Joël en de Eindtijd
Attentie:
In deze studie wordt vooral volgens het gematriabeginsel
geredeneerd.
Hoor
dit, gij oudsten, en leent het oor alle inwoners van
het land. Is dit in jullie dagen geweest, of zelfs in de dagen van jullie
voorvaders? |
||
Vertelt
jullie zonen erover en jullie zonen hun zonen en laat hun zonen het
aan de volgende generatie vertellen. |
||
Wat
de rups overliet, heeft de sprinkhaan opgegeten; en wat de sprinkhaan
overliet, heeft de kruipende, ongevleugelde sprinkhaan opgegeten; en wat de
kruipende, ongevleugelde sprinkhaan overliet, heeft de kakkerlak opgegeten. |
GW 7651
≈≈ Lv 22:18 >> Spreek tot Aäron, tot zijn zonen en tot al de Israëlieten,
en zeg tegen hen: Ieder uit het Huis van Israël en uit de vreemdelingen in
Israël die zijn offergave aanbiedt overeenkomstig al
hun geloften en al hun vrijwillige gaven, die zij YHWH als brandoffer aanbieden
– [het moet, wil het goedkeuring voor jullie verwerven, een gaaf mannelijk dier uit het rundvee, uit de jonge
rammen of uit de geiten zijn. Jullie mogen niets aanbieden waaraan een gebrek
is, want het zal niet toereikend zijn om
goedkeuring voor jullie te verwerven.]
Ontwaakt, jullie dronkaards,
en weent; en jammert, al jullie wijndrinkers, vanwege de zoete
wijn, want hij is van jullie mond afgesneden. |
||
Want
een volk is opgekomen over mijn land, machtig en zonder tal. Zijn tanden zijn
leeuwentanden en het heeft de hoektanden van een leeuw. |
||
Het
heeft mijn wijnstok tot een voorwerp van ontzetting gemaakt en mijn
vijgenboom tot een kale tak. Het heeft hem volledig ontschorst en
weggeworpen. Zijn ranken zijn wit geworden. |
GW 9922 ≈≈ Jh 8:41 >> Gij doet de werken van uw vader [de Duivel]. Zij zeiden dan tegen hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben één Vader, God.
Weeklaag,
zoals een met een zak omgorde maagd om de echtgenoot van haar jeugd. |
||
Graanoffer
en drankoffer zijn afgesneden van het YHWHs Huis;
de priesters, YHWHs dienaren, treuren.
|
||
Het
veld is verwoest, de aardbodem treurt; want het koren is verwoest, de nieuwe
wijn is verdroogd, de olie verkwijnd. |
GW 7290
≈≈ Dt 2:14 >> En de dagen die wij te voet aflegden vanaf Kades-Barnea totdat wij het stroomdal van de Zered overtrokken, waren achtendertig jaar, totdat heel het
geslacht van krijgslieden zijn einde had gevonden en verdwenen was uit het
midden van de legerplaats, juist zoals YHWH hun had gezworen.
Dt 5:14
>> Maar de zevende dag is een sabbat voor
YHWH, uw God. Gij moogt
generlei werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw slaaf, noch uw
slavin, noch uw stier, noch uw ezel, noch enig huisdier van u, noch uw
inwonende vreemdeling die binnen uw poorten is, opdat uw slaaf en uw slavin
mogen rusten, evenals gij.
Ook Dn 11:6.
Jl 2:1 |
Blaast een hoorn in Sion, en heft een strijdkreet aan op mijn heilige berg. Laten alle bewoners van het land in beroering komen; want de Dag van YHWH komt, want hij is nabij! |
3585 |
Jl 2:2 |
Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke donkerheid, gelijk licht van de dageraad uitgespreid over de bergen. Er is een talrijk en machtig volk; zijns gelijke is niet tot bestaan gebracht sedert het onbepaalde verleden, en na hen zal er geen meer zijn tot de jaren van geslacht op geslacht. |
4801 |
Jl 2:3 |
Vóór hen heeft een vuur verslonden, en achter hen verteert een vlam. Gelijk de tuin van Eden is het land vóór hen; maar achter hen is een verlaten wildernis, en er is ook gebleken dat niets ervan ontkomt. |
3451 |
Het tafereel verplaatst ons profetisch naar de Tweede helft van de aanstaande 70ste Jaarweek voor Israël.
