Sodom en de Vloed
Attentie: In deze studie wordt vooral volgens het gematriabeginsel geredeneerd.
Ten slotte ging Lot naar buiten naar hen toe, tot aan de ingang, maar hij sloot de deur achter zich. |
||
Toen zei hij: Alstublieft, mijn broeders, handelt niet slecht. |
||
Alstublieft, ziet, ik heb twee dochters, die nog nooit gemeenschap met een man hebben gehad. Laat mij hen alstublieft naar buiten tot jullie brengen. Doet vervolgens met hen wat goed is in jullie ogen. Doet deze mannen alleen niets, want juist daarom zijn zij onder de schaduw van mijn dak gekomen.
GW 6500 ook in Nm 25:8 >> Vervolgens ging hij de man van Israël tot in de gewelfde tent achterna en doorstak hen beiden, de man van Israël en de vrouw, door haar geslachtsdelen. Toen werd de gesel over de zonen van Israël gestuit.
en Mr 10:11 >> En hij zei tot hen: Al wie zich van zijn vrouw laat scheiden en een ander trouwt, pleegt overspel jegens haar.
|
||
Hierop zeiden zij: Ga weg daar! En zij voegden eraan toe: Deze eenzame is hier als vreemdeling komen vertoeven en toch zou hij in werkelijkheid voor rechter willen spelen. Nu zullen wij jou nog erger doen dan hen. Toen drongen zij hevig op tegen de man, tegen Lot, en kwamen dichterbij om de deur open te breken. |
GW 14146
≈≈ Mt 24:38 >> Want zoals zij in die dagen vóór de vloed waren, zij aten en
zij dronken, mannen huwden en vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de
dag waarop Noach de ark binnenging.
Hier zien we dus een duidelijke relatie tussen de omstandigheden die destijds in Sodom bestonden en die waardoor de dagen vóór de Vloed werden gekenmerkt. Een relatie die we ook terugvinden in de Brief van Judas >>
(6) Zo ook engelen
die hun oorspronkelijke situatie niet bewaarden, maar de geëigende woonplaats verlieten,
heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige boeien onder duisternis
bewaard.
(7)
Zoals
Sodom en Gomorra en de
steden daaromheen - die op
overeenkomstige wijze als dezen grove ontucht bedreven en ander vlees
achternagingen - daar liggen als bewijs, doordat zij een vonnis van eeuwig
vuur ondergaan.
Zie commentaar.
Nu geschiedde het toen de mensen talrijk begonnen te worden op de oppervlakte van de aardbodem en er dochters aan hen werden geboren,
|
||
dat de zonen Gods de dochters der mensen gingen gadeslaan, dat zij mooi waren; en zij gingen zich vrouwen nemen, namelijk allen die zij verkozen.
GW 3198 is ook die van Nm 11:23 >> Hierop zei YHWH tot Mozes: Is de hand van YHWH soms verkort? Nu zult gij zien of hetgeen ik zeg, u al dan niet overkomt.
en Nm 14:40 >> Bovendien stonden zij vroeg in de morgen op en trachtten de top van de berg te beklimmen, terwijl zij zeiden: Hier zijn wij, en wij moeten optrekken naar de plaats waarvan YHWH melding heeft gemaakt. Want wij hebben gezondigd.
|
GW 4468 ≈≈ 2Ko 2:8 >> Daarom vermaan ik jullie liefde jegens hem [de man die gemeenschap had met de vrouw van zijn vader] te laten gelden.
Daarna zei YHWH: Voorwaar, mijn geest zal niet voor onbepaalde tijd ten aanzien van de mens werkzaam zijn, omdat hij toch vlees is. Bijgevolg zullen zijn dagen honderd twintig jaar bedragen.
|
||
De Nefilim bleken in die dagen op de aarde te zijn, en ook nog daarna, toen de zonen Gods betrekkingen met de dochters der mensen bleven hebben en dezen hun zonen baarden; dit waren de sterke mannen die er oudtijds waren, de mannen van vermaardheid.
Ez 22:18 >> Mensenzoon, voor mij zijn degenen van het Huis van Israël geworden als schuimslakken. Zij allen zijn koper en tin en ijzer en lood midden in een smeltoven. Veel schuimslakken, zilver, zijn zij geworden.
en 21 >> En ik wil jullie bijeenbrengen en op jullie blazen met het vuur van mijn verbolgenheid,en jullie moeten in haar midden gesmolten worden.
Alsook Jh 14:29 >> Ik heb het jullie nu daarom gezegd, voordat het geschiedt, opdat jullie, wanneer het geschiedt, mogen geloven.
|
GW 6869 ≈≈ Lv 20:18 >> En wanneer een man bij een vrouw ligt gedurende haar menstruatie en hij werkelijk haar naaktheid ontbloot, heeft hij haar bron blootgelegd, en zíȷ́ heeft de bron van haar bloed ontbloot. Daarom moeten beiden uit het midden van hun volk worden afgesneden.
