hem eerst iets, en moet het hem vergolden worden?

 

GW 5814 ≈≈ o.a. Mr 15:18 >> En zij [de soldaten van Pilatus] begonnen hem te begroeten: Goedendag, gij koning der Joden!

 

En Jk 1:15 >> Vervolgens, wanneer de begeerte bevrucht is, baart zij zonde; de zonde, eenmaal volgroeid, brengt dood voort.
 

36  Want uit hem en door hem en tot hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.