In de studie De rol der demonen in de Eindtijd, met name in de delen De Vloed en de gevangenis (1Pt 3) en Joël en de Sprinkhanen, wordt toegelicht dat de profeet doelt op een ongekende demonenactiviteit in de Eindtijd.
Totaal GW 11837 ≈ Mt 5:32 >> Ik zeg jullie echter dat een ieder die zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve wegens hoererij, haar aan overspel blootstelt, en al wie een gescheiden vrouw trouwt, pleegt overspel.
Yeshua’s vermaning is onderdeel van zijn welbekende ‘Bergrede’, voor de Joden een geestelijke- en morele gids om zich in de Eindtijd aan te spiegelen.
Ook Hb 10:33 >> [Maar herinnert je de vroegere dagen, waarin jullie, ná verlicht te zijn, veel strijd onder lijden verduurden] enerzijds doordat jullie zelf door smaadheden en verdrukkingen tot een schouwspel werden gemaakt, anderzijds doordat jullie deelgenoten werden van hen die het aldus verging.
Zie de toelichting op deze
passage in Niet
terugdeinzen bij de Antichrist.
Jl 2:4 |
Hun
aanblik is als de aanblik van paarden, en als rijpaarden, zo blijven zij
rennen. |
1782 |
Jl 2:5 |
Als
met het geluid van wagens op de toppen der bergen blijven zij voorthuppelen, als met het geluid van een vlammend vuur
dat stoppels verslindt. Het is als een machtig volk, in slagorde geschaard. |
3770 |
Jl 2:6 |
Wegens
hen zullen volken van pijn ineenkrimpen. Wat alle gezichten betreft, ze
zullen een gloed krijgen. |
1325 |
Totaal GW 6877
≈ 2Sm 23:16 >> Hierop drongen de drie
sterke mannen de legerplaats van de Filistijnen binnen en putten water uit de
regenbak van Bethlehem, die bij de poort is, en zij namen het vervolgens mee en
brachten het bij David. Doch hij wilde het niet drinken, maar goot het uit
voor YHWH.
en Mt
26:19 >> En de leerlingen deden zoals
Yeshua hun had bevolen en maakten alles voor het Pascha gereed.
Door ook vers
Jl 2:7 |
Als
sterke mannen rennen zij. Als krijgslieden beklimmen zij een muur. En zij gaan
ieder hun eigen wegen en zij veranderen hun paden niet. |
2830 |
verkrijgen we:
GW 6877 + 2830 = 9707
≈ Mt 4:16 >> (een citaat uit de profetie
van Jesaja ): Het volk dat in duisternis
zat, heeft een groot licht gezien, en over hen die in een landstreek van de
schaduw des doods zaten, is licht opgegaan.
En ook Hn 22:17 >> Maar mij geschiedde - toen ik naar Jeruzalem was teruggekeerd en in de tempel aan het bidden was – dat ik in geestvervoering geraakte (in vers 18 vervolgend >> en hem zag: Yeshua in bovennatuurlijke verschijning). Kennelijk mogen we daaruit concluderen dat de sterke mannen; de krijgslieden; eveneens tot het bovennatuurlijke behoren, zoals we hierboven al vaststelden. Zie ook:
Maar
ook vers 8 kunnen we in onze beschouwing betrekken, t.w.:
Jl 2:8 |
En
zij verdringen elkaar niet. Als een fysiek sterke man op zijn baan blijven
zij gaan; en mochten sommigen zelfs onder de werpsperen vallen, de [anderen] verbreken de baan niet. |
2170 |
Zodat
we voorts verkrijgen
GW
9707 + 2170 = 11877
≈ Mr 3:31 >> Nu kwamen zijn moeder en zijn broers, en terwijl zij
buiten bleven staan, stuurden zij iemand naar binnen om hem te roepen [het voorafgaande vers (30) vertelt
ons dat Yeshua door zijn religieuze opponenten aldus werd beschuldigd: Hij heeft een
onreine geest].
