Ruth
Voor meer begrip van de Bijbelse getallenleer (gematria) verwijzen we de lezer naar naar de studie Spraakverwarring en Tijden der Heidenen.
Het geschiedde in de dagen dat de Rechters rechtspraken
dat er een hongersnood ontstond in het land. Een man van Beth-Lechem in Juda
ging heen om als vreemdeling te vertoeven in het veld van Moab; hij, zijn
vrouw en zijn twee zonen. Jr 31:35, betrekking hebbend op het Nieuwe Verbond,
heeft ook GW 4222 Zie hieronder het commentaar bij Ruth 1:4. |
||
De naam van de man was Elimelek, de naam van zijn vrouw
Naomi; en de namen van hun twee zonen Machlon en Chiljon; Efratieten van
Beth-Lechem in Juda. Ze kwamen in het veld van Moab en bleven daar. |
GW 9324
≈≈ Lk 10:37; ivm de parabel van de
Barmhartige Samaritaan >> Hij nu zei:
Degene die hem barmhartigheid bewees. Jezus nu zei tot hem: Ga heen en doe jij
desgelijks.
Is dit voor de Gojim, de
Heidenvolken waar het merendeel der Joden in de diaspora belandde, een wenk om
hen barmhartig op te vangen (?)
Na verloop van tijd stierf Elimelek, de man van Naomi,
zodat zij met haar twee zonen overbleef. |
||
Later namen de mannen zich Moabitische vrouwen tot
echtgenotes. De naam van de ene was Orpa en de naam van de andere Ruth. En
zij bleven daar ongeveer tien jaar lang wonen. |
GW 8161
≈≈ Mr 14:24 >> En hij zei tot hen: Dit is mijn bloed van het Verbond dat
ten behoeve van velen vergoten zal worden.
Yeshua doelde daarmee op het Nieuwe Verbond dat in de Eindtijd met de Joden gesloten zal worden, maar waarvan de leden van het hemelse Israël Gods, Yeshua’s Gemeentelichaam, vanaf 33 AD reeds de ‘voordelen’ hebben ontvangen. Een en ander wordt hier - in de situatie dat Heidense vrouwen door huwelijk met Israëlitische mannen verbonden raakten - treffend afgebeeld.
Ook 2Tm 2:9
heeft GW 8161 >> waarin ik [Paulus die uiteraard Joden wilde bereiken
met het Evangelie, maar die vooral bekendheid kreeg als de apostel der Gojim] kwaad lijd tot in boeien als boosdoener; maar het woord van
God is niet geboeid. Zie Twee Timotheüs 2.
Later namen de mannen zich Moabitische vrouwen tot
echtgenotes. De naam van de ene was Orpa en de naam van de andere Ruth. En
zij bleven daar ongeveer tien jaar lang wonen. |
||
Na verloop van tijd stierven
ook die twee, Machlon en Chiljon, zodat de vrouw overbleef zonder haar
twee kinderen en haar man. Naomi is hier als Vrouwe Sion van
Jesaja 49, overeenkomend met de Vrouwgemeente van YHWH Elohim, aards Israël
in haar weduwestaat. Precies zoals zij zichzelf ook ziet,
zoals zal blijken in hfdst 2, waar zij zichzelf zal aanduiden als Mara.
Waarom? Omdat zij het gevoel heeft dat de
Almachtige het haar zeer bitter heeft gemaakt. Vol ben ik
heengegaan, maar leeg deed YHWH mij terugkeren (Rt 1:20-21). Naomi is niet alleen weduwe maar ook
zonder kinderen, omdat haar beide zonen kinderloos zijn gestorven
(Rt 1:4-5). Zij is inderdaad als Vrouwe Sion,
weduwe en beroofd van kinderen, schijnbaar zonder hoop (Rt 1:11; Js 49:14, 21). |
GW 8948
≈≈ Hn 6:6 >> en zij stelden hen
voor de apostelen, die, na gebeden te hebben, hun de handen oplegden.
En ook Rm 8:19; Als resultaat van Yeshua’s offerdood ter
bevrijding van zonde en dood, kon Paulus naar deze schitterende bevrijding
vooruit wijzen >> Immers, het
reikhalzend verlangen van de schepping wacht de openbaarmaking van de zonen
Gods af.
Toen stond zij met haar
schoondochters op en keerde uit de velden van Moab terug, want zij had in het
veld van Moab gehoord dat YHWH zijn aandacht op zijn volk had gericht door
hun brood te geven. |
||
Zij dan trok weg uit de
plaats waar zij had vertoefd, en haar beide schoondochters waren bij haar, en
zij liepen voort op de weg om naar het land van Juda terug te keren. |
Dit schijnt profetisch te duiden op Alyah >> Terugkeer uit de diaspora naar het Moederland; de ommekeer voor Gods volk Israël bij het aanbreken van de Eindtijd.
GW 9456
≈≈ Hn 20:34 >> Jullie weten zelf
dat deze handen voorzien hebben in mijn eigen behoeften en in die van hen
die bij mij waren.
Ten slotte zei Naomi tot
haar beide schoondochters: Gaat heen, keert terug, ieder naar het huis van
haar moeder. Mag YHWH liefderijke goedheid jegens jullie
betrachten, zoals jullie die hebben betracht jegens de mannen die nu
gestorven zijn en jegens mij. |
||
Mag YHWH jullie een
schenking doen, en vindt een rustplaats, ieder in het huis van haar man. Toen
kuste zij hen, waarop zij hun stem verhieven en weenden. |
||
En zij bleven tot haar
zeggen: Neen, maar wij zullen met jou naar jouw volk terugkeren. |
GW 11951
≈≈ Lk 5:1; een hint voor alle Gojim in de Eindtijd. Bij Gods
volk, en in het bijzonder bij haar Mashiach, is het woord Gods te horen
>> Het geschiedde eens toen hij bij het meer
Gennésareth stond, dat de menigte op hem aandrong om het woord Gods te horen.
Naomi zei echter: Keert
terug, mijn dochters. Waarom zouden jullie met mij meegaan? Heb ik dan
nog zonen in mijn inwendige delen, en zullen die jullie mannen moeten
worden? |
||
Keert terug, mijn dochters,
gaat heen, want ik ben te oud geworden om nog aan een man te gaan behoren.
