Antichrist
& Israël – Deel 1
Het
vraagstuk Antichrist
Klik
hier
voor ‘smal’ lezen
Waar precies te
beginnen? Het thema Antichrist in de Bijbel is namelijk zó veelomvattend
dat men zich kan afvragen: Wat is het beste aangrijpingspunt? Voor de hand ligt
uiteraard om zich meteen tot de brieven van Johannes te wenden. Waarom? Omdat
alleen in die Geschriften de term wordt aangetroffen. De term dus, want het
thema vindt men door de hele bijbel heen. En
zoals met veel hoofdthema's van de Bijbel het geval is, vormt ook
hier de eerste profetische uitspraak in Genesis 3:15 een vertrekpunt. De
bewoordingen die daar worden gehanteerd plaatsen immers een aantal zaken
tegenover elkaar, t.w.:
1.
U ( de
Slang ) < > de
Vrouw en 2. Uw
Zaad < > haar
Zaad
Punt 2
in het bijzonder geeft de situatie aan die met betrekking tot de
Antichrist aan de orde is. Anti heeft in het Grieks namelijk twee betekenissen:
a.)
tegenover
b.) in
plaats van
In het geval van de
Antichrist zijn beide toepasselijk:
De Antichrist is een
figuur die zich tegenover de ware Christus [Messias Jezus] in een
vijandige tegenstand plaatst, terwijl hij ook degene is die zich voor de ware
Christus zal uitgeven; een pseudo-Messias derhalve
die het zal doen voorkomen of hijzelf de Christus of Messias is.
Dat
alles ligt profetisch opgesloten in (vooral) de tweede tegenstelling van
Genesis 3:15: het Zaad van de Slang tegenover het Zaad van de Vrouw; in de
ultieme vervulling de Antichrist in vijandschap tegenover Messias Jezus.
Om nu maar meteen deze
eerste profetie verder uit te diepen:
Van het Zaad van de
Vrouw wordt voorzegd dat hij de Slang in de kop zal vermorzelen. Om dit te zijner
tijd werkelijk te kunnen doen moet het Zaad, Messias Jezus, vanzelfsprekend geestelijk
zijn, want slechts een machtige geest zou de Duivel, ook een machtig geestelijk
personage, definitief kunnen uitschakelen. Maar dit wekt het vermoeden dat het
Zaad van de Slang, dus de pseudo-Messias, eveneens geestelijk moet zijn.
En dit nu is - in de oplossing van het vraagstuk dat Antichrist heet - een
eerste belangrijke sleutel: De Antichrist is in principe geestelijk
van natuur, zoals ook de ware Christus in principe van een
geestelijke natuur is.
Met opzet zeggen
wij in principe, want in een andere belangrijke profetie die
gaat over de Messias als het beloofde Zaad, Genesis 22:16-18, wordt hij
aangekondigd als een vleselijke nakomeling van de gelovige Abraham.
Die tweede profetie
gaf dus lang geleden te kennen dat het Beloofde Zaad dat in feite geestelijk
van oorsprong is, tijdelijk mens op aarde zou zijn in de geslachtslijn van
Abraham. En het is natuurlijk duidelijk waarom; want als mens zou hij in
staat zijn om door zijn dood in de vereiste losprijs te voorzien.
Uiteindelijk zou
hij evenwel weer tot zijn eigenlijke
geestelijke natuur moeten terugkeren om de Slang in de kop te kunnen
vermorzelen. En dat gebeurde ook, bij zijn opstanding: weliswaar
ter dood gebracht in vlees maar levend gemaakt in geest
(1 Petrus 3:18).
Maar er is een tweede
belangrijke sleutel. Als inderdaad het Zaad van de slang geestelijk van natuur
is -precies zoals het geval is met het Zaad van de vrouw-
waar moeten wij dit Zaad dan zoeken?
Het antwoord is
eigenlijk niet moeilijk: dat Zaad moet gezocht worden in de sfeer der demonen.