En
ook Rm 5:11 >> Dat niet alleen, maar wij roemen ook in God, door onze Heer
Yeshua Masjiach, door wie wij nu de verzoening ontvingen.
Dat
was in de Eerste eeuw, te beginnen met de (hemelse) christelijke Gemeente. In
de 70ste Jaarweek, op grond van het Nieuwe Verbond dat met Israël
zal worden gesloten, breekt ook de (hoogste) tijd voor het Joodse volk aan om
met YHWH, hun Elohim, verzoend te raken!
Maar nogmaals kunnen we een
vers verder (vers 9) in onze uiteenzetting betrekken; t.w.:
Jl 2:9 |
De
stad stormen zij binnen. Op de muur rennen zij. Op de huizen klimmen zij.
Door de vensters gaan zij naar binnen als de dief. |
2004 |
Wat weer het volgende oplevert
GW 11877 + 2004 = 13881
≈ Jh 3:36 >> Hij die geloof oefent in de Zoon, heeft eeuwig leven; hij
die de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de gramschap Gods
blijft op hem.
Hier komen we aan bij het centrale punt wat betreft de wijze waarop YHWH Elohim zijn
eeuwig voornemen verwerkelijkt! Alle toekomst van de mensheid heeft hij
‘opgehangen’ aan zijn Enige, zijn geliefde Zoon!
Maar ook Rm 4:19 is aan de
orde >> En terwijl hij [de aartsvader Abraham] niet verzwakte in het geloof, beschouwde hij zijn eigen
lichaam dat reeds verstorven was – hij was ongeveer
honderd jaar oud – en de dode staat van Sara’s
moederschoot.
Bij verdere bestudering van de Romeinenbrief blijkt dat de apostel Paulus uitweidde over het stormachtige leven van de patriarch Abraham teneinde toch vooral maar het feit te beklemtonen dat rechtvaardigheid bij God nooit kan worden verkregen op grond van eigen ‘godvruchtige’ werken, maar ten alle tijden slechts op basis van waar geloof. Als het van werken moest afhangen zou er voor de Adamitische mens - met al zijn gebreken en zwakheden - hij die tekortkomt aan de heerlijkheid Gods, maar bitter weinig perspectief zijn. Vandaar het voorbeeld Abraham: Daarom ook werd het hem tot rechtvaardigheid gerekend. Voor uitgebreid commentaar zie Romeinen 4.
Jl 2:10 |
Voor
hen uit siddert [de] aarde, schudt [de] hemel. De zon en de maan worden verduisterd en de
sterren trekken hun glans in. |
3171 |
Jl 2:11 |
En
YHWH zal voor zijn krijgsmacht uit zijn stem verheffen, want zijn kamp is zeer
talrijk. Want machtig is hij die zijn woord ten uitvoer brengt. Want groot is
de dag van YHWH en zeer geducht, en wie kan zich daaronder staande houden? |
2752 |
Totaal GW 5923
≈ Pr 9:12 >> Want de mens weet ook zijn
tijd niet. Net als vissen die worden gevangen in een boos net, en als vogels
die worden gevangen in een klapnet, zo worden ook de mensenzonen verstrikt op
een rampspoedige tijd, wanneer die hen plotseling overvalt.
Jl 2:12 |
Maar
zelfs nu nog, spreekt YHWH, keert van ganser harte
tot mij terug en met vasten en met geween en met rouwklacht. |
1555 |
Jl 2:13 |
Scheurt jullie hart
en niet jullie kleren; en keert terug tot YHWH, jullie God, want
hij is genadig en barmhartig, langzaam tot toorn en
overvloedig in liefderijke goedheid, en hij zal stellig spijt voelen over het
onheil. |
2607 |
J 2:14 |
Wie
weet of hij zal terugkeren en spijt voelen en een zegen achter zich zal laten
overblijven, een graanoffer en een plengoffer voor
YHWH, jullie God? |
1937 |
GW 6099 ≈ Nm 14:14 >> En zij zullen het stellig aan de bewoners van dit land vertellen. Zij hebben gehoord dat gij, YHWH, te midden van dit volk zijt, dat gij van aangezicht tot aangezicht zijt verschenen. Gij zijt YHWH, en uw wolk staat boven hen, en gij gaat voor hen uit, overdag in de wolkkolom en ’s nachts in de vuurzuil.