Indien ik had gezegd dat ik ook hoop had dat ik vannacht stellig aan een man
zou gaan behoren en ook stellig zonen zou baren, |
||
Zouden jullie op hen
blijven wachten totdat zij opgegroeid zouden zijn? Zouden jullie
je terwille van hen afgezonderd houden, zodat jullie niet aan
een man zouden gaan behoren? Neen, mijn dochters, want het is mij zeer bitter
om jullie, dat de hand van YHWH tegen mij is uitgegaan. |
GW 13260
≈≈ Mt 12:1 >> In die tijd ging
Jezus op de sabbat door de korenvelden. Zijn discipelen kregen honger en
begonnen aren te plukken en te eten. << Een verwijzing naar
een typisch menselijke behoefte. Maar ook het huwelijk in de Adamitische eeuw
behoort daartoe >> Lk 20:34 >> Jezus zei tot
hen: De zonen van deze eeuw huwen en worden ten huwelijk gegeven.
Zouden jullie op hen
blijven wachten totdat zij opgegroeid zouden zijn? Zouden jullie
je terwille van hen afgezonderd houden, zodat jullie niet aan
een man zouden gaan behoren? Neen, mijn dochters, want het is mij zeer bitter
om jullie, dat de hand van YHWH tegen mij is uitgegaan. |
||
Hierop verhieven zij hun
stem en weenden nog meer, waarna Orpa haar schoonmoeder kuste. Wat Ruth
betreft, zij bleef bij haar. |
GW 8563
≈≈ Mr 13:24 >> Maar in die dagen,
na die verdrukking, zal de zon worden verduisterd, en de maan zal haar licht
niet geven.
Hierop verhieven zij hun
stem en weenden nog meer, waarna Orpa haar schoonmoeder kuste. Wat Ruth
betreft, zij bleef bij haar. |
||
Daarom zei zij: Zie! Je
schoonzuster, die weduwe is geworden, is naar haar volk en haar goden
teruggekeerd. Keer met je tot weduwe gemaakte schoonzuster terug. De GW 2729
is ook die van Ps 53:5. Die Psalm is zeer onthullend wat betreft de staat van
het mensdom >> De persoon zonder verstand heeft in zijn
hart gezegd: Er is geen YHWH. Zij hebben verderfelijk gehandeld en
hebben verfoeilijk gehandeld in onrechtvaardigheid. Er is niemand die het goede doet. Wat God betreft, vanuit de hemel heeft
hij neergezien op de mensenzonen, om te zien of er iemand bestaat die inzicht
heeft, iemand die YHWH zoekt. Allen zijn zij achterwaarts geweken, zij
zijn tezamen verdorven. Er is niemand die het goede doet, zelfs niet
één. Heeft dan geen van de beoefenaars van wat schadelijk is, kennis
verkregen, die mijn volk opeten zoals zij brood hebben gegeten? Zij hebben
zelfs YHWH niet aangeroepen. Daar
werden zij met grote angst vervuld, waar klaarblijkelijk geen angst was
geweest. Want
God zelf zal stellig de beenderen verstrooien van al wie zich tegen u legert.
Gij
zult [hen]
stellig beschaamd doen staan, want YHWH zelf heeft hen verworpen. O dat uit Sion de grootse redding van
Israël mocht dagen! Wanneer YHWH de gevangenen van zijn volk laat
terugkeren. Moge Jakob dan blij zijn, moge Israël zich verheugen. In de Eindtijd zal mbt Yeshua’s Gemeentelichaam helder worden wie de
ware leden daarvan bleken te zijn. Op z’n laatst zal dat gebeuren bij de
Opname; want dan zullen de Orpamensen achterblijven, gebrandmerkt als
schijntakken aan de Abrahamitische edele Olijfboom. Zie het commentaar
op Romeinen 11, met name vanaf vers 17. |
GW 6629
≈≈ Ex 24:4 >> Bijgevolg schreef
Mozes alle woorden van YHWH op. Vervolgens stond hij vroeg in de morgen op en
bouwde aan de voet van de berg een altaar en twaalf zuilen overeenkomstig de
twaalf stammen van Israël.
en Ez 4:6 >> En je moet ze voleindigen. En je moet in het tweede geval op
je rechterzijde gaan liggen, en je moet de dwaling van het Huis van Juda
veertig dagen dragen. Een dag voor een jaar, een dag voor een jaar, dat
heb ik je gegeven.
Daarom zei zij: Zie! Je
schoonzuster, die weduwe is geworden, is naar haar volk en haar goden
teruggekeerd. Keer met je tot weduwe gemaakte schoonzuster terug. |
||
Nu zei Ruth: Smeek mij niet
dringend om jou te verlaten, om terug te keren en je niet te vergezellen.
Want waarheen jij gaat, zal ik gaan, en waar jij de nacht doorbrengt, zal ik
de nacht doorbrengen. Jouw volk zal mijn volk zijn, en jouw God mijn God. GW 5146 is ook die van Dt 32:47. In zijn
afscheidslied zei Mozes ook dit mbt de toekomst van zijn volk >> Want het is
geen woord zonder inhoud voor jullie, maar het is jullie leven. En door dit
woord zullen jullie de dagen verlengen in het land waarvoor jullie de Jordaan
oversteken om het in bezit te nemen. |
GW 7875 ≈≈ 2Ko 7:3 >> Niet tot veroordeling spreek ik; ik zei immers eerder dat jullie in onze harten zijn, om samen te sterven en samen te leven. << De schitterende gevoelens tussen alle leden van het ware Israël Gods!
Daarom zei zij: Zie! Je
schoonzuster, die weduwe is geworden, is naar haar volk en haar goden
teruggekeerd. Keer met je tot weduwe gemaakte schoonzuster terug. |
||
Nu zei Ruth: Smeek mij niet
dringend om jou te verlaten, om terug te keren en je niet te vergezellen.
Want waarheen jij gaat, zal ik gaan, en waar jij de nacht doorbrengt, zal ik
de nacht doorbrengen. Jouw volk zal mijn volk zijn, en jouw God mijn God. |
||
Waar jij sterft, zal ik sterven,
en daar zal ik begraven worden. Moge YHWH zo met mij doen en daaraan
toevoegen indien iets anders dan de dood scheiding zou maken tussen mij en
jou. |
GW 11942
≈≈ Jh 14:22 >> Judas, niet
Iskariot, zei tot hem: Heer, wat is er gebeurd dat gij u aan ons en niet aan de
wereld duidelijk wilt laten zien?
De leden van de overwegend Heidense Ruthgemeente begrijpen heel goed dat
de wereld hun niets te bieden heeft.