Niet voor niets immers verhaalt Gods Woord al in Genesis hoofdstuk 6 dat in de
periode die aan de grote Vloed vooraf ging:
De zonen van de ware God
gingen de dochters der mensen gadeslaan, dat zij mooi waren; en zij gingen zich
vrouwen nemen, namelijk allen die zij verkozen.
Dat was een daad van
opstand van de zijde van die zonen Gods, zijn engelen. Waarom? Om bij hun
vrouwen op aarde te kunnen wonen en met hen te kunnen samenleven, moesten deze
engelen zich namelijk menselijke lichamen materialiseren. Een
dergelijke gang van zaken is evenwel
tegennatuurlijk en om die reden bedreven die opstandige engelen een zonde die
later vergeleken kon worden met die van de bewoners van Sodom. Zie Genesis
6:2-3; 1 Petrus 3:19-20; 2 Petrus 2:4 en Judas 6.
Het is dan ook niet
zonder reden dat Jezus instemde met de opmerking van de Farizeeën die
volgens Mattheϋs 12:24 Satan
aanduidden als "de heerser der demonen". De demonen staan onder het
toezicht van Satan. Zij zijn de ongehoorzame zonen Gods die met de
komst van de Vloed gedwongen werden hun verblijf bij de dochters der
mensheid op te geven en naar het geestenrijk
terug te keren door hun gematerialiseerde mannelijke, menselijke lichamen af te
leggen.
Maar zij geraakten
toen wel onder de heerschappij van Satan en die omstandigheid verschaft de
grondslag voor het opmerkelijke, Bijbelse gegeven dat de
Duivel hen in de eindtijd zal kunnen mobiliseren, en dat ook metterdaad
zal doen, om vanuit het demonenrijk zijn ultieme verzet tegen Gods
voornemen te organiseren in de persoon van de voorzegde Antichrist.
We stelden reeds vast dat de term Antichrist tevens inhoudt dat
die tegenstander van God zich te zijner tijd voor de ware Christus zal
uitgeven. Hoe gaat hij daarbij te werk? Ondermeer door op een
bedrieglijke wijze Messias Jezus in zijn optreden na te bootsen.
De Bijbel maakt ons ver van tevoren attent op situaties en omstandigheden
waaruit de na-aperij van de Antichrist zal blijken.
Enkele voorbeelden,
met de bedoeling een voorlopige indruk van dit door en door bedrieglijke fenomeen te verkrijgen.
• In Genesis 3:15 werd
aangekondigd dat Satan de gelegenheid zou krijgen om het Beloofde Zaad in de
hiel te vermorzelen, dat wil zeggen Jezus' tijdelijke dood te veroorzaken.
Bijgevolg zag Johannes een lam staande als zijnde
geslacht (Op 5:6, 12). Vergelijk dit
met Openbaring 13:3 En één van zijn koppen [van
het antichristelijke Beest] was als ten dode toe
geslacht.
• Wie
mij heeft gezien, heeft de Vader gezien.
Waarom kon Jezus dat
zeggen? Omdat hij volgens Paulus' verklaring in Ks 1:15
het evenbeeld is van de onzichtbare God.
Jahweh God bracht hem
als het ware als zijn replica voort. Hebreeën 1:3 ondersteunt die visie:
Hij
die afstraling der heerlijkheid is en afdruk van zijn wezen, die ook alle
dingen draagt door zijn krachtig woord, heeft, nadat hij reiniging der
zonden bewerkte, plaatsgenomen aan de rechterhand der majesteit in verheven
plaatsen.
Vergelijk dit met
Openbaring 13:1 waar Johannes een Beest uit de zee ziet opstijgen. Met welk
profiel? Dat Beest heeft 7 koppen en 10 horens. Een replica derhalve
van zijn god, de Draak, Satan de Duivel (2Ko 4:4).
Want die antigod heeft volgens Openbaring 12:3 eveneens 7 koppen en 10
horens.
• Ná zijn
opstanding en voorafgaand aan zijn terugkeer naar de hemel verklaarde
Jezus vlgs. Mattheüs 28:18 Alle
macht in de hemel en op aarde is mij gegeven.