en Mt 17:16 >> En ik [de vader van de jongen met
vallende ziekte, veroorzaakt door een demon]
heb hem bij uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.
Jl 2:15 |
Blaast
een hoorn in Sion. Heiligt een vastentijd. Roept een plechtige vergadering
bijeen. |
2538 |
Jl 2:16 |
Vergadert
[het] volk. Heiligt een vergadering. Brengt [de] oudsten bijeen. Vergadert
kinderen en degenen die de borsten zuigen. Laat [de] bruidegom uitgaan uit
zijn binnenkamer en [de] bruid uit haar bruidsvertrek. |
3481 |
GW 6019 ≈ Dn 3:28 >> Nebukadnezar hief aan en zei: Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abednego! Hij heeft zijn engel gezonden en zijn dienaren
bevrijd, die zich op hem verlieten, het bevel van de koning overtraden, en hun
lichamen prijsgaven, omdat zij geen enkele god wilden vereren of aanbidden dan
alleen hun God.
Aangevuld met vers 17 >>
Jl 2:17 |
Dat tussen de voorhal en het altaar de priesters, de
dienaren van YHWH, wenen en zeggen: Gevoel toch deernis, YHWH, met uw volk,
en maak uw erfdeel niet tot een smaad, zodat Heidenvolken over hen heersen. Waarom zou men onder de volken zeggen: Waar is hun God? |
4799 |
GW 6019 + 4799 = 10818
>> Gl 3:13 >> De
Messias kocht ons los van de vloek der Wet doordat hij voor ons een vloek werd,
want er staat geschreven: Vervloekt een ieder die aan een hout hangt.
YHWH
Elohim zal zeker deernis ten opzichte van zijn volk tot uitdrukking brengen wanneer
zij, van hun kant, erkennen dat hun ware Masjiach Yeshua voor hen een vloek
werd! Maar dan ook, voor het eerst, moet hun religieuze elite de positie van
Gods Zoon erkennen!
Jl 2:20 |
En
de Noorderling zal ik ver van jullie verwijderen, en ik zal hem
werkelijk verdrijven naar een waterloos land en een verlaten woestenij, met
zijn gezicht naar de Oostelijke zee en zijn achtergedeelte naar de Westelijke
zee. En de stank van hem zal stellig opstijgen en de kwalijk riekende geur
van hem zal blijven opstijgen; want Hij zal werkelijk iets groots verrichten
in hetgeen hij doet. |
6152 |
Jl 2:21 |
Wees
niet bevreesd, o grond. Wees blij en verheug u; want YHWH zal werkelijk
iets groots verrichten in hetgeen hij doet. |
2033 |
Jl 2:22 |
Weest niet
bevreesd, jullie dieren van het open veld, want de weidegronden der
wildernis zullen stellig groen worden. Want de boom zal werkelijk zijn vrucht
geven. De vijgenboom en de wijnstok moeten hun vitale kracht geven. |
4485 |
GW 12670
≈ Hn 4:31 >> En na het opzenden van hun smekingen schudde de plaats waar
zij vergaderd waren, en zij werden allen zonder uitzondering met de heilige
geest vervuld en spraken het woord van God met vrijmoedigheid.
En
precies dát zal ook het Overblijfsel van de Eindtijd nodig hebben, maar ook zeker ervaren!
Vergelijk
Jl 2:29-32 hieronder.
Wat
de identiteit van de Noorderling van vers 20 betreft, verwijzen we nogmaals
naar de studie
De
rol der demonen in de Eindtijd; met name
naar het onderdeel Joël en
de Sprinkhanen.