Toen zij nu zag dat zij
erbij bleef met haar mee te gaan, hield zij voorts op tot haar te spreken. |
||
En zij vervolgden beiden hun
weg totdat zij te Beth-Lechem kwamen. Nu geschiedde het dat zodra zij te
Beth-Lechem kwamen, de hele stad vanwege hen in opschudding geraakte, en de
vrouwen bleven zeggen: Is dat Naomi? |
||
En zij zei dan tot de
vrouwen: Noemt mij niet Naomi. Noemt mij Mara, want de Almachtige heeft het
mij zeer bitter gemaakt. |
GW 11009
≈≈ Mr 12:40 >> Zij [Yeshua doelde op de schriftgeleerden van die
dagen] zijn het die de huizen der weduwen verslinden
en voor de schijn lange gebeden uitspreken; dezen zullen een zwaarder oordeel
ontvangen.
En ook 2Th 3:16 >> Moge nu de Heer des vredes zelf jullie voortdurend in elk
opzicht de vrede schenken. De Heer [zij] met jullie allen.
Vol ben ik heengegaan, en
met lege handen heeft YHWH mij doen terugkeren. Waarom zouden jullie mij
Naomi noemen, wanneer het YHWH is die mij heeft vernederd en de
Almachtige die mij rampspoed heeft aangedaan?
|
Zo keerde Naomi terug,
terwijl zij bij haar terugkeer uit de velden van Moab vergezeld was van
Ruth, de Moabitische, haar schoondochter. En zij kwamen te
Beth-Lechem aan bij het begin van de gerstoogst. De GW 5259 is ook die van 1Kr 24:31, het
hoofdstuk waarin de 24 priesterafdelingen werden toegewezen. De priester
Zadok had daarbij een leidende rol. Zie ook Ezechiël
44. |
De totale GW van de vv 18 tm 22 bedraagt 19474 ≈≈ Op 13:12 >> En het oefent al de macht van het eerste Beest vóór diens aangezicht uit. En het bewerkt dat de aarde en hen die daarin wonen het eerste Beest zullen aanbidden, wiens dodelijke slag werd genezen.
Zie het commentaar op Op
13:11-13.
Ruth 2:1 |
Naomi nu had een
bondsbroeder van haar mans kant, een man doortastend en krachtig, van de
familie van Elimelek, Boaz geheten. |
2676 |
Ruth 2:2 |
En Ruth, de Moabitische, zei tot Naomi: Laat mij naar het veld gaan en aren lezen, achter hem in wiens ogen ik genade vind. En zij zei tot haar: Ga, mijn dochter. |
4681 |
Ruth 2:3 |
Zij ging dan heen en kwam en
las op in het veld achter de maaiers. Zij trof bij toeval het stuk veld van
Boaz, die uit de familie van Elimelek was.
De GW van de vv 2 en 3 = 10194 ≈≈
Rm 15:3 >> Want ook de Messias behaagde niet zichzelf, maar zoals geschreven staat: De smadingen van hen die u smaden, vielen op mij.
Ook 1Ko 15:6 >> Vervolgens verscheen hij aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten tot nu toe er nog zijn; doch sommigen zijn ontslapen.
Geen enkele twijfel dan ook dat Boaz
een type is van Mashiach Yeshua !
|
5513 |
De GW van de eerste drie verzen leveren een totaal op van 12870.
Die GW komt overeen met die van Hn 8:7. Als resultaat van de prediking door Filippus – wonderbaarlijk ondersteund door Gods geest - gebeurde te Samaria het volgende >> Want van velen die onreine geesten hadden, gingen deze onder luid geroep uit en vele verlamden en kreupelen werden genezen.
Ná de
Opname van Jezus’ Gemeentelichaam mogen we blijkbaar verwachten dat die
opgenomen Gemeente al meteen, maar dan dus vanuit de hemel, betrokken zal zijn
bij een nieuwe ‘oogst’ (of beter: een nalezing) van personen die redding zullen
zoeken bij Gods Zoon, zijn Messias. Een ‘nalezing’ die wellicht ook dan door
bovennatuurlijke ‘tekenen’ kracht zal worden bijgezet, en waarbij tevens Lv
23:22 wordt vervuld >>
Wanneer je de oogst van je land binnenhaalt, dan moet je de rand van je veld tijdens je oogst niet geheel afmaaien. Wat van je oogst is blijven liggen, moet je niet oplezen; dát moet je voor de arme en de vreemdeling laten liggen: Ik ben YHWH, je God.
Ruth 2:4 |
En zie, Boaz kwam uit Beth-Lechem en hij zei tot de maaiers: YHWH zij met jullie! Zij zeiden tot hem: YHWH zegene je!
De GW van de vv 3 en 4 bedraagt 5513 +
2184 = 7697 ≈≈ Hb 7:10
>> En om zo te zeggen heeft ook Levi - die tienden neemt - door Abraham tienden gegeven [want hij was nog in de lende van zijn vader toen Melchizedek hem tegemoet ging].
|
2184 |
Ruth 2:5 |
Toen zei Boaz tot zijn jongen,
de voorman van de maaiers: Bij wie behoort deze jonge vrouw? |
2213 |
Ruth 2:6 |
De jongen, de voorman van de maaiers, antwoordde: Dat is een jonge vrouw uit Moab, die met Naomi is teruggekeerd uit het veld van Moab.
De GW van de vv 5 en 6 bedraagt 2213 +
2811 = 5024 ≈≈
Ez 40:46. Het gaat in die context volledig om de
jonge vrouw Ruth en haar tegenbeeld, Yeshua’s Gemeentelichaam, werkzaam in de
visionaire ‘tempel’ van de toekomst >>
En het eetvertrek waarvan de voorkant op
het Noorden ligt, is voor de priesters die de plicht ten opzichte van het
altaar waarnemen. Zij zijn de zonen van Zadok, die - uit de zonen
van Levi - tot YHWH naderen om hem te dienen. Vergelijk ook Ez 44:20 waar de zonen van Zadok gunstig worden vermeld om als de hemelse priesterschap te dienen, nader omschreven als de Levitische priesters, de zonen van Zadok. De GW van die tekst, 2595, is – in de zin van dagen – opmerkelijk, gezien de duur van de 70ste
Jaarweek plus de aanvullende 75 dagen. Zie
>> Een
mogelijk verloop van de 70ste Jaarweek.
|
2811 |
Opgeteld 2184 + 2213 + 2811 levert GW 7208 op, overeenkomend met de GW van 2Sm 3:21; 1Kn 21:19 en Lk 2:41. Die laatste tekst luidt: En zijn ouders waren gewoon jaarlijks naar Jeruzalem te gaan voor het feest van het Pascha.
Er is geen twijfel! Mashiach Yeshua, de tegenbeeldige Boaz, is degene die vanuit de hemelsferen elke oogst, inclusief de nalezing, aanstuurt (Mt 9:36-38).