En Lk 12:59 >> Ik zeg je, je zult daar geenszins
uitkomen totdat je ook de laatste penning hebt betaald.
De genoemde Nefilim
die in de dagen van Noach op aarde bleken te zijn,
waren kennelijk de hybride nakomelingen van de Zonen Gods, engelen die zich materialiseerden als mannen en
als zodanig ook seksuele betrekkingen konden hebben met de mooie menselijke
dochters van die dagen.
De Nefilim werden vele eeuwen later, bij het begin van de
Exodus, ook vermeld door de verspieders. Volgens Numeri
13:33 zeiden tien van hen >>
En wij hebben
daar de Nefilim gezien, de zonen van Enak, die van de Nefilim
afkomstig zijn, zodat wij in onze eigen ogen als sprinkhanen werden, en dat
werden wij ook in hun ogen.
Kennelijk
opzettelijk, met de bedoeling om angst en paniek onder hun volksgenoten te
zaaien, duidden de 10 ontrouwe
verspieders de Kanaanitische mannen van grote gestalte aan als Nefilim;
volgens hen zonen van Enak. In die dagen waren de Enakieten
een volksstam van ongewoon grote lichaamslengte. De tien verspieders beweerden
echter ten onrechte dat die mensen nakomelingen waren van de Nefilim. Maar dat waren louter verzinsels omdat die sterke mannen (in Genesis 6 ook gibborim genoemd) ten onder waren gegaan tijdens de Vloed.
Maar de mannen die met hem opgetrokken waren, zeiden:
Wij zijn niet in staat tegen dat volk op te trekken, want het is sterker dan
wij. |
||
En zij bleven tegenover de zonen van Israël een slecht
bericht uitbrengen over het land dat zij hadden verspied, door te
zeggen: Het land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een land
dat zijn bewoners verslindt; en al het volk dat wij in het midden ervan
hebben gezien, bestaat uit mannen van buitengewone afmetingen. |
GW 11187
≈≈ Mt 9:33 >> En nadat de demon was uitgeworpen, sprak de
stomme. De scharen dan stonden verbaasd en zeiden: Nog nooit heeft men
iets dergelijks in Israël gezien.
Dientengevolge zag YHWH dat de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde en dat elke neiging van de gedachten van zijn hart te allen tijde alleen maar slecht was.
GW 3318 treffen we o.a. aan in Nm 21:26 waarin Sihon de koning van Hesbon wordt vermeld.
|
||
En YHWH gevoelde spijt dat hij mensen op de aarde gemaakt had, en het krenkte hem in zijn hart.
|
GW 5254 ≈≈ 1Ko 10:22 >> Of zijn wij de Heer tot jaloezie aan het prikkelen? Zijn wij sterker dan hij? Wat zou kunnen gebeuren wanneer wij de demonen zouden dienen (vers 23).
En YHWH gevoelde spijt dat hij mensen op de aarde gemaakt had, en het krenkte hem in zijn hart.
|
||
Daarom zei YHWH: Ik zal de mensen, die ik heb geschapen, van de oppervlakte van de aardbodem wegvagen, van mens tot huisdier, tot het zich bewegende gedierte en tot het vliegende schepsel van de hemel toe, want waarlijk, ik heb er spijt van dat ik hen heb gemaakt.
|
GW 7017 ≈≈ Lk 8:46 >> Maar Jezus zei: Iemand heeft mij aangeraakt, want zelf heb ik bemerkt dat kracht van mij is uitgegaan.
Daarom zei YHWH: Ik zal de mensen, die ik heb geschapen, van de oppervlakte van de aardbodem wegvagen, van mens tot huisdier, tot het zich bewegende gedierte en tot het vliegende schepsel van de hemel toe, want waarlijk, ik heb er spijt van dat ik hen heb gemaakt.
|
||
Maar Noach vond gunst in de
ogen van YHWH. De GW 421 wordt aangetroffen in de
naam van Davids vrouw Haggith. Opvallend is dat de GW
5-421 voorkomt in Genesis 24:40, waar Abrahams knecht (de heilige geest) in Charan
Rivqah (Yeshua’s Gemeentelichaam) vindt om de vrouw te worden van
Isaäk (Yeshua). Vers 40 >> Toen zei hij [Abraham] tot mij: YHWH, voor wiens aangezicht ik heb gewandeld, zal zijn engel met je zenden
en zal je stellig succes doen hebben op jouw weg; en je moet een vrouw voor
mijn zoon nemen uit mijn familie en uit het huis van mijn vader. |
GW 5502 ≈≈ Nm 15:20 >> Jullie moeten een bijdrage schenken van de eerstelingen van jullie grofgemalen meel, als ringvormige koeken. Zoals de bijdrage van een dorsvloer, zo dienen jullie het bij te dragen.