Jl 2:23 |
En jullie, zonen van Sion, weest
blij en verheugt je in YHWH, jullie Elohim. Want hij zal jullie beslist de herfstregen in
juiste mate geven, en hij zal op jullie een stortregen doen neerdalen,
herfstregen en lenteregen, zoals in het begin. |
4224 |
J 2:24 |
En
de dorsvloeren moeten vol koren zijn, en de perskuipen zullen overvloeien van
nieuwe wijn en olie. |
2770 |
GW 6994
≈ Jz 2:1 >> Toen zond Jozua, de zoon van Nun,
vanuit Sittim heimelijk twee mannen als verspieders uit
en zei: Gaat heen, bezichtigt het land en Jericho.
Zij gingen dus en kwamen aan het huis van een prostituee, wier naam Rachab was, en daar namen zij hun intrek.
En Joël in aanmerking genomen kan er met reden
gezegd worden dat het land er inderdaad zeer goed uitzag; en dat uiteraard ook
naar de toekomst toe, zoals we uit Joëls profetie
kunnen opmaken !
Jl 2:25 |
En
ik zal jullie de jaren vergoeden die de sprinkhaan, de kruipende,
ongevleugelde sprinkhaan en de kakkerlak en de rups hebben opgegeten, mijn
grote krijgsmacht die ik onder jullie zond. |
4189 |
Jl 2:26 |
En jullie
zullen eten, eten en verzadigd worden, en jullie zullen zeer zeker de naam
van YHWH, jullie Elohim, loven. Hij die zo wonderbaar
met jullie heeft gehandeld. En mijn volk zal voor altijd niet
beschaamd staan. |
4175 |
GW 8364
≈ Ez 43:7 >> Voorts zei hij tot mij: Mensenzoon, de plaats van mijn troon
en de plaats van mijn voetzolen, waar ik tot onbepaalde tijd te midden van de
zonen van Israël zal verblijven. En niet meer zullen zij, het Huis van Israël,
mijn heilige naam verontreinigen, zij en hun koningen, door hun hoererij en
door de lijken van hun koningen bij hun dood.
Jl 2:27 |
En
jullie zullen weten dat ik in het midden van Israël ben, en dat ik YHWH,
jullie Elohim, ben en er geen ander is. En mijn volk zal voor altijd niet
beschaamd staan. |
2463 |
Jl 2:28 |
En daarna
zal het geschieden dat ik mijn geest zal uitstorten op alle vlees, en
jullie zonen en jullie dochters zullen profeteren. Jullie oudsten
zullen dromen dromen. Jullie jonge mannen
zullen visioenen zien. |
4559 |
Jl 2:29 |
En
zelfs op de dienstknechten en op de dienstmaagden
zal ik in die dagen mijn geest uitstorten. |
2374 |
GW
9396 ≈ Mt 26:71 >> Nadat hij [Petrus] naar buiten
was gegaan naar het poorthuis, merkte een ander meisje hem op en zei tot de
daar aanwezigen: Deze man was bij Yeshua de Nazarener.
Jl 2:28 |
En
daarna zal het geschieden dat ik mijn geest zal uitstorten op alle vlees, en
jullie zonen en jullie dochters zullen profeteren. Jullie oudsten
zullen dromen dromen. Jullie jonge mannen
zullen visioenen zien. |
4559 |
Jl 2:29 |
En
zelfs op de dienstknechten en op de dienstmaagden
zal ik in die dagen mijn geest uitstorten. |
2374 |
GW
6933 ≈≈ Op 20:7 >> En
zodra de duizend jaren ten einde zijn zal de Satan uit zijn kerker worden
losgelaten.
Een zeer opmerkelijk gematriaresultaat! Waarom?