De jongen, de voorman van de maaiers, antwoordde: Dat is een jonge vrouw uit Moab, die met Naomi is teruggekeerd uit het veld van Moab. |
||
Ze zei: Laat me toch lezen en verzamelen bij de schoven achter de maaiers. Ze is gekomen en heeft zich staande gehouden vanaf dat moment van morgen tot nu toe; ze heeft niet stil gezeten. |
||
Boaz zei tegen Ruth: Luister goed, mijn dochter! Ga niet lezen op een ander veld. Ook zei hij: Je hoeft van hier niet weg te gaan. Blijf je dus aansluiten bij mijn meisjes. |
GW 14023 ≈≈ Jh 16:19 >> Jezus wist dat zij hem wilden ondervragen, daarom zei hij tot hen: Informeren jullie onder elkaar hiernaar, dat ik gezegd heb: Nog een korte tijd en jullie zullen mij niet aanschouwen, en wederom nog een korte tijd en jullie zullen mij zien?
Yeshua zinspeelde uiteraard op zijn verschijning aan zijn leerlingen na zijn dood en opstanding. Een extra reden om de ontmoeting van Boaz met Ruth binnen een hemelse setting te zien. De Opname van de Gemeente heeft dan plaats gevonden.
Ruth 2:9 |
Laten je ogen op het veld zijn dat zij zullen oogsten, en gij moet met hen meegaan. Heb ik de jonge mannen niet geboden je niet aan te raken? Als je dorst hebt, dan moet je naar de vaten gaan en drinken van wat de jonge mannen zullen putten. |
7646 |
De GW 7646 wordt ook aangetroffen in 1Ko 15:53, waar we bevestigd krijgen dat de Ruthgemeente bij de Opname onverderfelijkheid en onsterfelijkheid ‘aandeed’ >>
Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen en dit sterfelijke [moet] onsterfelijkheid aandoen.
Nog een extra reden om te concluderen dat de Ruthgemeente in deze fase de Opname heeft ervaren. Ze is niet meer gescheiden van haar Hoofd, Yeshua Mashiach, de tegenbeeldige Boaz.
Bovendien verwijst haar hemelse activiteit in dat stadium – ‘nalezing’ in de tegenwoordigheid van de engelen, de ‘oogsters’ – kennelijk naar de ‘oogst’ waar Yeshua profetisch over sprak in Mattheüs 13.
Zie de studie De Tarwe en het Onkruid.
En ook De Typologie van het boek Ruth.
Laten je ogen op het veld zijn dat zij zullen oogsten, en gij moet met hen meegaan. Heb ik de jonge mannen niet geboden je niet aan te raken? Als je dorst hebt, dan moet je naar de vaten gaan en drinken van wat de jonge mannen zullen putten. |
||
Ze liet zich neervallen op haar aangezicht en boog zich ter aarde; ze zei tegen hem: Waarom heb ik genade gevonden in je ogen dat je me niet als vreemde ziet, terwijl ik een vreemdeling ben?
GW 4449 is ook die van 1Ko 5:9 >> In de brief schreef ik jullie [de christelijke Gemeente] niet in het gezelschap te verkeren van ontuchtigen.
|
GW 12095 ≈≈ Mr 3:28 >> Voorwaar, ik zeg jullie dat de zonen der mensen alles vergeven zal worden, welke zonden en lasteringen zij ook op lasterlijke wijze begaan. (Maar wie lastert tegen de heilige geest, krijgt in eeuwigheid geen vergiffenis, doch is schuldig aan eeuwige zonde.)
En Ef 2:5 >> Toen óók wij doden waren in de overtredingen, levend gemaakt tezamen met de Messias – door liefderijke gunst zijn jullie geredde [mensen].
Het volgende vers (6) luidt >> En [Hij; God] heeft ons mede opgewekt en mede doen plaats nemen in de hemelsferen in Messias Jezus. Alsof de Opname reeds geschied zou zijn! Maar in dit stadium van het Ruthverhaal is die Opname een feit.
Ze liet zich neervallen op haar aangezicht en boog zich ter aarde; ze zei tegen hem: Waarom heb ik genade gevonden in je ogen dat je me niet als vreemde ziet, terwijl ik een vreemdeling ben? |
||
Boaz antwoordde en zei tegen haar: Mij is omstandig meegedeeld alles wat je voor je schoonmoeder hebt gedaan na de dood van je man, en dat je je vader en je moeder en je geboortegrond verlaten hebt en gegaan bent naar een volk dat je niet kende gisteren noch eergisteren. |
GW 12389
≈≈ 1Ko 15:45 >> De eerste mens
Adam werd tot een levende ziel. De laatste Adam tot een levendmakende geest.
Yeshua, alias Boaz, maar ook de laatste Adam, kende Ruths gehele ‘plaatje’.
Boaz antwoordde en zei tegen
haar: Mij is omstandig meegedeeld alles wat je voor je schoonmoeder hebt
gedaan na de dood van je man, en dat je je vader en je moeder en je
geboortegrond verlaten hebt en gegaan bent naar een volk dat je niet kende
gisteren noch eergisteren. De GW 7940
is ook die van ondermeer Js 3:24. Voor de Joden in de Eindtijd staat het
volgende te wachten >> En het moet geschieden dat er voor balsemolie louter een
duffe lucht in de plaats zal komen; en voor een gordel een touw; en voor een
artistieke haaropmaak kaalheid; en voor een rijk kleed omgording met een zak;
een brandmerk in plaats van schoonheid. Ook Lukas 2:16 heeft die GW
>> En zij kwamen met spoed en
vonden zowel Mariam als Jozef, én het kind, liggend in de voederbak. |
||
Mag YHWH je daad vergelden en mag je beloning volkomen zijn van de zijde van YHWH, de God van Israël, onder wiens vleugels je bent komen schuilen!
De GW 5527 is ook die van Ez 1:16,
waar we lezen over de hemelse ‘wagen’, begeleid door de vier Levende wezens
>> Wat de aanblik van de wielen en hun bouw betreft, die was als de gloed van chrysoliet; en die vier hadden één gelijkenis. En hun aanblik en hun bouw waren net alsof er zich een wiel midden in een wiel bevond.
Maar ook Lk 1:4 >> Opdat je [Theofilus] de zekerheid der dingen waarin je mondeling werd onderricht, ten volle mag kennen.
|
GW 13467 ≈≈ Mt 18:7 >> Wee de wereld vanwege de struikelblokken! Nu is het wel zo dat er noodzakelijkerwijs struikelblokken moeten komen, maar wee de mens door wiens toedoen het struikelblok komt!
En Op 6:16 >> En zij zeggen tot de rotsen en de bergen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van hem die op de troon zit en voor de gramschap van het Lam.