En in het visioen van de profeet Daniël zien we Jezus als de Mensenzoon voor
God verschijnen en hem werd heerschappij en
waardigheid en een koninkrijk gegeven. Daniël
7:13-14.
Vergelijk dit met
Openbaring 13:2 En de Draak gaf hem zijn kracht en
zijn troon en grote macht.
Bijgevolg verwondert
het ons niet dat Openbaring 16:10 gewag maakt van "de troon van het
Beest" en ook van "zijn koninkrijk".
• Volgens Romeinen
10:7 daalde Messias Jezus na zijn dood tijdelijk af in de afgrond. Maar
zijn Vader deed hem op de derde dag daaruit weer opkomen. Vergelijk dat met
Lukas 10:18 en in het bijzonder met Openbaring 9:1-3 waar ons een beeld wordt
getoond van een ster die uit de hemel is komen vallen aan wie de sleutel van de
put van de afgrond wordt gegeven. Na die geopend te
hebben komen vanuit die put van de afgrond sprinkhanen op de aarde te
voorschijn die er heel merkwaardig uitzien.
Zie trouwens ook
Openbaring 17:8
Het Beest dat je zag
was en is niet, en het staat op het punt uit de
afgrond op te stijgen, en het gaat heen in vernietiging.
• In Openbaring 19:11
zien we de koning Messias Jezus op een wit paard ten oorlog rijden.
Vergelijk dat met Openbaring 6:1-2 en wat er
plaats vindt wanneer het Lam het eerste zegel opent:
En ik zag toen het
Lam één der zeven zegels opende, en ik hoorde één van de vier Levende wezens
zeggen als met een geluid van donder: Kom! En ik zag en zie een
wit paard en degene die er op zit hebbend een
boog, en hem werd een kroon gegeven; en hij trok er op uit, overwinnend en om
te overwinnen
Zie in dat verband ook
nogmaals Op 13:2
De meeste
commentatoren zijn het er over eens dat deze ruiter vertegenwoordigt wat in
2 Thessalonicenzen 2:11 wordt aangeduid met "een werking van
dwaling" welke God tot mensen laat gaan die liever de leugen geloven dan
de waarheid. De ruiter voert in eerste instantie een onbloedige oorlog, want
hij heeft alleen een boog. Toch overwint hij omdat hij door middel van
overredende misleiding de wereld achter zich krijgt, met name
het joodse en 'christelijke' deel daarvan aangezien hij zich aldus presenteert
als de voorzegde Vredevorst van Jesaja 9:6. Dus
opnieuw na-aperij van de ware Messias.
Zie ons commentaar bij
Openbaring
6:1-2 .
Sommigen
opperen de gedachte dat de ruiter van Openbaring 6:2 en die van 19:11 beide
Messias Jezus afbeelden.
Maar
let eens op de verschillen tussen de twee ruiters van 6:2 en 19:11:
Het
enige wat zij gemeenschappelijk hebben is een wit paard!
De
ruiter van 6:2 heeft alleen een boog doch geen pijlen, terwijl Jezus in 19:11,
15 een scherp lang zwaard heeft dat uit zijn mond tevoorschijn komt.
Bedenk
ook het volgende ten aanzien van 6:2 en zijn ruiter: Zou Jezus zichzelf van
onder het eerste der zeven zegels tevoorschijn moeten laten komen? Want merk op
dat deze ruiter niet kan verschijnen totdat Jezus het zegel voor
hem verbreekt.
Naderhand hopen we
dieper in te gaan op deze Bijbelse aanwijzingen betreffende de
Antichrist. Nu zijn ze bedoeld om een idee te geven in
welke Bijbelgedeelten in het bijzonder wij moeten zijn om opheldering te
krijgen over het mysterie omtrent deze sinistere
figuur. Tevens verschaffen ze een impressie onder welke beelden en
symbolen hij in de bijbel verschijnt.
-.-.-.-
Naar ≥ Overzicht
Studies