Omdat hiermee kennelijk wordt onthuld dat Elohim’s Joodse dienstknechten en dienstmaagden - op wie in
de Eindtijd de heilige geest wordt uitgestort – ook de volgende duizend jaar,
tijdens het Millenniumrijk, door die geest geleid
zullen worden. Zij zijn degenen op wie wordt gedoeld
a.) in Op 5:10 >> En gij maakte hen voor onze God een koninkrijk en priesters, en
zij zullen als koningen regeren op de aarde!
b.)
alsook in Op 20:9 >> En zij trokken op over de breedte der aarde en omsingelden
het kamp der heiligen en de geliefde Stad. En vuur daalde neer uit de hemel en
verslond hen.
Jl 2:29 |
En
zelfs op de dienstknechten en op de dienstmaagden
zal ik in die dagen mijn geest uitstorten. |
2374 |
Jl 2:30 |
En
ik zal wondertekenen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en
rookzuilen. |
3966 |
Jl 2:31 |
De
zon zal in duisternis worden veranderd en de maan in bloed, vóór de komst van
de grote en vrees inboezemende dag van YHWH. |
1998 |
Jl 2:32 |
En
het zal geschieden dat een ieder die de naam van YHWH aanroept, veilig zal
ontkomen. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, juist
zoals YHWH gezegd heeft. En tot de ontkomenen zullen
zij behoren die YHWH zal roepen. |
5074 |
Totaal GW
13412
≈ Hn 20:38 >> Want zij waren vooral bedroefd over het woord dat hij had
gesproken, dat zij zijn gezicht niet meer zouden zien. Daarna deden zij hem
uitgeleide naar de boot.
Inderdaad! De hemelse Gemeente zal bij het tot herstel komen van aards Israël opgenomen zijn in de hemel!
Want
zie, in die dagen en in die tijd, wanneer ik de gevangenschap van Juda en
Jeruzalem zal terugbrengen, Opmerkelijk is hier de GW 3287 binnen een
tekst die de terugkeer van Israël
profetisch aankondigt. Want in 2Kn 17:20 (ook met die GW) wordt namelijk
juist de wegvoering van de natie in ballingschap [diaspora] vermeld: En YHWH verwierp heel
het zaad van Israël, en Hij vernederde hen en gaf hen over in de hand van
plunderaars, totdat Hij hen van voor zijn aangezicht
had weggeworpen. Kennelijk is de GW 3287
mbt 2Kn 17:20 ook het Anno Mundi jaar waarin die wegvoering plaats vond;
blijkbaar overeenkomend met 4004/4003 minus 3287 ≈ 717/716 v.Chr. |
zal
ik ook alle Heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar de laagvlakte
van Josafat, en daar met hen in het gericht treden
wegens mijn volk en mijn erfdeel Israël, dat zij onder de Heidenvolken hebben
verstrooid en mijn eigen land verdeeld. GW 6762 is ook die van Mt 17:8, verwijzend naar het transfiguratievisioen. Alsook Lk
7:29 >> Op de dag echter dat Lot uit Sodom ging, regende het vuur en zwavel van de hemel en
vernietigde allen. [30] Op dezelfde wijze zal het zijn op de dag dat de Mensenzoon
geopenbaard wordt. |
|||||||||||||||||||||||||||||
En
zij hebben loten geworpen over mijn volk; en zij gaven een jongen als
hoer, en een meisje verkochten zij voor wijn, opdat zij konden drinken. Js 49:11 heeft ook
GW 2127; profetisch vooruit wijzend naar de ‘Grote Schare’ van Op 7 >> En ik zal al mijn bergen tot een weg maken, en mijn hoofdwegen
zullen verheven worden. Ook Micha 7:15 >> Als in de dagen
van uw uittocht uit het land Egypte zal ik hem wonderbare dingen laten zien. De verwijzing is naar de
gewoonte die algemeen gebruikelijk was in oude oorlogsvoering. De Heidens
veroveraars verdeelden de gevangenen onder elkaar om hen later te behandelen
zoals zij wilden; bijvoorbeeld door hen als slaven te verkopen. Hier wordt
verwezen naar gevallen waarbij Joodse minderjarige jongens werden geruild
voor een hoer. Alsook naar een Joods meisje in de verkoop voor een kroes
wijn. GW 2127 wordt verder aangetroffen in Micha
7:15. De context is interessant :
GW 7891
≈≈ Jozua
6:20 >> Het volk dan schreeuwde
toen men op de hoorns ging blazen. Nu geschiedde het dat zodra het volk het
hoorngeschal hoorde en het volk een luide strijdkreet aanhief, daar stortte
de muur tegen de vlakte. Daarna stormde het volk naar boven, de stad in, ieder recht voor zich
uit, en zij namen de stad
in.