Mag YHWH je daad vergelden en mag je beloning volkomen zijn van de zijde van YHWH, de God van Israël, onder wiens vleugels je bent komen schuilen! |
||
Ze zei: Mag ik dan gunst vinden in uw ogen, mijn Heer; want gij hebt mij bemoedigd en gesproken tot het hart van uw dienstmaagd, hoewel ik mij niet aanmatig tot uw dienstmaagden te behoren.
GW 4620 is ook die van Ex 40:29;
waarbij we kunnen denken aan het functioneren van de ware Tent, de tempelstad
Nieuw Jeruzalem >>
En hij plaatste het brandofferaltaar aan de ingang van de tabernakel van de tent der samenkomst, om daarop het brandoffer en het graanoffer te offeren, juist zoals YHWH Mozes geboden had.
|
GW 10147 ≈≈ Mr 14:10 >> En Judas Iskariot, één van de twaalf, ging heen naar de overpriesters om hem aan hen te verraden.
Tegen etenstijd zei Boaz tegen haar: Treed naderbij, hierheen, en eet van het brood en doop je bete in het zuur. Zij ging dus naast de oogsters zitten, en hij reikte haar telkens geroosterd koren toe en zij at, zodat zij verzadigd werd en toch nog iets over hield.
GW 6858 vinden we ook terug in Mr
4:27; onderdeel van een parabel waarin een mens zaait bij het bekendmaken van
het koninkrijk Gods >> En hij slaapt ’s nachts en staat overdag op, en het zaad ontkiemt en schiet op, maar hij weet niet hoe.
Lk 5:16 >> Hij trok zich echter terug in de eenzame plaatsen en bad.
1Th 3:12 >> Mag de Heer echter jullie doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij tot jullie.
|
||
Toen stond zij op om te lezen. Boaz gebood nu zijn jonge mannen en zei: Ook tussen de afgesneden aren mag ze lezen, en maakt haar niet beschaamd.
Ook de GW van Ob 1:17, waarin profetisch treffend wordt beschreven wat de nalezing van de hemelse ‘Ruth’ behelst >> En op de berg Sion zullen de ontkomenen blijken te zijn, en die moet iets heiligs worden; en het huis van Jakob moet de dingen in bezit nemen die zij moeten bezitten.
En ook Zc 4:10, met een zelfde strekking
naar de Eindtijd toe voor Israëls overblijfsel >> Want wie heeft de dag der kleine dingen veracht? En zij zullen zich stellig verheugen en het schietlood in de hand van Zerubbabel zien. Deze zeven zijn de ogen van YHWH. Ze gaan de gehele aarde rond.
|
||
Ja, jullie moeten zelfs enkele voor haar uit de bundels trekken, en jullie moeten ze laten liggen, opdat zij ze kan oplezen, en vaart niet tegen haar uit.
GW 3185 ook in 1Sm 24:13 >> Zoals het spreekwoord van de ouden zegt: Van de goddelozen zal goddeloosheid uitgaan. Maar mijn eigen hand zal niet op u komen.
En Jr 51:5 >> Want Israël en Juda zijn niet in weduwschap ten opzichte van hun God, van YHWH der legerscharen. Want het land van genen [Babel] is vol van schuld geweest vanuit het standpunt van de Heilige Israëls bezien.
|
GW 13514 ≈≈ Ef 2:20 >> [Zo zijn jullie dan niet langer vreemdelingen en bijwoners, maar jullie zijn medeburgers van de heiligen en huisgenoten Gods] opgebouwd op het fundament der apostelen en profeten, terwijl Mashiach Yeshua zelf hoeksteen is.
Ef 5:2 >> En gaat voort in liefde te wandelen, gelijk ook de Messias ons liefhad en zichzelf voor ons heeft overgegeven, een offergave en slachtoffer voor God tot een welriekende geur.
Op 13:3 >> En één van zijn koppen was als ten dode toe geslacht, maar hij werd van zijn dodelijke slag genezen, en de gehele aarde liep in verbazing het Beest achterna.
En zij bleef tot de avond oplezen op het veld, waarna zij uitklopte wat zij opgelezen had, en het bleek ongeveer een efa gerst te zijn.
Voor GW 3445 zie twee Psalmverzen.
Mogen de leugenlippen verstommen, die onbeteugeld, in hoogmoed en verachting tegen de rechtvaardige spreken (31:18).
Gijzelf zijt mijn smaad en mijn schaamte en mijn schande te weten gekomen. Allen die blijk geven van vijandschap jegens mij, staan u voor ogen (69:19).
|
||
Toen nam zij het op en ging de stad binnen, en haar schoonmoeder kreeg te zien wat zij opgelezen had. Daarna haalde zij het voedsel te voorschijn dat zij, na zichzelf verzadigd te hebben, had overgehouden en gaf het haar.
Ook de GW van Rm 3:1 >> Wat dan is het
meerdere van de Jood? Of wat is het voordeel van de besnijdenis? Een treffende, maar tegelijkertijd ook
passende vraag! Waarom? Omdat nu, tegen de avond, bij Ruths
terugkeer, ook Naomi in beeld komt. Zij die afbeelding is van de oude
Vrouwgemeente Israël. Naomi is niet alleen weduwe maar ook
zonder kinderen. Haar beide zonen zijn kinderloos gestorven. Zij is als
Vrouwe Sion, weduwe, en beroofd van kinderen, schijnbaar zonder hoop (Rt 1:11
en Js
49:14, 21).
Zie onder >> Inleiding
in de studie Ruth
en de Antichrist |
GW 10293 ≈≈ Hb 9:25 >> Ook niet opdat hij zichzelf dikwijls [ten offer] zou opdragen, zoals de hogepriester jaarlijks binnengaat in de meest heilige plaats met vreemd bloed [anders moest hij dikwijls lijden sinds de grondlegging der wereld. Maar nu is hij eens voor altijd, bij de voleinding der eeuwen, openbaar gemaakt voor terzijdestelling van de zonde door zijn slachtoffer].
Haar
schoonmoeder zei nu tot haar: Waar heb je vandaag gelezen, en waar heb je
gewerkt? Moge degene die notitie van je nam, gezegend worden. Zij vertelde
haar schoonmoeder dus bij wie zij had gewerkt; en zij vervolgde: De naam van
de man bij wie ik vandaag heb gewerkt, is Boaz. |
||||||||
Daarop
zei Naomi tot haar schoondochter: Gezegend zij hij door YHWH, die zijn
liefderijke goedheid jegens de levenden en de doden niet achterwege
heeft gelaten. En Nao̱mi zei verder tot haar: De man is aan ons verwant. Hij
is een van onze lossers. |
||||||||
Toen
zei Ruth, de Moabitische: Hij heeft ook tot mij gezegd: Je moet dicht bij de
jonge mensen die van mij zijn blijven, totdat zij met de hele oogst die ik
heb, gereed zijn. |
||||||||
Naomi zei
dus tot Ruth, haar schoondochter: Het is beter, mijn dochter, dat je met zijn
jonge vrouwen naar buiten gaat, opdat men jou niet op een ander veld hindert. De vv 21 en 22 tezamen GW 9306 ≈≈ Hn 8:10 >> En
allen, van klein tot groot, gaven acht op hem en zeiden: Deze man is de
Kracht Gods, die Groot genoemd kan worden. |
||||||||
Zo
bleef zij voortdurend dicht bij de jonge vrouwen van Boaz om na te lezen,
totdat de gerstoogst en de tarweoogst ten einde waren. En zij bleef bij
haar schoonmoeder wonen.
|
Naomi, haar schoonmoeder, zei nu tot haar: Mijn dochter,
behoor ik niet een rustplaats voor jou te zoeken, opdat het je goed mag gaan? |
||
Nu dan, is niet Boaz, bij wiens jonge vrouwen je
gebleven bent, onze verwant? Zie! Vannacht want hij gerst op de dorsvloer. De GW van beide verzen tezamen
bedraagt 7776,
en vinden we terug in Jh 9:27. De blindgeborene die door Yeshua het
gezichtsvermogen had ontvangen horen we tot Yeshua’s religieuze tegenstanders
zeggen >> Hij antwoordde hun: Ik heb
het jullie al gezegd, en nochtans hebben jullie niet geluisterd.
Waarom willen jullie het opnieuw horen? Willen jullie soms ook zijn
leerlingen worden? Maar ook in Jh 18:9; een commentaar
naar aanleiding van Yeshua’s arrestatie >> Opdat het woord vervuld zou
worden dat hij had gezegd: Van hen die gij mij hebt gegeven, heb ik er niet
één verloren laten gaan. |
||
En jij moet je wassen en je met olie inwrijven en je
mantels omdoen en naar de dorsvloer afdalen. Maak je niet bekend aan de man
totdat hij klaar is met eten en drinken. De GW van de vv 1 tm 3 is tezamen 14135,
en correspondeert met 2 Ko 5:11 >> Kennend dan de vrees
van de Heer [met het oog op de Opname en onze verschijning voor
Yeshua’s rechterstoel], trachten wij mensen te
overreden. Voor God echter zijn wij openbaar gemaakt, maar ik hoop ook in
jullie gewetens openbaar te zijn gemaakt. |
||
En het dient te geschieden dat wanneer hij zich
neerlegt, jij ook notitie moet nemen van de plaats waar hij zich neerlegt. En
jij moet erheen gaan en zijn voeten ontbloten en je neerleggen; en hij, van
zijn kant, zal jou vertellen wat je behoort te doen. |
GW 20863 ≈≈ Hn 23:23. De Romeinse bevelhebber die instructies geeft om de apostel Paulus vanuit Jeruzalem veilig over te brengen naar Cesarea >>
En hij ontbood een tweetal legeroversten en zei: Maakt
tweehonderd soldaten gereed om naar Cesarea te marcheren, alsmede zeventig
ruiters en tweehonderd speerdragers, op het derde uur van de nacht.
Daarop zei zij tot haar:
Alles wat je tot mij zegt, zal ik doen. |
||
Toen daalde zij af naar de
dorsvloer en deed naar alles wat haar schoonmoeder haar had geboden. |
GW 5486 ≈≈ Gn 45:19. De Farao tot Jozef, nadat hij alles vernomen had over Jozefs achtergrond en familie.
Profetisch toegepast
op tegenbeeldige vervulling in de Eindtijd, nadert het verslag het midden van
de 70ste Jaarweek voor Israël >>
En u wordt bevolen: Doet het
volgende: Jullie moeten wagens nemen uit het land Egypte voor jullie
kleinen en jullie vrouwen, en jullie moeten je vader op een
tillen en hierheen komen.
Daarop zei zij tot haar:
Alles wat je tot mij zegt, zal ik doen. |
||
Toen daalde zij af naar de
dorsvloer en deed naar alles wat haar schoonmoeder haar had geboden. |
||
Ondertussen at en dronk
Boaz, en zijn hart was vrolijk. Toen ging hij heen om zich aan het uiteinde
van de korenhoop neer te leggen. Daarna ging zij er stilletjes heen en
ontblootte zijn voeten en legde zich neer. GW 4131 is ook die van Js 33:8, een
betekenisvolle profetie, te vervullen bij de Helft van de 70ste
Week >> De hoofdwegen liggen woest en
verlaten, degene die langs het pad trekt, is verdwenen. Hij [de Antichristelijke
macht] heeft het verbond verbroken, hij heeft de
steden veracht, hij heeft de sterfelijke mens niet in aanmerking genomen. Maar ook Mr 15:28 heeft GW 4131
>> En
de schriftplaats werd vervuld die zegt: En hij werd onder de wettelozen
gerekend. |
GW 9617 ≈≈ Mt 16:20 >> Daarop gelastte hij de leerlingen met nadruk om aan niemand te zeggen dat hij – Yeshua - de Mashiach was.
Het gebeurde nu te
middernacht dat de man begon te beven. Hij boog zich dus voorover, en zie!
daar lag een vrouw aan zijn voeten! GW 3074 is ook die van Js 58:8. Lees de
context over Gods voorwaarden voor Israëls herstel >> In dat geval zou uw licht
doorbreken net als de dageraad; en spoedig zou er herstel voor u ontspruiten.
En voor u uit zou stellig uw rechtvaardigheid gaan; ja, de heerlijkheid van
YHWH zou uw achterhoede zijn. |
Toen zei hij: Wie ben jij?
Op haar beurt zei zij: Ik ben Ruth, uw slavin, en gij moet uw slip over uw
slavin uitspreiden, want gij zijt immers losser. |
||
Daarop zei hij: Gezegend
moogt jij zijn door YHWH, mijn dochter. Jij hebt je liefderijke goedheid in
het laatste geval nog beter tot uitdrukking gebracht dan in het eerste geval,
door niet de jonge mannen achterna te lopen, hetzij gering of rijk. De GW 4913 is ook die van 1.)