GW 7005
≈≈ Hb 13:8 >> Jezus
Messias [is] gisteren en heden dezelfde, en tot in
de aeonen.
GW 7373 ≈≈ Ook Hooglied
3:6-7 >>
GW 7373
≈≈ Lk 16:12 >> En indien jullie je niet getrouw
betoonden in wat van een ander is, wie zal jullie
geven wat van jullie is?
Zie >> De
kwestie van het beheer.
Zie onder Wildernismotief. |
GW 8889
≈≈ Mr 14:4 >> En er waren sommigen die verontwaardiging in zich hadden en
zeiden: Waarom deze verkwisting van de welriekende olie?
[Maar Yeshua vond het een voortreffelijke daad van geloof].
En
ook jullie, o Tyrus en Sidon en al jullie kuststreken van Filistea, wat hebben jullie met mij te doen? Is het
de behandeling die jullie mij bij wijze van vergelding geven? En
indien jullie mij een dergelijke behandeling geven, zal ik snel,
spoedig, jullie behandeling op jullie hoofd doen
neerkomen. GW 5581 is ook
die van Ez 8:14 >> Hij bracht mij derhalve naar
de ingang van de poort van het Huis van YHWH, die op het Noorden is, en
zie! Daar zaten de vrouwen, die de Tammuz beweenden. Op de helft van de
70ste Jaarweek wordt het koninkrijk Gods een realiteit. Maar
onmiddellijk zal Satan een ‘Rijk’ van eigen maaksel daar tegenover plaatsen. Zie >> De
mens achter het getal 666, waarin de figuur Tammuz wordt
toegelicht. |
||
Omdat
jullie mijn zilver en mijn goud hebben genomen en mijn eigen begeerlijke
dingen in jullie tempels hebben gebracht; |
||
en jullie de
zonen van Juda en de zonen van Jeruzalem aan de Grieken hebben verkocht,
opdat jullie hen ver van hun eigen gebied zouden verwijderen — |
GW 10086 ≈≈ Rm 13:2 >> Zodat hij die zich tegen het gezag verzet, de instelling van God weerstaat. Zij echter die [haar] weerstaan, zullen een oordeel over zichzelf halen.
En
ook jullie, o Tyrus en Sidon en al jullie kuststreken van Filistea, wat hebben jullie met mij te doen? Is het
de behandeling die jullie mij bij wijze van vergelding geven? En
indien jullie mij een dergelijke behandeling geven, zal ik snel,
spoedig, jullie behandeling op jullie hoofd doen
neerkomen. |
||
Omdat
jullie mijn zilver en mijn goud hebben genomen en mijn eigen begeerlijke
dingen in jullie tempels hebben gebracht; |
||
en jullie de
zonen van Juda en de zonen van Jeruzalem aan de Grieken hebben verkocht,
opdat jullie hen ver van hun eigen gebied zouden verwijderen — |
||
ziet,
ik zal hen oprichten uit de plaats
waarheen jullie hen hebben verkocht, en ik zal jullie vergelding
op jullie eigen hoofd doen terugvallen. GW 4162 is ook die van Ruth 4:14
>> En de vrouwen zeiden tot Naomi: Geprezen zij
YHWH die het je heden niet laat ontbreken aan een
losser, en zijn naam worde vermaard in Israël. Obed, de zoon van Boaz/Ruth, is een type van het Joodse Overblijfsel dat dus in de Eindtijd door YHWH Elohim wordt ‘opgericht’. |
GW 14248
≈≈ Mt 26:36 >> Toen ging Jezus met hen naar een plaats genaamd Gethsémané
en zei tot zijn leerlingen: Blijft hier zitten, totdat ik daar gebeden heb.