Rc 16:21; vertelt ons over Simson >> De Filistijnen dan grepen hem vast en
staken hem de ogen uit+ en
voerden hem af naar Gaza en bonden hem met twee koperen boeien; en hij
werd een maler in het gevang. 2.) Jk 4:17 >> Voor wie daarom weet juist te doen en
niet doet, voor hem is het zonde |
||
Nu dan, mijn dochter, wees
niet bevreesd. Alles wat jij zegt, zal ik voor je doen, want iedereen in de
poort van mijn volk weet dat jij een voortreffelijke vrouw bent. |
GW 14816
≈≈ Mt 17:2 >> En hij onderging voor hun ogen een transfiguratie en zijn
aangezicht straalde als de zon en zijn bovenklederen werden
glanzend als het licht.
Volgens Twee
Petrus 1:16-18 was het transfiguratietafereel bij voorbaat een manifestatie
van de
kracht en paroesie van onze Heer Yeshua Masjiach.
Zie ook het uitvoerige relaas door Lukas >> Navolging; transfiguratie.
Nu dan, mijn dochter, wees
niet bevreesd. Alles wat jij zegt, zal ik voor je doen, want iedereen in de
poort van mijn volk weet dat jij een voortreffelijke vrouw bent. |
||
Welnu, al is het een feit
dat ik een losser ben, er is ook een losser die nader verwant is dan ik.
|
GW 6882 ≈≈ Ez 40:40 >> En aan de buitenzijde, als men opgaat naar de ingang van de Noordpoort, waren twee tafels. En aan de andere zijde die bij de voorhal van de poort behoort, waren twee tafels.
En ook Lk 4:11; de leugen die Satan gebruikte om Yeshua te
misleiden >> En zij zullen je op handen
dragen, opdat je nimmer je voet aan een steen stoot
Welnu, al is het een feit
dat ik een losser ben, er is ook een losser die nader verwant is dan ik.
|
||
Blijf hier vannacht over, en
morgenochtend moet het geschieden dat indien hij je zal lossen,
voortreffelijk! Laat hij lossen. Maar indien hij geen lust heeft om je te
lossen, dan wil ik je lossen, ikzelf, zo waar YHWH leeft. Blijf liggen tot de
morgen. De GW 2334 is ook die van Gn 45:28, waar we
Jacobs reactie lezen als hij tenslotte beseft dat Jozef nog leeft >> Toen riep Israël uit: Het is
genoeg! Mijn zoon Jozef leeft nog! Ah, laat mij gaan en hem zien voordat ik
sterf! Betekenisvol voor de Eindtijd als Israël
haar ware Mashiach onderscheidt (?) |
GW 4003
≈≈ 2Sm 9:1 >> Voorts zei David:
Is er nog iemand die overgebleven is van het Huis van Saul, opdat ik liefderijke
goedheid jegens hem kan betrachten ter wille van Jonathan?
GW 11473
≈≈ Lk 23:49 >> Al zijn bekenden
nu, ook de vrouwen die hem tezamen waren gevolgd vanaf Galilea, stonden op een
afstand dit aan te zien.
En zij ging heen naar haar
schoonmoeder, die nu zei: Wie ben je, mijn dochter? Bijgevolg vertelde zij
haar alles wat de man voor haar had gedaan. Naomi verwachtte een nieuwe situatie voor
Ruth. Vergelijk de nieuwe situatie die YHWH
Elohim teweeg bracht op de tweede scheppingsperiode van 7000 jaar >> Toen ging God ertoe over het uitspansel
te maken en scheiding te maken tussen de wateren die onder het uitspansel
zouden zijn en de wateren die boven het uitspansel zouden zijn. En het
werd zo (Gn 1:7; eveneens GW
4541).
|
||
En zij vervolgde: Deze zes
maten gerst heeft hij mij gegeven, want hij zei tot mij: Kom niet met lege
handen bij je schoonmoeder. Ez 36:37 heeft ook GW 4069 >> Dit heeft de
Heer YHWH gezegd: Hiervoor zal ik mij nog laten zoeken door het Huis van Israël om voor hen te doen:
Ik zal hen zo talrijk aan mensen maken als een
kudde. |
GW 8610
≈≈ Hn 7:21 >> Maar toen hij te
vondeling werd gelegd, nam de dochter van Farao hem op en bracht hem als haar
eigen zoon groot.
GW 12940
≈≈ 1Ko 9:9 >> Want in de wet van Mozes staat geschreven: Gij zult een
dorsende os niet muilbanden. Bekommert God zich soms om de ossen?
Zie verband met vers 10 >> Of zegt hij [dit] vooral terwille van ons? Het werd immers ter wille van ons geschreven, omdat wie ploegt in hoop behoort te ploegen, en wie dorst in de hoop er deel aan te krijgen.
Daarop zei zij: Blijf stil
afwachten, mijn dochter, totdat je weet hoe de zaak zal aflopen, want de man
zal geen rust hebben tenzij hij de zaak vandaag tot een einde heeft gebracht.
Nm 9:19 heeft ook GW 4031. Israël moest ook geduldig op YHWH wachten
>> En wanneer de wolk vele dagen boven de tabernakel bleef
staan, dan namen de zonen van Israël hun plicht jegens YHWH in acht dat zij
niet zouden opbreken. |
Wat Boaz betreft, hij ging
op naar de poort en zette zich daar toen neer. En zie! de losser over
wie Boaz gesproken had, kwam voorbij. Toen zei hij: Wijk toch terzijde,
ga toch hier zitten, Peloni Almoni. Hij week dus terzijde en ging
zitten. Peloni
Almoni betekent zoiets als Zulk een; of Dinges. Men vermoedt dat Samuël, de schrijver van
het boek Ruth, hem door de geest van inspiratie aldus heeft aangeduid. Boaz
heeft hem zeer waarschijnlijk met zijn werkelijke naam aangesproken. |
||
Daarna nam hij tien mannen
uit de oudsten van de stad en zei: Gaat hier zitten. Zij gingen derhalve
zitten. |
||
Hij zei nu tot de losser:
Het stuk veld dat aan onze broeder Elimelech behoorde, moet Naomi, die uit
het veld van Moab is teruggekeerd, verkopen. |
GW 10052
≈≈ Mt 19:24 >> Wederom zeg
ik jullie: Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald
te gaan dan voor een rijke het koninkrijk Gods binnen te gaan.
Hij zei nu tot de losser:
Het stuk veld dat aan onze broeder Elimelech behoorde, moet Naomi, die uit
het veld van Moab is teruggekeerd, verkopen. |
||
Ik voor mij, ik heb
gedacht dat ik het je zou onthullen, door te zeggen: Koop het in
tegenwoordigheid van de inwoners en de oudsten van mijn volk. Indien je het
zult lossen, los het; maar indien jij het niet zult lossen, vertel het mij
toch, opdat ik het moge weten, want er is niemand anders om te
lossen behalve jij, en ik kom na jou. Hierop zei hij: Ík zal het wel
lossen. De GW 4137 is ook die van Ex 12:30, waar we
lezen over het begin van YHWH’s oordeel over de halsstarrige Farao van de
Exodus >> Toen stond Farao ’s nachts op, hij en
al zijn dienaren en alle Egyptenaren; en er ging nu een groot geschrei onder
de Egyptenaren op, want er was geen huis waar geen dode was. |
GW 7222 ≈≈ Mt 13:46 >> Toen hij één parel van grote waarde had gevonden, ging hij heen en verkocht dadelijk al wat hij had en kocht ze.
En ook Judas 1:19 >> Dezen zijn het die scheidingen veroorzaken, zinnelijke mensen die geen geest bezitten.
Toen zei Boaz: Op de dag dat
jij het veld uit Naomi’s hand koopt, moet je het ook van Ruth, de
Moabitische, de vrouw van de gestorven man, kopen, om de naam van de gestorven
man over zijn erfdeel te doen verrijzen. |
||
Hierop zei de losser: Ik kan
het voor mij niet lossen, uit vrees dat ik mijn eigen erfdeel ruïneer. Los
jij het voor jou met mijn lossingsrecht, want ik kan niet lossen. |
GW 9639
≈≈ Lk 22:23 >> En zij
begonnen bij elkaar uit te zoeken wie van hen het toch mocht zijn die dát zou
gaan doen. D.i. verraad
plegen jegens Yeshua Mashiach.
Hierop zei de losser: Ik kan
het voor mij niet lossen, uit vrees dat ik mijn eigen erfdeel ruïneer. Los jij
het voor jou met mijn lossingsrecht, want ik kan niet lossen. |
||
Dit nu was in vroeger tijden
in Israël het gebruik betreffende het lossingsrecht en betreffende de ruil,
ten einde wat dan ook te bevestigen: Een man moest zijn
sandaal uittrekken en die aan zijn naaste geven, en dit was het formele
getuigenis in Israël. |
||
Toen de losser dus tot Boaz
zei: Koop het voor jou, trok hij vervolgens zijn sandaal uit. |
GW 10577
≈≈ Op
11:3 >> En ik zal aan mijn twee
getuigen [opdracht] geven en zij zullen,
gehuld in zakkleding, 1260 dagen profeteren.
Toen de losser dus tot Boaz
zei: Koop het voor jou, trok hij vervolgens zijn sandaal uit. |
||
Daarop zei Boaz tot de
oudsten en heel het volk: Jullie zijn heden getuigen dat ik alles wat
aan Elimelech heeft toebehoord en alles wat aan Chiljon en Machlon heeft
toebehoord, waarlijk uit de hand van Naomi koop. |
GW 5743 ≈≈ Mr 14:46 >> Zij dan sloegen de hand aan hem en namen hem in hechtenis.
En ook Ruth, de Moabitische,
de vrouw van Machlon, koop ik mij waarlijk tot vrouw om de naam van de gestorven
man over zijn erfdeel te doen verrijzen en opdat de naam van de gestorven man
niet uit het midden van zijn broeders en uit de poort van zijn plaats wordt
afgesneden. Jullie zijn heden getuigen. De GW 7525 komt verder alleen voor in Hn
1:25. De Gemeente vroeg YHWH in gebed om degene aan te wijzen die de plaats
zou innemen van de verrader Judas >> om de plaats in te nemen van
deze bediening en dit apostelschap, waarvan Judas is afgeweken om naar zijn
eigen plaats te gaan. |
En al het volk dat in de poort
was en de oudsten zeiden hierop: Getuigen! Mag YHWH geven dat de
vrouw die in je huis komt, als Rachel en als Lea is, die beiden het
Huis van Israël hebben gebouwd. En jij, bewijs je waarde in Efratha en
maak je een aanzienlijke naam in Beth-Lechem. |
En mag je huis worden als het
huis van Perez, die Tamar aan Juda gebaard heeft, door het nageslacht dat
YHWH jou uit deze jonge vrouw zal geven. |
||
Bijgevolg nam Boaz Ruth en
zij werd zijn vrouw en hij had betrekkingen met haar. YHWH dan schonk haar
zwangerschap en zij baarde een zoon. |
GW 8115
≈≈ Mt 4:22 >> Terstond verlieten
zij de boot en hun vader en volgden hem.
En ook Mt 13:38
>> Het veld is de wereld; het voortreffelijke
zaad, dat zijn de zonen van het koninkrijk; maar het onkruid zijn de zonen van
de goddeloze.
Zie >> De Tarwe en het Onkruid.
Toen zeiden de vrouwen tot Naomi:
Gezegend zij YHWH, die het jou heden niet aan een losser heeft laten
ontbreken; mag zijn naam in Israël uitgeroepen worden. |
||
En hij is een hersteller van
je ziel geworden en iemand die je ouderdom schraagt, omdat je
schoondochter, die jou waarlijk liefheeft, die voor jou beter is dan zeven zonen,
hem heeft gebaard. |
GW 9306
≈≈ Hn 8:10 >> En allen, van klein
tot groot, gaven acht op hem [Simon,
de magiër] en zeiden: Deze man is de Kracht Gods,
die Groot genoemd kan worden.
Toen nam Naomi het kind en
legde het aan haar boezem, en zij werd zijn verzorgster. De GW 3354 is
ook die van Mt 27:61 >> Maria Magdalena en de andere
Maria bleven daar echter en zaten tegenover het graf [op vrijdagmiddag,
nadat Yeshua’s lijk in het graf was gelegd]. |
||
Voorts gaven de buurvrouwen
het een naam en zeiden: Aan Naomi is een zoon geboren. Zij dan gaven hem de
naam Obed. Hij is de vader van Isaï, Davids vader. De GW 4048 is ook die van Jr 51:41, een
aankondiging voor de Eindtijd. Kennelijk zal ‘Obed’ – het Joodse
Overblijfsel – ergens rond de helft van de 70ste Week zich
verheugen over de val van het wereldrijk van tegen YHWH gekante religie
>> Hoe is Sesach ingenomen, en
hoe wordt de roem van heel de aarde veroverd! Hoe is Babylon tot niets dan een voorwerp van ontzetting
geworden onder de Heidenvolken! |
GW 7402 ≈≈ Nh 9:6 >>
Gij alleen zijt YHWH; gijzelf
hebt de hemel gemaakt, de hemel der hemelen, en heel zijn heerleger, de
aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is. En gij
houdt dat alles in het leven; en het heerleger van de hemel buigt zich
voor u neer.
Voor een uitvoerige toelichting op het Boek Ruth, verwijzen we de lezer nogmaals naar de studie >>
-.-.-.-.-