ziet,
ik zal hen oprichten uit de plaats
waarheen jullie hen hebben verkocht, en ik zal jullie vergelding
op jullie eigen hoofd doen terugvallen. |
||
En
ik zal jullie zonen en jullie dochters in de hand van de zonen van
Juda verkopen, en zij moeten hen verkopen aan de mannen van Scheba, aan een volk ver weg; want YHWH zelf heeft
gesproken. Hoe kan dit profetische woord in
de Eindtijd worden vervuld? GW 3563 vinden we ook in a.) Mr 6:12 >> Daarop vertrokken zij en predikten, opdat
de mensen berouw zouden hebben. b.) 1Tm 6:6 >> Zeker, de godsvrucht is een grote winstbron indien men
tevreden is met wat men heeft. |
GW 7725
≈≈ 1Kn 3:6 >> Hierop zei Salomo: Gijzelf hebt jegens uw knecht
David, mijn vader, grote loyale liefde betracht naar gelang dat hij voor uw
aangezicht in waarheid en in rechtvaardigheid en in oprechtheid van hart jegens
u wandelde; en gij zijt deze grote loyale liefde
jegens hem in acht blijven nemen, zodat gij hem een zoon hebt gegeven om op
zijn troon te zitten, zoals op deze dag.
ziet,
ik zal hen oprichten uit de plaats
waarheen jullie hen hebben verkocht, en ik zal jullie vergelding
op jullie eigen hoofd doen terugvallen. |
||
En
ik zal jullie zonen en jullie dochters in de hand van de zonen van
Juda verkopen, en zij moeten hen verkopen aan de mannen van Scheba, aan een volk ver weg; want YHWH zelf heeft
gesproken. |
||
Kondigt dit af onder de Heidenvolken:
Heiligt de oorlog! Wekt de sterke mannen op! Laten
zij naderbij komen! Laten zij optrekken, al de krijgslieden. |
GW 10565
≈≈ Lk 8:19 >> Zijn moeder en
zijn broers nu kwamen naar hem toe en konden niet met hem in contact komen
vanwege de menigte.
ziet,
ik zal hen oprichten uit de plaats
waarheen jullie hen hebben verkocht, en ik zal jullie vergelding
op jullie eigen hoofd doen terugvallen. |
||
En
ik zal jullie zonen en jullie dochters in de hand van de zonen van
Juda verkopen, en zij moeten hen verkopen aan de mannen van Scheba, aan een volk ver weg; want YHWH zelf heeft
gesproken. |
||
Kondigt
dit af onder de Heidenvolken: Heiligt de oorlog! Wekt
de sterke mannen op! Laten zij naderbij komen! Laten zij optrekken, al de
krijgslieden. |
||
Smeedt jullie ploegscharen
tot zwaarden en jullie snoeimessen tot lansen. Wat de zwakke
betreft, laat hij zeggen: Ik ben een sterke man. |
GW 14065
≈≈ 2Ko 13:2 >> Ik heb het eerder gezegd en ik zeg het vooraf -
zoals toen ik de tweede keer aanwezig was en afwezig nu - tot hen die vroeger
gezondigd hebben en tot alle overigen: Wanneer ik kom ik niet opnieuw zal
sparen.
En
ik zal jullie zonen en jullie dochters in de hand van de zonen van
Juda verkopen, en zij moeten hen verkopen aan de mannen van Scheba, aan een volk ver weg; want YHWH zelf heeft
gesproken. |
||
Kondigt
dit af onder de Heidenvolken: Heiligt de oorlog! Wekt
de sterke mannen op! Laten zij naderbij komen! Laten zij optrekken, al de
krijgslieden. |
||
Smeedt jullie ploegscharen
tot zwaarden en jullie snoeimessen tot lansen. Wat de zwakke
betreft, laat hij zeggen: Ik ben een sterke man. |
GW 9903
>> 1Pt 4:16 >> Indien echter [lijden] als christen, [dan] moet hij zich niet
schamen, maar God verheerlijken in deze naam.
-.-.-.-